Een vakantie gewijd aan de bediening
Het volgende is een brief van een drieëntachtig jarig lid van de Bethelfamilie in Brooklyn:
Geliefde broeders,
Ik zou jullie graag een aanmoedigende ervaring willen vertellen, welke ik kort geleden heb opgedaan. Dit gebeurde in een periode dat ik van de ene kwaal in de andere viel. Van tijd tot tijd bracht de president van het Genootschap, broeder Knorr, mij aanmoedigende bezoeken. Tijdens één hiervan zei ik hem, dat hetgeen mij het meest dwars zat, mijn onvermogen was om actief te zijn in de bediening. „Wel, waarom schrijf je geen brieven?” vroeg broeder Knorr. „Wat voor brieven zou ik kunnen schrijven?” was mijn gedachte.
Terwijl ik over het voorstel van broeder Knorr nadacht, zei ik tegen mijzelf: „Wel, doordat ik meer dan veertig jaar op de inkoopafdeling van het Genootschap heb gewerkt, ben ik met vele zakenmensen en directeuren in aanraking gekomen.” Zo kwam ik op het idee om hun eens te gaan schrijven, ten einde deze vroegere zakenrelaties getuigenis te geven betreffende het Koninkrijk en hun in de lopende tijdschriftenveldtocht een abonnement aan te bieden.
Ik nam daarom twee weken van mijn vakantie op en gebruikte de tijd om deze brieven op mijn kofferschrijfmachine te schrijven. Ik schreef ongeveer honderd brieven aan vroegere zakenrelaties waarin ik hun vertelde dat het Genootschap een campagne voerde om de mensen op De Wachttoren te abonneren, en dat ik mij ervoor verantwoordelijk voelde om mijn vrienden hierover in te lichten. Met mijn brief stuurde ik hun speciale uitgaven van zowel De Wachttoren als Ontwaakt! en schreef eveneens dat ook hun vrienden en werknemers wellicht belangstelling zouden hebben voor deze uitzonderlijke tijdschriften. Vele zakenlieden reageerden hier gunstig op. Hieronder laat ik enkele uittreksels uit een paar van hun brieven volgen.
De manager van een maatschappij schreef: „Gelieve bijgaand een cheque van $2,00 aan te treffen voor mijn persoonlijke abonnement op De Wachttoren, en Ontwaakt! Ik zal deze opmerkelijke en verlichtende tijdschriften inderdaad graag over de post ontvangen. Deze voorziening zal het voortaan onnodig voor mij maken om ze van een van uw zeer toegewijde mensen te kopen.”
Een andere zakenman schreef: „Ik sluit een cheque in voor een jaarabonnement op De Wachttoren en Ontwaakt! Ik vond het interessant uit uw brief te vernemen welk een enorme oplage uw tijdschriften thans hebben, en eveneens dat u in 179 landen werkzaam bent. Mijn hartelijkste gelukwensen.”
Een ander schreef: „Ik vond het prettig te vernemen van uw campagne om uw twee schitterende tijdschriften een grotere verspreiding te geven. Bijgaand vindt u mijn cheque voor vijf abonnementen voor vrienden van mij, die de boodschap graag zullen ontvangen.”
De vice-president van een papierfirma schreef: „Bijgaand vindt u mijn cheque voor $6 en ik zou het op prijs stellen indien u Dhr. L——— en mij op de lijst zou willen plaatsen om deze twee brochures te ontvangen.”
Een directeur van een houtfirma schreef: „Graag sturen wij u onze cheque van $6,00 voor drie abonnementen op uw tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! Wij hebben de proefexemplaren gelezen en vinden ze uitermate verhelderend en instructief.” De kassier van een machinefabriek schreef: „Wij willen aan uw speciale abonnementsveldtocht meedoen en zijn zo vrij een cheque van $10,00 in te sluiten voor vijf abonnementen op zowel De Wachttoren als Ontwaakt!”
Een andere brief: „Wij danken u voor uw brief betreffende uw veldtocht voor nieuwe abonnementen op De Wachttoren en Ontwaakt! Graag zenden wij u een cheque van $10,00 voor de volgende nieuwe abonnees.”
De president van een maatschappij schreef: „Ik heb tien mensen gevonden die er belangstelling voor hebben uw tijdschriften te ontvangen, en sluit hierbij $10 in voor de tien abonnementen.” Onder de opgegeven namen bevonden zich die van de president en zijn zoon.
De vice-president van een firma in chemicaliën schreef ten antwoord: „Ik stuur een cheque van $12,00 voor zes jaarabonnementen op elk van de publikaties welke u ons zond. Ik heb met verschillende van mijn collega’s hier gesproken.”
Als antwoord op deze vele gunstige reacties heb ik nog een brief gezonden, waarin ik hun vertelde dat ik mij verheugde over hun schrijven, en waarin ik hun verder getuigenis gaf.
Als gevolg van de brieven welke ik gedurende die twee weken heb geschreven, heb ik honderd abonnementen kunnen afsluiten. Hoe dankbaar ben ik voor de wijze waarop de president van het Genootschap mij heeft aangemoedigd toen ik aan mijn kamer was gebonden! Het is een zegen voor mij geweest om gedurende de vakantie door middel van het schrijven van brieven in de pioniersdienst te staan.
Jullie medegetuige van Jehovah, H.H. RIEMER