EVIL-MERODACH
(E̱vil-Me̱rodach) [uit het Babylonisch: Aanbidder van Marduk].
De Babylonische koning die Nebukadnezar in 581 v.G.T. op de troon opvolgde. In het jaar waarin Evil-Merodach koning werd, bewees hij goedheid aan Jojachin, de koning van Juda, doordat hij hem uit het huis van bewaring ontsloeg. Dat was in het 37ste jaar van Jojachins ballingschap in Babylon. Evil-Merodach verhief hem tot een positie van gunst boven alle andere koningen die zich in Babylon in gevangenschap bevonden (2Kon 25:27-30; Jer 52:31-34). Volgens Josephus beschouwde Evil-Merodach Jojachin als een van zijn beste vrienden.
Er zijn bovendien archeologische getuigenissen omtrent Evil-Merodach (Awil-Marduk, Amil-Marduk). Een inscriptie op een bij Susa gevonden vaas bijvoorbeeld luidt: „Paleis van Amil-Marduk, de koning van Babylon, de zoon van Nebukadnezar, de koning van Babylon” (Mémoires de la mission archéologique de Susiane, door V. Scheil, Parijs, 1913, Deel XIV). Volgens Berossos, die door Josephus wordt geciteerd, heeft Evil-Merodach twee jaar geregeerd. Josephus zelf schrijft hem achttien jaar toe. Evil-Merodach werd vermoedelijk tengevolge van een samenzwering vermoord en door Neriglissar (Nergal-Sarezer) opgevolgd. Een betrouwbare bevestiging van deze bijzonderheden ontbreekt echter.