Wat heeft de christenheid voor u gedaan?
1. Wat werd Paulus’ gewoonte nadat hij tot het christendom was bekeerd?
IN DE twee voorgaande artikelen, waarin een overzicht werd gegeven van het leven van Christus Jezus, de Stichter van het christendom, en van Paulus, een volgeling en apostel van Christus Jezus, hebben wij geleerd dat het hun gewoonte was op elke sabbat naar het „huis van onze God” te gaan. Daar aanbaden zij Jehovah en predikten zij over Gods koninkrijk en hoe de mensen eeuwig leven konden verwerven. Paulus moest een grote verandering in zijn leven aanbrengen om een christen te worden, en hij was de eerste die dit toegaf. Toen hij aan de gemeente in Galatië schreef, zei hij: „Gij hebt natuurlijk gehoord van mijn vroegere levenswandel in het judaïsme, dat ik de gemeente van God tot het uiterste bleef vervolgen en verwoesten, en ik maakte grotere vorderingen in het judaïsme dan velen van mijn leeftijd in mijn ras, daar ik veel ijveriger was voor de overleveringen van mijn vaderen” (Gal. 1:13, 14, NW). Lukas bericht dat toen deze vervolger Damaskus naderde, er plotseling een helder licht om hem heen verscheen, waarna hij op de grond viel en Jezus tot hem sprak, zeggende: „Saulus, Saulus, Waarom vervolgt gij mij?” (Hand. 9:4, NW) Saulus werd tot het christendom bekeerd en hij heeft zijn ijver voor de bediening en de prediking in de synagogen nooit verloren. „Paulus dan ging volgens zijn gewoonte daar naar hen toe, en drie sabbatten achtereen redeneerde hij met hen aan de hand van de Schriften. . . . Dit had tot gevolg dat sommigen van hen gelovigen werden en zich bij Paulus en Silas aansloten, evenals een grote menigte van de Grieken die God aanbaden, en niet weinigen van de voornaamste vrouwen.” — Hand. 17:2-4, NW.
2. Wat kan het ware christendom thans voor de mensen doen?
2 Er bestaat een verschil tussen het christendom en de christenheid, die in de vierde eeuw G.T. begon. Daarom kan het onderwijs van het ware christendom thans hetzelfde voor de mensen doen als Paulus’ onderwijs voor de mensen in zijn tijd deed. Het kan joden, katholieken, protestanten, hindoes, moslims, boeddhisten en anderen tot ware christenen maken, althans wanneer zij willen luisteren en geloven. Paulus maakte Grieken, Romeinen en andere heidense aanbidders tot christenen. Paulus’ christelijke bediening had een uitwerking op alle soorten van mensen — mannen, vrouwen, jonge en oude personen, slaven en vrijen, joden en Grieken. Het christendom beperkt zich niet tot een speciale groep van mensen, want de uitnodiging strekt zich tot zovelen uit dat ze alle soorten van mensen omvat. Indien iemand deze uitnodiging aanvaardt en naleeft totdat hij de volledige zegeningen ervan ontvangt, zal zijn levenswijze erdoor worden veranderd. De verandering die zal worden aangebracht, zal aan liefde te danken zijn.
3, 4. Wanneer iemand wil dat het christendom van invloed is op zijn leven, wat wordt er dan van hem verlangd, en welke hoedanigheid is vooral noodzakelijk?
3 Wanneer alle soorten van mensen het Woord van God bestuderen en omgaan met christenen die het Woord van God hebben bestudeerd en in overeenstemming met de leerstellingen ervan leven, zullen zij bemerken dat hun persoonlijkheid een verandering ondergaat. Paulus zag in welke verandering een christen moest aanbrengen. Hij bracht deze verandering in zijn eigen leven aan! Daarom schreef hij „dat gij de oude persoonlijkheid, die met uw vroegere levenswandel overeenkomt en die naar haar bedrieglijke begeerten wordt verdorven, dient weg te doen, maar dat gij nieuw gemaakt dient te worden in de kracht die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid dient aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”. — Ef. 4:22-24, NW.
4 Deze nieuwe persoonlijkheid moest echt zijn. Het was niet slechts een vernisje, iets waarmee men kon pronken als was het een nieuw kledingstuk. Deze nieuwe persoonlijkheid moest worden ontwikkeld door liefde te tonen, de soort van liefde waarover Jezus sprak toen hij zei dat wij onze God met geheel ons hart, ons verstand, onze ziel en onze kracht moesten liefhebben en onze naaste moesten liefhebben als ons zelf (Matth. 22:37-39, NW). Paulus zette uiteen dat als iemand ook al is hij actief in de bediening, de gave heeft zich in verschillende talen goed uit te drukken en ’de talen van mensen en van engelen kan spreken, maar geen liefde heeft, hij een klinkend stuk koper of een rinkelende cimbaal is geworden’. — 1 Kor. 13:1, NW.
5. (a) Welke beweegreden ontbreekt vaak bij degenen die van hun materiële bezittingen geven om anderen te helpen? (b) Welke beweegreden bezitten dergelijke gevers vaak?
5 Paulus legde er de nadruk op dat dit beginsel van liefde uiterst belangrijk is in het leven van een christen, omdat liefde de drijfveer of beweegreden moet zijn bij alles wat iemand doet nadat hij zijn leven aan het doen van Gods wil heeft opgedragen en een christen is geworden. Vele filantropen in Paulus’ dagen leken veel op rijke mensen die in deze tijd aan de armen geven. Zelfs grote naties, die zich christelijk noemen, nemen van hun rijkdom, gewoonlijk hun voedseloverschotten, en geven dit aan de arme mensen van andere naties die honger lijden. Dit is heel vriendelijk en edelmoedig, maar welk nut werpt het voor de gevende natie af wanneer deze dingen niet uit liefde voor die armere natie worden geschonken? Het is precies zoals Paulus zegt: „Al geef ik al mijn bezittingen om anderen te spijzigen, . . . maar heb geen liefde, dan baat het mij in het geheel niet” (1 Kor. 13:3, NW). Hoe waar is dit! Vele mensen en naties hebben uit zelfzuchtige overwegingen, uit politieke overwegingen, voor het vergroten van persoonlijke macht of voor het verkrijgen van invloed over anderen van hun overvloed gegeven; indien het evenwel niet uit liefde wordt gedaan, welk nut werpt het dan voor hen af? Totaal niets! Ondanks het feit dat naties zoveel goeds doen voor andere naties, blijven ze onderling verdeeld. Waarom is dit zo? Er is geen liefde! Liefde is onontbeerlijk voor eenheid.
6. Tot in welke mate is Gods liefde voor de mensheid ten toon gespreid?
6 Wat heeft de christenheid derhalve voor u gedaan? Bent u veranderd? Hebt u geleerd mensen of hele naties lief te hebben? Indien u ’het huis van onze God niet hebt veronachtzaamd’ (Neh. 10:39, NW), bent u tegen deze tijd gaan beseffen dat Jehovah ’God liefde is’ (1 Joh. 4:8, NW). U dient te hebben geleerd dat ook al is de eerste mens, Adam, tegen zijn Maker opgestaan en heeft hij zonde en de dood over de mensheid gebracht, de liefde van God nooit is veranderd. Iemands gebrek aan liefde heeft totaal geen invloed op Jehovah’s persoonlijkheid. Jehovah’s hoogstaande beginselen, die het leven overal in het universum besturen, kwamen niet in het gedrang toen de mens haat of gebrek aan liefde jegens God begon te ontwikkelen of er blijk van gaf een hekel aan zijn medeschepselen te hebben. Door naar Gods huis te gaan, zult u veeleer hebben geleerd dat „God . . . de wereld zozeer [heeft] liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Joh. 3:16, NW). Kunt u deze verklaring bijna niet geloven? Iedereen die de vergaderingen in een Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen bijwoont, zal stellig meer gaan leren over God en hoe hij de wereld der mensheid zozeer heeft liefgehad dat hij zijn allereerste schepping, het Woord, heeft gezonden en er regelingen voor heeft getroffen dat deze persoon, „zijn eniggeboren Zoon”, uit de maagd Maria werd geboren, opdat hij de zonde van de wereld kon wegnemen (Joh. 1:1; Openb. 3:14; 19:13, NW). Dit was nog eens een bewijs van liefde! Johannes schreef: „Hierdoor werd de liefde Gods in ons geval openbaar gemaakt, dat God zijn eniggeboren Zoon naar de wereld heeft uitgezonden, opdat wij door bemiddeling van hem leven zouden verwerven.” — 1 Joh. 4:9, NW.
DE NOODZAAK VAN GELOOF
7. Op welke wijze legde Jezus in zijn gesprek met Martha de nadruk op de belangrijkheid van geloof?
7 Het ware christendom kan u helpen inzien dat Gods liefde zo ver reikt, dat ze ook u kan omvatten. Gods Zoon heeft zijn leven bereidwillig afgelegd om de mensheid los te kopen. Daar behoort ook u toe wanneer u geloof oefent (Joh. 3:16, NW). Toen Martha’s broer Lazarus was gestorven, maakte Jezus tegenover haar de volgende opmerking over geloof: „’Uw broer zal opstaan.’ Martha zei tot hem: ’Ik weet dat hij zal opstaan in de opstanding op de laatste dag.’ Jezus zei tot haar: ’Ik ben de opstanding en het leven. Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen; en een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven. Gelooft gij dit?’” — Joh. 11:23-26, NW.
8, 9. Welke grote macht spreidde Jezus ten behoeve van Lazarus ten toon, en op welke wijze was dit van Jezus’ kant een daad van liefde?
8 Lazarus werd uit de doden opgewekt, en Jezus verrichtte dit verbazingwekkende wonder, door Gods macht, voor de ogen van een grote schare mensen. Jezus zei tot Martha bij Lazarus’ graf: „Heb ik u niet gezegd dat gij de heerlijkheid Gods zoudt zien indien gij zoudt geloven?” „Daarom namen zij de steen weg. Toen sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei: ’Vader ik dank u dat gij mij hebt verhoord. Ik wist wel dat gij mij altijd verhoort, maar ter wille van de schare die rondom staat, heb ik gesproken, opdat zij zouden geloven dat gij mij hebt uitgezonden.’ En toen hij deze dingen had gezegd, riep hij met een luide stem: ’Lazarus, kom naar buiten!’ De man die dood was geweest, kwam naar buiten, zijn voeten en handen met zwachtels gebonden en een doek om zijn gelaat gebonden. Jezus zei tot hen: ’Maakt hem los en laat hem gaan.’ Velen van de joden dan die naar Maria waren gekomen en aanschouwden wat hij had gedaan, stelden geloof in hem; maar sommigen van hen gingen naar de Farizeeën en vertelden hun de dingen die Jezus had gedaan.” — Joh. 11:40-46, NW.
9 Hiervóór had Jezus gezegd dat „het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens, zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels” (Joh. 5:28, 29, NW). Jezus bewees daadwerkelijk dat deze verklaring zou worden verwezenlijkt door wat hij met betrekking tot de opstanding van Lazarus tot stand bracht. Deze ene daad van het uit de doden opwekken van Lazarus vormde stellig een bewijs van Jezus’ liefde. Jezus verwachtte niet dat Lazarus hem wegens deze goede daad een gunst zou bewijzen. Door dit wonder te verrichten, schonk hij heerlijkheid aan zijn Vader in de hemel, want hij toonde de mensheid hierdoor welke wonderbaarlijke dingen God door middel van zijn koninkrijk tot stand zou brengen wanneer het mensengeslacht hier op aarde tot volmaakt leven wordt hersteld en de doden worden opgewekt om op deze aarde, die als een roos zal bloeien, de toestand van volmaaktheid te bereiken. Zou u dit geen liefde noemen?
10. Indien u aan Gods liefde voor de mensheid twijfelt, waar zou dan de moeilijkheid kunnen liggen?
10 Gelooft u dat Jehovah God de mensheid zozeer liefheeft? Wanneer u hierover in twijfel verkeert, komt dit naar alle waarschijnlijkheid omdat u niet regelmatig naar het „huis van onze God” gaat en het Woord van God leest of deze schriftuurlijke dingen met anderen bespreekt, als gevolg waarvan uw geloof in Gods Woord opgebouwd kan worden. Misschien bent u wel dezelfde gedachte toegedaan als sommigen van de geestelijken in de christenheid, die zeggen dat vele in de bijbel opgetekende dingen niet waar zijn en nooit werkelijk zijn gebeurd. Wie heeft deze twijfel in uw geest gezaaid? Niet u zelf door Gods Woord te bestuderen, maar naar alle waarschijnlijkheid zijn het juist degenen die belijden de onderwijzers in de christenheid te zijn. Jezus zei in zijn dagen over de religieuze leiders: „Gij zijt uit uw vader de Duivel, en gij wenst de begeerten van uw vader te doen.” — Joh. 8:44, NW.
11. Welke tot nadenken stemmende vragen rijzen er nogmaals in onze geest?
11 Wat heeft de christenheid voor u gedaan? Twijfel in uw geest gezaaid? Of gelooft u Gods geschreven Woord? Is Christus Jezus een werkelijkheid voor u? Gelooft u dat hij voor de mensheid is gestorven? Gelooft u dat God u zozeer heeft liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft verschaft en dat hij de macht bezit om degenen die sterven, uit de doden op te wekken? Als uw geloof zo sterk en uw liefde zo groot is, zult u datgene wat u gelooft, dan aan anderen vertellen? Een christen zal dit beslist doen!
IN LIEFDE GROEIEN
12. Hoe kan iemand zijn vermogen om christelijke liefde te oefenen, verbeteren?
12 U kunt uw liefde alleen maar doen groeien door de liefde die u bezit, aan het werk te zetten. Hier is tijd voor nodig, maar het ís mogelijk wanneer u beseft dat liefde op beginselen is gebaseerd. Liefde schijnt het toppunt of doel te zijn in de vooruitgang die door een christen wordt gemaakt bij het aandoen van „de nieuwe persoonlijkheid . . ., die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”. — Ef. 4:24, NW.
13. Welke definitie geeft Websters Dictionary van het Griekse woord agape, en op welke wijze heeft God een dergelijke liefde getoond?
13 Toen Petrus aan christenen van zijn tijd schreef, toonde hij aan welke vooruitgang er verwacht kan worden wanneer iemand geloof bezit. Hij zei het volgende: Gij moet „bij uw geloof deugd voegen, bij uw deugd kennis, bij uw kennis zelfbeheersing, bij uw zelfbeheersing volharding, bij uw volharding godvruchtige toewijding, bij uw godvruchtige toewijding broederlijke genegenheid, bij uw broederlijke genegenheid liefde” (2 Petr. 1:5-7, NW). Het woord liefde is in de Griekse taal agape. Volgens Webster’s Third New International Dictionary is agape „spontane, onzelfzuchtige liefde die vrijelijk tot uitdrukking wordt gebracht, zonder rekening te houden met de kosten of winst voor de gever of de verdienste van de ontvanger”. Dit is de soort van liefde die Jehovah voor de zondige wereld der mensheid aan de dag heeft gelegd. Het was een liefde die vrijelijk tot uitdrukking werd gebracht, zonder de kosten of winst te berekenen. De tot uitdrukking gebrachte liefde was niet iets waarop de ontvanger recht kon laten gelden. God was beslist niet verplicht er regelingen voor te treffen dat de zonde van de wereld zou worden weggenomen. Het was iets dat de mensheid ontvangt, maar het is onverdiend. Is dat de soort van liefde die wij jegens elkaar en jegens God aan de dag leggen?
14. Wat zei Jezus over het tonen van liefde?
14 Jezus spreidde deze soort van liefde, die op beginselen is gebaseerd, ten toon. Indien een christen in Jezus’ voetstappen treedt, dient hij er blijk van te geven dat hij een zekere vooruitgang maakt in liefde. Dan doet het christendom iets voor hem. Jezus legde in zijn bergrede de volgende verbazingwekkende verklaring af: „Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: ’Gij moet uw naaste liefhebben en uw vijand haten.’ Ik zeg u echter: Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen, opdat gij er blijk van moogt geven zonen te zijn van uw Vader, die in de hemelen is, want hij laat zijn zon opgaan over goddelozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als gij liefhebt die u liefhebben, wat voor beloning hebt gij dan? Doen ook de belastinginners niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen ook de mensen der natiën niet hetzelfde? Gij moet daarom volmaakt zijn, evenals uw hemelse Vader volmaakt is.” — Matth. 5:43-48, NW.
15. Op welke wijze kan een christen deze hoedanigheid van liefde ten toon spreiden?
15 Jehovah is volmaakt in het tot uitdrukking brengen van zijn liefde! Hij heeft zijn eniggeboren Zoon gegeven. God was onzelfzuchtig, de mensheid ontving alle voordelen. Hoe kan een christen in zijn liefde volmaakt zijn, evenals de hemelse Vader volmaakt is? Wanneer een christen zijn vijanden en degenen die hem vervolgen, kan liefhebben en voor hen kan bidden, begint hij dezelfde soort van liefde aan de dag te leggen die zijn hemelse Vader bezit. Jehovah, de Schepper van onze aarde en het gehele universum, laat de zon zowel over de goddelozen als de goeden opgaan. Er wordt geen onderscheid gemaakt. Hij laat de regen zowel op het land van de rechtvaardigen als dat van de onrechtvaardigen vallen. Hij legt in het geheel geen partijdigheid aan de dag. Zijn liefde is verreikend. Heeft het feit dat u Gods Woord hebt bestudeerd en onder christelijke mensen leeft, uw persoonlijkheid zodanig veranderd dat u deze soort van liefde bezit?
16. Hoe verwerft men de soort van liefde die een christen dient te bezitten?
16 Christenen dienen beslist een dergelijke liefde te bezitten om eeuwig leven te kunnen verwerven. Heeft uw „christendom” u ertoe gebracht uw vijand lief te hebben, degenen lief te hebben die u vervolgen en uw naaste lief te hebben? Als het dat niet heeft gedaan ontbreekt het u wellicht aan geloof, deugd, kennis en enkele andere dingen die in Gods Woord worden genoemd. Misschien moet u meer over zijn beginselen van waarheid en rechtvaardigheid te weten komen. Daarom zei Paulus in zijn brief aan de Filippenzen het volgende: „Dit blijf ik bidden, dat uw liefde steeds overvloediger mag zijn met nauwkeurige kennis en volledig onderscheidingsvermogen, dat gij u van de belangrijkere dingen moogt vergewissen, zodat gij tot op de dag van Christus onberispelijk moogt zijn en anderen niet tot struikelen brengt, en vervuld moogt zijn met rechtvaardige vruchten, welke door bemiddeling van Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God” (Fil. 1:9-11, NW). Uit Paulus’ argument blijkt dat liefde groeit. Ze breidt zich uit en wordt overvloediger. Wanneer er liefde wordt beoefend, nemen zowel kennis als inzicht in alle opzichten toe. The New English Bible geeft deze passage als volgt weer: „Dit is mijn gebed, dat uw liefde steeds rijker mag worden in alle soorten van kennis en inzicht en u aldus de gave van werkelijk onderscheidingsvermogen mag schenken. Dan zult gij op de Dag van Christus onberispelijk en zonder blaam zijn en de volledige oogst binnenhalen van rechtvaardigheid die komt door bemiddeling van Jezus Christus, tot heerlijkheid en lof van God.” In de voetnoot van The New English Bible wordt over het woord „onderscheidingsvermogen” gezegd: „Of, moge ze u door ervaring leren welke dingen het meest de moeite waard zijn.”
17. Wat zal liefde u nog meer helpen inzien?
17 Een nauwkeurige kennis van het Woord van God zal u derhalve helpen in liefde te groeien. Deze liefde zal u helpen inzien hoe wonderbaarlijk het is dat God het zowel op de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen laat regenen. U zult blij zijn dat de gewassen van de gehele mensheid door de zon worden beschenen en door de regen nat worden gemaakt, zodat de mensen kunnen eten. Als God deze goede dingen kan doen, wat dient een christen dan te doen? Heeft uw „christendom” u erop uitgestuurd om het goede nieuws van Gods koninkrijk in de gehele wereld bekend te maken? Heeft het u tot een bedienaar van het evangelie gemaakt? Hebt u er moeite voor gedaan enkele mensen tot discipelen te maken door hun in de geboden die Christus Jezus u heeft geleerd, te onderwijzen?
WAT LIEFDE IN 1965 TOT STAND HEEFT GEBRACHT
18, 19. Hoe hebben Jehovah’s getuigen getracht liefde te oefenen, en welke toename is hun als resultaat hiervan ten deel gevallen?
18 Met de bijbel in de hand zijn Jehovah’s getuigen gedurende hun afgelopen dienstjaar naar de einden van de aarde getrokken, ja, zij hebben zowel in vijandelijk gezinde landen als in landen die hun vriendelijk waren gezind, gepredikt. Met een van liefde vervuld hart hebben zij onder leiding van 92 bijkantoren van de Watch Tower Bible and Tract Society in 197 verschillende landen het goede nieuws van Gods koninkrijk bekendgemaakt.
19 Slechts tien jaar geleden, in 1955, predikten 570.694 getuigen van Jehovah elke maand geregeld van huis tot huis. Nu, in 1965, maakten echter 1.034.268 personen het goede nieuws over de gehele wereld bekend, aangezien de honderdduizenden die zich bij Jehovah’s getuigen hebben gevoegd, eveneens de liefde van God in hun hart bezitten.
20, 21. Welke andere feiten uit hun velddienstrapport over het dienstjaar 1965 tonen aan dat zij liefde voor God en hun naaste hebben geoefend?
20 Jehovah God heeft zijn getuigen er rijkelijk voor gezegend dat zij jegens hun vijanden en degenen die hen vervolgden, liefde aan de dag hebben gelegd, want velen die hun boodschap tegenstonden, zijn nu naar hun boodschap gaan luisteren en hebben hun leven aan Jehovah God opgedragen. Gedurende het afgelopen dienstjaar werden er zelfs 64.393 personen gedoopt, waardoor dezen te kennen gaven dat zij hun leven aan Jehovah God hadden opgedragen. Door het Woord van God te bestuderen, verwerven zij nu een nauwkeurige kennis van Jehovah, zijn Zoon en zijn werk, terwijl zij dezelfde soort van liefde ten toon spreiden welke ook door degenen die reeds vele jaren met Jehovah’s getuigen zijn verbonden, aan de dag wordt gelegd. Ten einde hun liefde voor de mensheid te tonen, hebben Jehovah’s getuigen er gedurende de twaalf maanden van het dienstjaar 1965 171.247.644 uren aan besteed van huis tot huis te gaan en de mensen thuis op te zoeken om bijbelstudies bij hen te leiden. Zij hebben bij geïnteresseerde personen 59.165.475 nabezoeken gebracht, terwijl zij gedurende het gehele jaar wekelijks 770.595 bijbelstudies leidden in de huizen van geïnteresseerde mensen. Deze studies worden aan de hand van de bijbel en bijbelse studieboeken geleid.
21 Ten einde degenen te helpen die zelfs geen tijd hebben om een uur per week te studeren, zijn er miljoenen exemplaren van boeken en brochures in 164 verschillende talen bij de mensen achtergelaten, ja, Jehovah’s getuigen hebben over de gehele wereld 4.450.687 gebonden boeken, 12.326.060 brochures en 135.397.426 tijdschriften kunnen verspreiden. Bovendien hebben zij 1.614.146 abonnementen kunnen afsluiten op de twee prachtige tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt!
22. Welke kosten hebben de getuigen van Jehovah, afgezien van het feit dat zij hun bediening gratis verrichten, persoonlijk gedragen ten einde te prediken?
22 Met het oog hierop heeft de Watch Tower Bible and Tract Society gedurende het dienstjaar 1965 119.238.970 exemplaren van De Wachttoren en 110.379.879 exemplaren van het tijdschrift Ontwaakt! in haar drukkerijen moeten drukken. Het Genootschap heeft in totaal dus 229.618.849 tijdschriften gedrukt die door middel van abonnementen en de verspreiding van losse exemplaren over de gehele wereld zijn verspreid. Jehovah’s getuigen verrichten dit grote getuigeniswerk geheel en al vrijwillig. Zij worden niet voor hun van-huis-tot-huiswerk betaald. Bovendien besteden zij veel geld aan benzine, tram- en busritten en vervoer door middel van andere transportmiddelen om de mensen overal met het goede nieuws te bereiken. Zij hebben heel wat schoenzolen versleten wanneer zij in dorpen, grote steden en landelijke gebieden grote afstanden aflegden om met de mensen over het goede nieuws van Gods koninkrijk te spreken. Gods liefde strekt zich tot de gehele mensheid uit, en indien ware christenen zijn christelijke getuigen willen zijn, moeten ook zij hun liefde ten toon spreiden.
23. Waarom blijven zij prediken, ook al moeten zij vervolging verduren?
23 Jehovah’s getuigen zullen dit werk blijven verrichten, omdat zij God, hun medemensen, hun vijanden en degenen die hen vervolgen, liefhebben. Ook al is vervolging zo hevig dat dit voor sommigen van Jehovah’s volk de dood tot gevolg heeft, toch zullen degenen die in leven blijven, het goede nieuws van Gods koninkrijk blijven prediken.
24. Hoevelen waren aanwezig tijdens de Gedachtenisviering op 16 april 1965, en hoevelen beleden leden van de hemelse „bruid” van Christus te zijn?
24 Welk een belangstelling de mensen voor het werk van Jehovah’s getuigen hebben, blijkt wel uit het feit dat 1.933.089 personen op 16 april 1965 de Gedachtenisviering ter herdenking van de dood van Christus Jezus in de Koninkrijkszalen en andere vergaderplaatsen die Jehovah’s getuigen voor die speciale gelegenheid gebruikten, hebben bijgewoond. Van dit aantal gebruikten slechts 11.550 personen van de symbolen van het brood en de wijn, waarmee zij te kennen gaven dat zij tot de „bruid” van Christus behoren en verwachten medeërfgenamen te zullen zijn met Christus Jezus in hemelse heerlijkheid en met hem als koningen en priesters te regeren. Dit is slechts een overblijfsel van de 144.000 personen die, zoals Christus Jezus in Openbaring te kennen gaf, uit de gehele mensheid uitverkoren zouden worden om in hemelse heerlijkheid met hem verenigd te worden en te zamen met hem duizend jaar lang over de aarde te regeren. Gedurende deze tijd zullen allen die zich in Sjeool bevinden, uit de doden worden opgewekt; wat zal er gedurende die duizendjarige periode een opvoedkundig werk verricht moeten worden!
25. Waartoe worden mensen van alle religies aangespoord?
25 Wat heeft uw religie — ongeacht of deze nu christelijk, hindoeïstisch, boeddhistisch, islamitisch of nog anders is — voor u gedaan? Heeft ze ware liefde in u wakker geroepen, liefde voor uw naaste, liefde voor uw vijanden, liefde voor degenen die u vervolgen? Heeft ze u ertoe gebracht erop uit te trekken en mensen van alle naties tot discipelen te maken en hun de liefde van God en de liefde van zijn Zoon Christus Jezus te leren kennen? Heeft uw religie een nieuwe persoonlijkheid in u ontwikkeld, als gevolg waarvan u liefde bezit voor de gehele mensheid? Indien ze dit niet heeft gedaan, wees er dan niet nalatig in Jehovah God met Jehovah’s getuigen in hun Koninkrijkszalen te aanbidden, maar leer hoe u God en de gehele mensheid kunt liefhebben. Dan zult u zien wat het christendom — niet de christenheid — voor u kan doen.
[Tabel op blz. 184-187]
WERELDOMVATTEND VELDDIENSTBERICHT VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER HET DIENSTJAAR 1965
(Zie ingebonden jaargang)