De moderne geschiedenis van Jehovah’s getuigen
Deel 11: Het herstel van de theocratische organisatie
DE LAATSTE stap in de omschakeling naar een theocratische organisatie van Jehovah’s getuigen werd in 1938 gedaan. In dat jaar boden de uitgaven van augustus en september van De Wachttoren een uitgebreide studie over de wijze waarop de vroege christelijke gemeente in de dagen van de apostelen als organisatie werkzaam was. Daarin werd duidelijk aangetoond hoe de volmacht, gemeentedienaren aan te stellen, bij een besturend lichaam berustte, dat uit de twaalf apostelen en andere rijpe verbondenen bestond, zoals Timotheüs en Titus. Op overeenkomstige wijze berust heden ten dage de volmacht om alle dienaren in gemeenten aan te stellen op rechtmatige wijze bij het besturende lichaam van de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse, welke onder het rechtstreekse toezicht van Christus Jezus in de tempel staat (Matth. 24:45-47). Deze volmachten berusten niet op democratische wijze bij de gemeenten. Als gevolg van deze bijbelse studie over organisatie werd de volgende resolutie voorgesteld aan en aanvaard door alle gemeenten die aaneengesmeed wensten te worden onder de theocratische leiding van het Genootschap:
„Wij, de groep van Gods volk voor zijn naam uitverkoren, te ———, erkennen, dat Gods bestuur een zuivere theocratie is en dat Christus Jezus in den tempel ten volle belast is met het toezicht op de zichtbare organisatie van Jehova, evenals op de onzichtbare, en dat ’Het Genootschap’ de zichtbare vertegenwoordiger des Heeren op aarde is, en daarom verzoeken wij ’Het Genootschap’ deze groep voor den dienst te organiseren en haar verschillende dienaren te benoemen, zoodat wij allen met elkander in vrede, gerechtigheid, harmonie en volledige eenheid mogen werken. Wij voegen hieraan toe een lijst van namen van personen uit deze groep, die naar het ons voorkomt tot de rijperen behooren en daarom het beste geschikt zijn, om de verschillende dienstposities in de groep te vervullen.”a
In het dienstjaar 1939 — precies twintig jaar nadat de kiem van theocratisch toezicht was geplant in de vorm van het ambt van „dienstleider” van een gemeente — verheugden Jehovah’s getuigen zich ten slotte in hun eerste volle jaar van volledig theocratisch toezicht wat hun afzonderlijke gemeenten betreft. Wat een periode van vrede en voorspoed werd er ingeluid! Voorbij waren de dagen van verkiezingscampagnes, geredetwist en democratisch stemmen. De Koning Christus Jezus stond nu aan het roer van zijn organisatie, hij had de leiding in het doen van aanstellingen en het bestuur van de vergaderingen van Jehovah’s volk. Niet langer bestond er een losse verwantschap tussen afzonderlijke personen van wie een ieder deed wat juist was in zijn eigen ogen. Veeleer hadden nu de klaarwakkere, vooruitziende personen zich geschaard bij een strijdende organisatie en blij onderwierpen zij zich aan het koninklijke theocratische bestuur. — Jes. 43:21; 60:17.
Reeds in 1922 echter vormden de gezalfde getuigen als organisatie een formatie die voldoende vast aaneengesloten was om zich te belasten met Jehovah’s oordeelswerk op aarde. Dit werk werd profetisch afgebeeld door het blazen van de „zeven bazuinen” en het uitgieten van de „zeven schalen van de toorn van God” (Openb. 8:2; 16:1, NW). Deze twee aaneenschakelingen van gebeurtenissen bleken gelijktijdig te geschieden, waarbij elk blazen en uitgieten begon op zeven achtereenvolgende internationale vergaderingen welke jaarlijks van 1922 tot en met 1928 werden gehouden.b
De eerste in deze serie van zeven historische gebeurtenissen vond plaats op het congres te Cedar Point (Ohio), van 5-13 september 1922. De laatste lezing van dit congres, de openbare lezing op zondag, werd bijgewoond door meer dan 18.000 personen; de dagelijkse zittingen door ongeveer 10.000 getuigen. Deze vergadering werd op dezelfde plaats gehouden als hun befaamde congres van 1919, ditmaal bevonden er zich echter honderden meer in hun rijen en de velddienst tijdens het congres werd een kenmerk dat er aan werd toegevoegd. Op de dinsdag van het congres overstroomden honderden groepjes per auto het noordelijke gedeelte van Ohio met een vloed van lectuurverspreidingen. Op de vierde dag van het congres, bekend als „De Dag,” sprak de president van het Genootschap de toonaangevende lezing uit over het onderwerp „het koninkrijk.” Nadrukkelijk bracht hij onder de aandacht dat de Koning tegenwoordig is! Eveneens werden er voor de eerste keer bewijzen overgelegd uit de Schrift en op grond van de geschiedkundige ontwikkeling van het moment dat de Koning Christus Jezus in 1918 tot de tempel was gekomen en met het oordeel tegen de afvallige christenheid was begonnen. Aan het besluit van deze tot activiteit aansporende toespraak, ontvouwde zich voor de ogen van het grote gehoor, bij het uitspreken van dezelfde woorden, gracieus een zeer groot spandoek met de elektriserende slagzin „VERKONDIG DE KONING EN HET KONINKRIJK!” zodat dit gehoor deze slagzin tegelijkertijd hoorde en zag. Gedurende de gehele vergadering heerste er een ongewoon enthousiasme, ontstoken door geestelijk rijke lezingen waardoor het bewijs werd geleverd dat Jehovah zoals voorzegd verder zijn onzichtbare actieve kracht op zijn verkozen getuigen uitstortte.c
De openbare lezing van het congres op de laatste zondag werd tot een hoogtepunt gebracht doordat eenstemmig een resolutie werd aanvaard, welke later in een traktaat genaamd „Proclamatie” werd gepubliceerd. Het opschrift luidde: „Een uitdaging tot de wereldleiders. Onmogelijk wereldvrede, voorspoed en geluk door internationale Conferentie te verlangen. — Juist geneesmiddel voorgeslagen — Uitweg vitaal voor alle natiën der aarde — Resolutie aangenomen door Internationale Bijbelonderzoekers.” In de loop der weken werden er 35.000.000 exemplaren van deze priemende oordeelsboodschap die Jehovah’s toorn tot uitdrukking bracht, overal in de christenheid verspreid.d Deze vergadering van Cedar Point was werkelijk een veelbetekenende vergadering!
De tweede buitengewoon gewichtige vergadering werd van 18-26 augustus 1923 te Los Angeles, Californië, gehouden. Voor de eerste maal maakte het Genootschap gebruik van de radio ten einde een congreszitting uit te zenden. De voortreffelijke schriftuurlijke lezing werd uitgesproken door de president van het Genootschap, J.F. Rutherford, en ze handelde over het onderwerp „Schapen en bokken,” welke toespraak later in The Watch Tower voor 15 oktober van dat jaar werd gepubliceerd. Voor de eerste keer werd daarin getoond dat de „schapen” in Jezus’ gelijkenis, betrekking hebben op een aardse groep.e De spreker zeide: „Schapen vertegenwoordigen alle volken der natiën, die niet door de geest zijn verwekt, maar die rechtvaardig gezind zijn, die Jezus Christus met hun geestvermogen als de Heer erkennen, en die uitzien naar en hopen op een betere tijd onder zijn regering.”f Het hoogtepunt van deze vergadering was de op zondag gehouden openbare lezing van rechter Rutherford die door ongeveer 30.000 personen werd bijgewoond, welke menigte het Coliseum tot de nok toe vulde. De vergadering nam ook een historische resolutie aan, hetwelk leidde tot de tweede uitstorting van Gods toorn over de christenheid.g Deze resolutie werd in traktaatvorm gedrukt en droeg ook de naam „Proclamatie,” waarna ze tot een aantal van 45.000.000 exemplaren in Amerika en in Europa werd verspreid.h Ze bazuinde „Een waarschuwing aan alle Christenen [uit] — De op handen zijnde crisis der wereld — De oorzaak — De plicht van christenen — Het resultaat.” Bitter en vijandig was de reactie van de christenheid op dit bazuingeschal van de wegens haar afvalligheid tegen haar gerichte oordelen Gods.
De derde veelbetekenende internationale vergadering werd van 20-28 juli 1924 te Columbus, Ohio, gehouden, welke vergadering dagelijks door ongeveer 20.000 getuigen werd bijgewoond, terwijl er op de laatste zondag 35.000 personen aanwezig waren bij de openbare vergadering in het Ohio State University Stadion. In verband met dit congres maakte men gebruik van radio-uitzendingen en elektrische geluidsversterking. Ook op deze vergadering vormde de velddienst, evenals bij de twee voorgaande vergaderingen, een onderdeel van het programma. In de voornaamste lezing van de president van het Genootschap werd uiteengezet dat Satan nog steeds niet is gebonden en dat de geestelijken en hun handlangers de werktuigen van de Duivel zijn geworden. Een historische aanklacht werd door het gehele gehoor enthousiast aangenomen, en zij gaven er met alle kracht hun ondersteuning aan. Deze aanklacht werd een onderdeel van een nieuw traktaat, getiteld „De geestelijkheid aangeklaagd,” dat met grote koppen te kennen gaf, „Civilisatie ten ondergang gedoemd — Oorzaak der Wereldcrisis — Zegen voor het volk volgt — Het Zaad der Belofte tegen Het Zaad der Slang.” Opnieuw werd de christenheid geschokt door de verspreiding van miljoenen exemplaren van deze op waarheid berustende aanklacht.i
Het jaar 1925 was een jaar van bijzondere verwachting, daar velen van de gezalfden dachten dat de overgebleven leden van het lichaam van Christus toen veranderd zouden worden tot hemelse heerlijkheid.j Doch, zoals wel bleek, viel er voor hen op aarde nog veel werk te verrichten, ten einde degenen behulpzaam te zijn die nog bijeenvergaderd moesten worden. Niettegenstaande dat bleek 1925 een gekenmerkt jaar te zijn daar er een vloed van nieuwe geestelijke waarheden tot Jehovah’s volk kwam. In dat jaar bracht The Watch Tower hen de sublieme openbaringen dat de naam van Jehovah de juiste plaats moest worden gegeven; dat de geboorte van de op een manlijk kind gelijkende Koninkrijksorganisatie in 1914 was geschied; dat Satan uit de hemel was geworpen en nu zijn werkzaamheden tot de aarde moest beperken; dat Jehovah voornemens is zich in de strijd van Armageddon een grote en blijvende naam te maken; dat zulk een strijd niet een strijd is tussen kapitaal en arbeiders, conservatieven en radicalen, of van enige menselijke partij of natie, maar dat het Gods strijd is tegen de gehele organisatie van de Duivel, zowel onzichtbaar als zichtbaar; en ten slotte, dat Jehovah’s dienstknechtklasse op aarde geen deel aan deze strijd heeft, maar alleen moet waarschuwen voor de komst er van.k
Dit jaar van grootse gedachtenwijziging vond zijn hoogtepunt in het algemene congres dat van 24-31 augustus 1925 in Indianapolis, Indiana, werd gehouden en dat werd bijgewoond door 10.000 personen. Aan het besluit van de openbare lezing van J.F. Rutherford, getiteld „Een oproep tot actie,” werd er een liefdevolle resolutie aangenomen, welke was gericht „Aan alle mensen van goede wil.” Deze boodschap was vervat in een traktaat genaamd „Boodschap van hoop” met als kop „Wederopbouw der wereld — een maatstaf om de volken te leiden.” Naarmate de maanden verstreken, werden er ongeveer 50.000.000 exemplaren in de christenheid in omloop gebracht.l De handen van de getuigen werden in dit beproevingsvolle jaar 1925 druk beziggehouden. Er werd bericht dat er dat jaar bij de Gedachtenisviering in de lente een hoogtepunt was bereikt van 90.434 aanwezigen.a
(Wordt vervolgd)
[Voetnoten]
a De Wachttoren 1938, bladzijde 174. Op deze wijze gaven bijna alle gemeenten die met het Wachttorengenootschap waren verbonden, hun democratische (of presbyteriaanse) wijze van kerkbestuur; waaraan ze zich de voorgaande zestig jaren hadden gehouden, op, in ruil voor een theocratisch stelsel, dat werkzaam was via de gemeenten, en om welk stelsel zij zelf hadden gevraagd. (Zie Studies in the Scriptures, Deel 6, blz. 273-347.) Van deze tijd af kwam het Genootschap van de gezalfden in zijn rechtmatige schriftuurlijke verhouding te staan tot de gemeenten van Jehovah’s getuigen.
b Light, eerste boek, blz. 102-107; Light, tweede boek, blz. 19-67.
c Watchtower 1922, blz. 323-352; W 1930, blz. 374; Wachttoren juni 1940, blz. 135, 136; W 1943, blz. 216; W 1944, blz. 234; Wachttoren 1949, blz. 7; Wachttoren 1950, blz. 290, 291.
d W 1922, blz. 390.
e W 1943, blz. 342; W 1944, blz. 10; Wachttoren 1946, blz. 236.
f W 1923, blz. 309.
g W 1923, blz. 326, 327.
h W 1923, blz. 373.
i W 1924, blz. 259-264.
j W 1925, blz. 3.
k W 1925, blz. 67-74, 115-120; W 1930, blz. 233; Wachttoren 1947, blz. 43; W 1944, blz. 10.
l W 1925, blz. 358.
a W 1925, blz. 263.
[Illustratie op blz. 333]
VERKONDIGT DE KONING EN HET KONINKRIJK!
CEDAR POINT, OHIO — 1922