Het beest met de twee hoornen
IN DANIËL 8:20 vertelde een engel van God aan Daniël dat de tweehoornige ram die hij zag, het dualistische koninkrijk Medo-Perzië voorstelde. Door deze verklaring werpt God licht op de betekenis van het wilde beest dat de apostel Johannes zag nadat hij de draak en het wilde beest dat uit de zee opsteeg, had gezien: „En ik zag nog een wild beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen gelijk een lam, maar het begon als een draak te spreken. En het oefent alle autoriteit van het eerste wilde beest voor deszelfs ogen. En het doet de aarde en degenen die erop wonen het eerste wilde beest, waarvan de dodelijke slag genas, aanbidden. En het verricht grote tekenen . . . En het misleidt degenen die op de aarde wonen, wegens de tekenen die het gegeven waren voor het aangezicht van het wilde beest te doen.” — Openb. 13:11-14, NW.
Wat zou dit wilde beest kunnen afbeelden? Wel de meest voorname plaats in het wilde beest of Satans zichtbare organisatie wordt door Groot-Brittannië en de Verenigde Staten ingenomen. Hoewel beide aparte natiën zijn, zijn ze, doordat hun taal, hun erfdeel, hun beginselen en politiek dezelfde zijn, in elk opzicht als een dualistische wereldmacht te werk gegaan en hebben sinds hun geschillen in de oorlog van 1812 zijn opgelost, samengewerkt. Zo vermeldt de geschiedenis dat ze sinds de afkondiging van de Monroe-leer in 1823 in wereldaangelegenheden hetzelfde beleid hebben gevolgd, waarvan wij treffende voorbeelden hebben gedurende de eerste en tweede Wereldoorlog.
Van alle wereldmachten die deze wereldbol ooit hebben beheerst, vanaf Egypte tot nu toe, is deze Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht de grootste. Ze heeft zich verder verbreid dan enige andere macht en doordat ze het Heilige Roomse Rijk als de heersende wereldmacht opvolgde, werd ze de zevende wereldmacht in de bijbelprofetieën en in de geschiedenis. Dat ze hoornen als van een lam heeft, stemt overeen met de grootspraak van Engeland en Amerika dat ze alleen defensieve oorlogen hebben gestreden en geen veroveringsoorlogen hebben gevoerd. Zeker niet door militaire veroveringen als die van Alexander de Grote en Napoleon is Groot-Brittannië destijds een wereldmacht geworden, terwijl het later in het begin van de negentiende eeuw samen met de Verenigde Staten de Anglo-Amerikaanse wereldmacht vormde. Ze heeft haar doelstellingen als het ware met methoden als van een lam bereikt, door diplomatie, handel en religie. Hoewel ze zich dus als een lam heeft voorgedaan, heeft ze niettemin de stem van een draak gehad, een krachtige stem, een stem als die van de draak, Satan de Duivel.
Omdat dit beest met twee hoornen de huidige wereldmacht is, oefent het alle autoriteit van het eerste wilde beest en domineert het de rest van de wereld. Dank zij zijn vooraanstaande positie in Satans wereld hebben zijn doelstellingen en methoden de natiën van de wereld ertoe gebracht hun toewijding in plaats van aan God en zijn koninkrijk, aan Satans organisatie te schenken.
Het beest met de twee hoornen wordt in Openbaring 16:13, waar het als de ’valse profeet’ wordt betiteld in één adem genoemd met de draak en het wilde beest. Dat deze valse profeet inderdaad dezelfde is als het tweehoornige beest, blijkt zowel uit de tastbare feiten als uit de verwijzing ernaar in Openbaring 19:20 (NW), waar de valse profeet wordt afgeschilderd als de dader van de dingen waarvan in hoofdstuk 13 staat dat ze door het tweehoornige beest worden gedaan. „Het wilde beest werd gegrepen, te zamen met de valse profeet, die voor zijn aangezicht de tekenen verrichtte waarmee hij hen heeft verleid die het merkteken van het wilde beest hebben ontvangen.” Het wordt terecht een valse profeet genoemd, want het is als zegsman voor het wilde beest, Satans zichtbare organisatie, opgetreden, en dat met de stem van een draak. Het zal hetzelfde lot ondergaan als het wilde beest uit de zee, want „levend werden zij beiden geworpen in den poel des vuurs, die van zwavel brandt”. Elders wordt aangetoond dat deze poel des vuurs de tweede dood is, dat wil zeggen, de eeuwige vernietiging of ondergang. — Openb. 19:20; 20:14.