Griekenland dreigt met gewettigde moord
OP 8 augustus 1966 werd de tweeëntwintigjarige Christos Kazanis door een militair gerechtshof in Athene, Griekenland, ter dood veroordeeld. Was hij een verachtelijke misdadiger, wellicht een moordenaar? Neen, zijn „misdaad” in de ogen van de Griekse regering was, dat hij wegens een krachtige geloofsovertuiging weigerde wapens te dragen. Dit vonnis werd uitgesproken nadat Kazanis wegens gewetensbezwaren reeds een straftijd van twee jaar in de gevangenis had uitgezeten!
Dit is niet de eerste maal dat een Grieks gerechtshof een van Jehovah’s getuigen wegens gewetensbezwaren tegen de militaire dienst ter dood heeft veroordeeld. Ongeveer zes maanden daarvoor was nog een doodvonnis uitgesproken, namelijk tegen George Roussopoulos. Na een herziening van het proces werd zijn vonnis echter verzacht tot zeven jaar gevangenisstraf, die hij thans uitzit.
Vele afzonderlijke personen, organisaties en regeringsfunctionarissen over de hele wereld waren geschokt door wat er in Griekenland gebeurde. Het is waarlijk ontstellend dat een land dat zich erop beroept de „bakermat der democratie” te zijn, dreigt met hetgeen neerkomt op gewettigde moord, moord op zijn eigen vreedzame burgers!
Zelfs nog laakbaarder zijn de religieuze leiders van de Orthodoxe Kerk in Griekenland. Vooral zij hebben het erop aangelegd door middel van de regering te trachten Jehovah’s getuigen de mond te snoeren. Duidelijk kwam dit naar voren toen de orthodoxe primaat van Griekenland, aartsbisschop Chrysostomos, vragen werden gesteld over het doodvonnis voor Kazanis. De aartsbisschop zei: „De Grieks-Orthodoxe Kerk beschouwt de leden van deze ketterij als vijand No. 1.” Aantonend hoe de Grieks-Orthodoxe Kerk de staat als haar werktuig heeft trachten te gebruiken, zei de aartsbisschop: „Wij hebben herhaaldelijk een beroep gedaan op de autoriteiten om tussenbeide te komen en degenen van hen die zich met proselitisme bezighouden, te vervolgen of te arresteren.”
Een voorbeeld hiervan vond plaats in 1963, toen volgens de New York Times van 17 augustus 1966 „de Griekse regering, onder krachtige druk van [de Grieks-]orthodoxe organisatie, haar toestemming voor een internationaal congres van Jehovah’s getuigen in Athene tien dagen voordat het zou beginnen, introk”. Vijftienhonderd afgevaardigden waren op dat moment reeds in Athene of onderweg.
Over het doodvonnis van Kazanis zei aartsbisschop Chrysostomos: „De kerk wenst in de beslissing van de staat, dat wil zeggen, het militaire recht, niet tussenbeide te komen.” Hij beschouwt het als „recht” voor de Griekse regering, een man te vermoorden omdat hij in zijn leven de gehoorzaamheid aan de wet van God op de eerste plaats stelt!
Wie waren het die in de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening van wereldlijke regeringen gebruik maakten om anderen te vervolgen? Jezus Christus en zijn discipelen? Beslist niet! Het waren de religieuze geestelijken, vijanden van Jezus, die de Romeinse regering gebruikten om Jezus en de eerste christenen te vervolgen! Toen de Romeinse bestuurder vroeg wat hij met Jezus zou doen, waren het de fanatieke priesters die uitriepen: „Aan de paal met hem!” — Matth. 27:20-23.
Wat geleken zij op de tegenwoordige leiders van de Orthodoxe Kerk in Griekenland! Evenals de religieuze huichelaars in Jezus’ dagen, wensen ook zij onschuldige mensen te vermoorden die gewetensvol trachten de wil van God te doen. En evenals in Jezus’ dagen, bedienen deze Griekse geestelijken zich van de staat, opdat deze voor hen het vuile werk kan opknappen.
Denkt u echter niet dat dit de almachtige God van het universum ongemerkt voorbijgaat. Op zijn vastgestelde tijd zal hij hen die onschuldigen vervolgen, ter verantwoording roepen. Bijbelse profetieën verklaren met stelligheid, net alsof het reeds had plaatsgevonden, dat God ’het bloed van zijn slaven heeft gewroken’ (Openb. 19:2). Deze uitdrukking van wraak zal weldra aan het einde van dit samenstel van dingen komen, wanneer God de vernietiging brengt over de religieuze stelsels die zijn dienstknechten vervolgen. — Openb. 18:8.
Uit verontwaardiging over het doodvonnis zonden verscheidene leden van het Britse parlement protesttelegrammen aan de koning van Griekenland, en in verschillende delen van de wereld hebben diverse organisaties voor Griekse ambassades gedemonstreerd. In Nederland werden zelfs stenen door de ramen van de Griekse ambassade geworpen. Maar Jehovah’s getuigen namen niet aan deze gewelddadigheden deel, en evenmin deden zij mee aan protestmarsen die in New York en elders op touw werden gezet.
Ook in dit opzicht zijn Jehovah’s getuigen evenwel door de Griekse pers gelasterd. In het Atheense nieuwsblad Eleftheros Kosmos vermeldde een schreeuwende kop: „Jehovah’s getuigen bekogelden ons consulaat in Amsterdam met stenen.” Toch stond er in het genoemde artikel te lezen: „Vannacht werden door onbekenden stenen door de ramen van het plaatselijke Griekse consulaat gegooid.” Het blad geeft toe dat op dat moment de personen onbekend waren. De bevooroordeelde redacteur zette echter boven het artikel een kop met de bewering dat Jehovah’s getuigen het waren die de ambassade met stenen hadden bekogeld! Politieautoriteiten in Amsterdam verklaren evenwel nadrukkelijk dat het niet Jehovah’s getuigen waren die voor de ambassade hebben gedemonstreerd en deze met stenen hebben bekogeld, maar een groep die als „Provo’s” bekendstaat.
Het doodvonnis van Kazanis heeft de reputatie van de Griekse regering nog verder geschaad. Een redactioneel artikel in de Engelse Manchester Guardian van 16 augustus toonde dit aan met de volgende verklaring: „Niet voor de eerste maal hebben de Grieken een gewetensbezwaarde ter dood veroordeeld . . . dit strenge vonnis, waartoe door een militair gerechtshof van een van onze NATO-bondgenoten werd besloten, is schokkend. Wij zijn met Griekenland verbonden om ons in een gemeenschappelijke verdediging tegen aanvallen van buitenaf te beschermen en om de vrijheidsidealen te behouden die, naar men beweert, in de gewoonten en rechten der oude Grieken lagen opgesloten doch in het Griekenland van thans nogal eens schijnen te ontbreken. Indien de Griekse regering en de militaire autoriteiten zo ongevoelig zijn voor de eisen van het geweten dat zij zulk een verschrikkelijk vonnis kunnen steunen, lijdt het geen twijfel dat Griekenland, evenals Portugal, zal bemerken dat het door de opinie van menselijkheid en menslievendheid wordt verworpen en binnen de westelijke alliantie alleen komt te staan. Evenals de vorige keer wordt het vonnis wellicht verzacht tot . . . gevangenisstraf. Hoewel minder wreed, is dit echter nog geen reclame voor een samenleving in vrijheid.”
Op 30 augustus werd de zaak door een Grieks militair gerechtshof opnieuw in behandeling genomen, als gevolg waarvan het vonnis werd verzacht tot vier en een half jaar gevangenisstraf. Wat betekent dit? Niet alleen maar enkele jaren in de gevangenis, maar het betekent ook dat Kazanis, wanneer hij wordt vrijgelaten, dezelfde ellende helemaal opnieuw zal moeten meemaken! Is er iets wat u in verband hiermee zou kunnen doen? Jazeker.
U kunt aan elk van de volgende Griekse regeringsfunctionarissen een protestbrief sturen: Koning Constantijn, Koninklijk Paleis, Athene, Griekenland; Premier Stefanos Stefanopoulos, Athene, Griekenland; en eveneens aan de Griekse ambassadeur of consul in uw eigen land. Wij moedigen u aan dit thans te doen. Op deze manier kunt ook u uw stem van protest verheffen tegen het feit dat de Griekse regering ermee voortgaat met moord op onschuldige christenen te dreigen.