Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w64 1/8 blz. 478-479
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
  • Vergelijkbare artikelen
  • Artaxerxes
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Perzië, Perzen
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Een krachtige identificatie van de Messias
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Bislam
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1964
w64 1/8 blz. 478-479

Vragen van lezers

● In de chronologische tabel van de wereldmachten op bladzijde 370 van het boek „Uw wil geschiede op aarde” worden de koningen van het Medo-Perzische Rijk (539-331 v. Chr.) opgesomd als: Darius de Meder, Kores de Grote (Pers), Cambyses [Usurpator, de magiër Gaumata, die zich voor Smerdis uitgaf, 522/1 v. Chr.], Darius I (Pers) (Hystaspes), 521-485 v. Chr., Xerxes I (Ahasveros), Artaxerxes I (Longimanus), Xerxes II, Darius II (Ochus; Nothus), Artaxerxes II (Mnemon), Artaxerxes III (Ochus), enz., enz.

Het bovenstaande stemt niet overeen met wat in het boek „Toegerust tot ieder goed werk” in de hoofdstukken over Ezra, Nehemia en Esther wordt gezegd en met wat in het boek Van het verloren naar het herwonnen paradijs in hoofdstuk veertien, getiteld „Enkele getrouwen keren terug om de tempel te herbouwen”, wordt verklaard. Op welke wijze kan deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid worden verklaard?

Er bestaat geen werkelijke tegenstrijdigheid tussen de boeken „Toegerust tot ieder goed werk” en Van het verloren naar het herwonnen paradijs enerzijds en het later uitgegeven boek „Uw wil geschiede op aarde” anderzijds. Gedurende de regering van Darius de Pers, niet de Meder, werd de tempel te Jeruzalem herbouwd. Het eerder uitgegeven boek „Toegerust” noemt hem Darius II, omdat het Darius de Meder als een historische bijbelse figuur erkent en deze Medische Darius derhalve als de eerste heerser beschouwt die in het Medo-Perzische Rijk met de naam Darius werd aangeduid.

In het later uitgegeven boek „Uw wil geschiede op aarde” wordt de eerste Perzische Darius (Hystaspes) echter Darius I genoemd omdat in de chronologische tabel van de wereldmachten in het appendix de wereldlijke geschiedschrijving van deze wereld is gevolgd, die geen verklaring kan geven voor het bestaan van Darius de Meder en die de Perzische Darius Hystaspes derhalve als Darius I vermeldt. Wanneer er over het zuiver Perzische Rijk, of het rijk waarin Perzië de overhand had, wordt gesproken, zou Darius de Meder niet in de lijn van koningen meetellen, aangezien hij geen Pers, maar slechts de Medische oom van de Pers Kores de Grote was. Met het oog op de chronologische tabel van de wereldmachten, die in het appendix van het boek „Uw wil geschiede op aarde” is gepubliceerd, is het commentaar dat in het boek zelf over de wereldmachten en de regeerders ervan wordt gegeven, in overeenstemming gebracht met de gegevens in het appendix. Bijgevolg verschilt het van het boek „Toegerust” doordat Darius Hystaspes, gedurende wiens regering toestemming werd gegeven voor de bouw van de tweede tempel voor Jehovah te Jeruzalem en deze tempel werd voltooid, met de naam Darius I van het Perzische Rijk wordt betiteld.

Hoe staat het nu met de Perzische koningen die Artaxerxes worden genoemd? In de twee vroeger uitgegeven boeken „Toegerust” en Paradijs wordt de Perzische koning gedurende wiens regering zowel Ezra als Nehemia naar Jeruzalem gingen, met het oog op de volgende beweegreden Artaxerxes III en niet Artaxerxes I genoemd:

Zoals reeds in een vroegere uitgave van The Watchtower, die van 15 maart 1954, op bladzijde 191 is verklaard, wordt de Perzische heerser die de bouw aan Jehovah’s tempel te Jeruzalem liet stopzetten, in de Griekse Septuaginta-vertaling van het Hebreeuwse boek Ezra Arthasasthá, maar in de Engelse vertalingen Artaxerxes genoemd (Ezra 4:7-23). Deze Artaxerxes schijnt in werkelijkheid de magiër Gaumata te zijn geweest, die voorgaf Smerdis te zijn en die zich door bedrog en met geweld van de troon meester had gemaakt en deze ongeveer acht maanden lang bekleedde. Wanneer de Griekse vertaling van de Hebreeuwse tekst wordt aangehouden, zou deze Gaumata de eerste Artaxerxes, of Artaxerxes I, zijn.

Op deze usurpator volgde Darius I de Pers (Hystaspes) en daarna kwam Xerxes I. Het schijnt dat deze Xerxes I met de jodin Esther huwde, maar in het Hebreeuwse boek Esther wordt hij Ahasveros genoemd. De Griekse Septuaginta-vertaling noemt hem echter Artaxerxes (Esther 1:1 tot en met 2:23, NW, voetnoot). Te oordelen naar de Griekse voorstelling van zaken, was deze Xerxes de Grote derhalve de tweede Artaxerxes of Artaxerxes II.

Na hem kwam er een heerser op de troon die de bijnaam Longimanus droeg. De Hebreeuwse bijbel noemt hem Artakhshásta (dezelfde naam die in Ezra 4:7 aan de heerser wordt gegeven die aldaar wordt genoemd). Gedurende de regering van deze Longimanus of Artakhshásta kregen de joodse priester Ezra en de joodse bestuurder Nehemia om twee verschillende redenen toestemming naar Jeruzalem te gaan (Ezra 7:1-28; Neh. 2:1-18; 13:6). De Griekse Septuaginta-vertaling noemt deze Longimanus echter Arthasasthá, en de Engelse vertalingen noemen hem Artaxerxes. Van dit standpunt uit bezien zou Longimanus derhalve Artaxerxes III zijn.

In McClintock & Strongs Cyclopædia wordt in kolom 1 op bladzijde 440 van Deel I over deze Perzische koning gezegd: „Hij is dezelfde als de derde Artaxerxes, de Perzische koning die in het twintigste jaar van zijn regering zo attent was Nehemia naar Jeruzalem te laten gaan ten einde er zuiver nationale doeleinden te bevorderen, hem met het bestuur over zijn eigen volk belastte en hem toestond er twaalf jaar te blijven . . . Men is bijna unaniem van mening dat de hier bedoelde koning Artaxerxes Longimanus is . . .”

In de chronologische tabel die in het later uitgegeven boek „Uw wil geschiede op aarde” is gepubliceerd, wordt een lijst verschaft van de heersers over de wereldmachten, te beginnen met de heersers van het Babylonische Rijk tot en met die van het Oostromeinse Rijk, terwijl hierbij de opsomming wordt aangehouden die in de wereldlijke geschiedschrijving van deze heersers wordt gegeven. Hierbij wordt niet de lijst gevolgd die volgens de Hebreeuwse tekst en de Griekse vertaling ervan in de bijbel wordt verschaft, zodat de Artaxerxes gedurende wiens regering Nehemia de muren van Jeruzalem herbouwde, Artaxerxes I en de tweede heerser die op hem volgde Darius II wordt genoemd.

Door in de chronologische tabel de lijst van wereldheersers volgens de wereldlijke geschiedenis te publiceren, moet het boek „Uw wil” bij het vermelden van de verschillende wereldheersers dan ook consequent zijn en deze tabel aanhouden. Daarom wordt Artaxerxes Longimanus Artaxerxes I genoemd, en niet Artaxerxes III, zoals in de vroeger uitgegeven boeken „Toegerust” en Paradijs wordt gedaan. Aangezien het boek „Uw wil” Artaxerxes Longimanus Artaxerxes I noemt, vermeldt het in overeenstemming hiermee de latere Artaxerxes Mnemon als nummer II en zijn opvolger, Artaxerxes Ochus, als nummer III.

Bij het lezen van elk van de hierboven vermelde door het Wachttorengenootschap uitgegeven boeken, moet men derhalve de achtergrond waartegen het werd geschreven, in aanmerking nemen. Wat bij een oppervlakkige vergelijking van deze boeken tegenstrijdig zou kunnen lijken, blijkt dit dan in werkelijkheid niet te zijn. Wanneer wij de regeringsperiode, de kenmerken en de heldendaden van de betreffende koningen in gedachten houden, blijkt de identiteit van deze koningen met elkaar overeen te stemmen, ook al verschilt de wijze waarop zij — al naar gelang van de opsomming die in elk boek is aangehouden — in dynastieën zijn ingedeeld.

● Wat is de betekenis van de letters in de rechter benedenhoek van de band van het boek „Uw naam worde geheiligd”? — B. P., V.S.

In de rechter benedenhoek van de band van het boek „Uw naam worde geheiligd” staat in reliëfdruk een opengeslagen bijbel met daarin een weergave van het Tetragrammaton in vier verschillende vormen van Hebreeuws schrift. De eerste vorm staat op bladzijde 112 van het boek en is ontleend aan de Moabitische Steen. De volgende vorm, die zich daaronder bevindt in Fenicische of Paleo-Hebreeuwse letters, komt voor in een oude herziene uitgave van de Septuaginta-vertaling van de Kleine Profeten die gedeelten van Habakuk bevat en waarvan een bladzijde staat afgedrukt op bladzijde 424 van Deel 5 van de New World Translation of the Hebrew Scriptures. De derde lettervorm, die rechts bovenaan in de opengeslagen bijbel staat, is de vorm die in de tekst van oude Griekse vertalingen voorkomt welke op bladzijde 413 van het Appendix bij de New World Translation of the Hebrew Scriptures, Deel 5, worden genoemd, en ook weergegeven is in de voetnoten bij Deel 3 van de New World Translation of the Hebrew Scriptures, te beginnen met voetnoot „c” op bladzijde 295. De vierde vorm van het Tetragrammaton is die in het moderne kwadraatschrift en komt ook voor op bladzijde 3, of de titelpagina, van de New World Translation of the Holy Scriptures in de herziene uitgave van 1961.

● Moet er enige symbolische betekenis aan het getal veertig worden toegekend? Zo ja, welke? — A. L., V.S.

Betreffende het getal veertig moet worden opgemerkt, dat het, zoals door een uitgebreide bijbelconcordantie wordt getoond, in de bijbel in verband met vele verschillende aangelegenheden wordt gebruikt. In zijn publikaties heeft het Genootschap aan dit getal nooit een betekenis toegekend die elk gebruik ervan dekt. In The Watchtower van 1 mei 1941 werd echter op bladzijde 138 bij een bespreking van Richteren 5:31 aandacht besteed aan het feit, dat er op de bevrijding van de Israëlieten van Kanaänitische onderdrukking een veertigjarige periode van vrede volgde; en er werd tevens verklaard, dat de vreedzame 1000-jarige regering van de Heer Jezus Christus hierdoor werd voorschaduwd. Deze betekenis kan natuurlijk niet aan alle andere keren dat dit getal in de bijbel voorkomt, worden gehecht. Zo schijnt genoemd getal soms met een oordeelsperiode, oordeel of straf in verband te worden gebracht. In Noachs tijd regende het bijvoorbeeld veertig dagen (Gen. 7:4). In de wet van Mozes werd vastgelegd, dat bepaalde soorten van overtreders met veertig slagen moesten worden gestraft (Deut. 25:3). Toen Israël tegen God in opstand kwam, moest het als straf veertig jaar in de wildernis rondzwerven (Num. 14:34). Jona waarschuwde Ninevé dat de stad veertig dagen later vernietigd zou worden (Jona 3:4). Wij dienen hieruit echter niet de conclusie te trekken dat het getal veertig elke keer dat het in de Schrift voorkomt, een symbolische betekenis heeft.

    Nederlandse publicaties (1950-2020)
    Afmelden
    Aanmelden
    • Nederlands
    • Instellingen
    • Copyright © 2019 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • JW.ORG
    • Aanmelden