DABERATH
(Da̱berath) [Weide].
Een stad die in de opsomming van de grenzen van Zebulon genoemd wordt (Joz 19:10, 12), maar toen ze later met haar weidegrond aan levieten uit de familie van Gerson (Gersom) werd toebedeeld, werd ze beschouwd als behorend tot de aangrenzende stam Issaschar (Joz 21:27, 28; 1Kr 6:71, 72). Daberath staat niet vermeld onder de steden die aan Issaschar werden toegewezen, maar volgens veel geografen wordt deze stad in Jozua 19:20 waarschijnlijk Rabbith genoemd, een zienswijze die ondersteuning vindt in de tekst van het Vaticaanse handschrift nr. 1209. — Zie RABBITH.
Daberath wordt thans geïdentificeerd met de ruïnes te Khirbet Dabura (Horvat Devora), niet ver van het dorp Dabburiya aan de noordwestelijke voet van de berg Tabor.