HERODION
(Hero̱dion).
Iemand aan wie Paulus in zijn brief aan de christelijke gemeente te Rome persoonlijke groeten zond. Paulus noemt Herodion „mijn bloedverwant” (Ro 16:11). Sommigen zijn van mening dat dit wellicht gewoon betekent dat Herodion een medejood en niet een naaste verwant van Paulus was, gezien de wijze waarop Paulus de aanduiding „verwanten” in Romeinen 9:3 gebruikt. Maar aangezien Paulus niet alle joden aan wie hij groeten zendt „mijn verwanten” noemt (vgl. Han 18:2; Ro 16:3), wordt er kennelijk een naastere verwant bedoeld. — Zie ANDRONIKUS.