De voordelen van ’s mensen millennium
1. (a) Wat geeft de bijbel te kennen omtrent de vraag of door de strijd van Armageddon de gehele aarde zonder bewoner zal worden gelaten? (b) Wie zullen de eerste onderdanen zijn over wie Christus gedurende het millennium zal regeren?
BETEKENT de vernietiging van Babylon de Grote en de strijd van Armageddon het wegvagen van het mensdom? Zal door die gebeurtenissen de hele aarde zonder bewoner worden gelaten? Zal zelfs het overblijfsel van Christus’ getrouwe gemeente van 144.000 volgelingen niet op aarde worden gelaten, ter rechtvaardiging van de beschermende macht van de Almachtige God over hen? Als antwoord geeft de bijbel krachtig te kennen dat een overblijfsel van deze hemelse Koninkrijkserfgenamen door de oorlog van Armageddon heen voor aardse dienst gespaard zal worden, vóór hun aardse overlijden en hun opstanding en verheerlijking in de hemel. Ook zal een „grote schare” van opgedragen en gedoopte christelijke metgezellen met hen Armageddon overleven. Deze laatsten zullen de eerste menselijke onderdanen op aarde zijn over wie Christus, tot zegening van de mensheid, zal regeren. Wat is een koninkrijk zonder onderdanen? — Spr. 14:28.
2. Wie vormen deze „grote schare”, en wat bedoelt Openbaring 7:14 wanneer er staat dat zij „uit de grote verdrukking” komen?
2 De Apocalypse of het boek Openbaring toont zelf aan dat er menselijke overlevenden zullen zijn van de oorlog van Armageddon en het in de afgrond opsluiten van Satan. Openbaring hoofdstuk zeven maakt duidelijk dat deze overlevenden verschillen van de 144.000 geestelijke Israëlieten, de mede-koningen van Jezus Christus. Zij zijn een internationale „grote schare” en belijden dat zij onderdanen zijn van God en zijn Christus, en Openbaring 7:14 verklaart: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen.” Dit betekent meer dan dat zij gedurende de tijd van de „grote verdrukking” waarmee dit wereldse samenstel van dingen eindigt, te voorschijn zijn gekomen om zich aan de zijde van God en zijn Christus te scharen. Het betekent dat zij die verdrukking onder Gods bescherming ook zullen overleven en zullen voortleven tot in het nieuwe samenstel van dingen dat op aarde volgt. Zij aanbidden en dienen God in zijn geestelijke tempel en volgen het Lam Jezus Christus als een Herder, die hen naar levengevende wateren voert. — Openb. 7:9-17.
3. Hoe gaf Jezus in Matthéüs 24:21, 22, 37-39 de sterke aanwijzing dat er overlevenden van de strijd van Armageddon zouden zijn?
3 In zijn profetie betreffende het einde van dit samenstel van dingen geeft de „voortreffelijke herder” Jezus Christus te kennen dat er overlevenden van de „grote verdrukking” zouden zijn, toen hij zei: „Er zal dan zulk een grote verdrukking zijn als er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.” En toen Jezus eraan toevoegde dat het in de dagen van zijn onzichtbare tweede tegenwoordigheid precies zo zou zijn als in de dagen van Noach, gaf hij de sterke aanwijzing dat er overlevenden van de grote verdrukking zouden zijn, aangezien zowel Noach als de zeven leden van zijn gezin de vloed overleefden waarmee de goddeloze wereld van zijn dagen werd vernietigd (Matth. 24:21, 22, 37-39). Na de vloed, toen Noach en zijn gezin de ark uitkwamen en de gereinigde aarde betraden, zei God hun wat zij moesten doen (Gen. 9:1-17). Het zal voor de overlevenden van de grote verdrukking niet minder noodzakelijk zijn nieuwe en passende instructies te krijgen.
4. Welke stand van zaken zal het passend maken dat Christus de aangelegenheden in handen neemt en de overlevenden van Armageddon gaat regeren?
4 Zekere vooraanstaande personen van tegenwoordig zullen de vernietiging van Babylon de Grote en de vernietiging van de aardse koningen en hun legers en aanhangers in de oorlog van Armageddon niet overleven. De religieuze heersers van het Babylonische wereldrijk van valse religie en de politieke en militaire regeerders die oorlog voeren tegen het hemelse koninkrijk van God en zijn Christus, zullen niet in leven blijven (Openb. 17:14; 19:19-21). Daarna zal aan Satan, „de regeerder van deze wereld”, de „god van dit samenstel van dingen”, doordat hij in de afgrond wordt gesloten, alle contact met de mensheid worden ontnomen (Joh. 12:31; 14:30; 2 Kor. 4:4). Die stand van zaken zal het zeer passend maken dat Jezus Christus de aangelegenheden in handen neemt en voor hen die op aarde in leven blijven, in de behoefte aan een nieuwe, rechtvaardige, volmaakte regering voorziet.
5. Wat zegt Openbaring 20:4-6 over deze regering die er nodig is?
5 Na te hebben beschreven hoe Satan voor duizend jaar in de afgrond wordt geworpen, vertelt Openbaring hoofdstuk twintig ons over deze nieuwe regering die er nodig is; de apostel Johannes zegt namelijk: „En ik zag tronen, en er waren er die daarop gingen zitten, en hun werd macht gegeven om te oordelen. Ja, ik zag de zielen van hen die met de bijl ter dood waren gebracht wegens het getuigenis dat zij hadden afgelegd omtrent Jezus en wegens het spreken over God, en hen die noch het wilde beest noch zijn beeld hadden aanbeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand hadden ontvangen. En zij kwamen tot leven en regeerden als koningen met de Christus, duizend jaren lang. (De overigen der doden kwamen niet tot leven totdat de duizend jaren geëindigd waren.) Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig is een ieder die deel heeft aan de eerste opstanding; over dezen heeft de tweede dood geen autoriteit, maar zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaren met hem als koningen regeren.” — Openb. 20:4-6.
6. Wat is deze „eerste opstanding”, wanneer vindt ze plaats, en waarom?
6 In die verzen 20:4-6 betekent de „eerste opstanding” geen symbolische opstanding, dat wil zeggen, de geestelijke wedergeboorte van christenen door de waterdoop, zoals de rooms-katholieke kerkvader Augustinus in zijn boek De Civitate Dei zegt. (Zie bladzijde 1, paragraaf 14.) Het is een letterlijke opstanding van die gelukkigen en heiligen. Ze vindt plaats, zoals Jezus zegt, in „de laatste dagen”, bij zijn tweede komst en tegenwoordigheid welke op onzichtbare wijze plaatsvinden. Dán, bij de roep van zijn stem, zullen deze dode heiligen ’tot leven komen’ en met Christus in zijn hemelse koninkrijk gaan regeren (Joh. 5:28, 29). Zij zijn stellig niet vóór de waterdoop met de bijl ter dood gebracht wegens het afleggen van getuigenis omtrent Jezus en het spreken van Gods Woord. Stellig hadden zij niet vóór de waterdoop de beproeving doorstaan om niet het „wilde beest” en zijn „beeld” te aanbidden en niet het karakteristieke merkteken van het beest of het beeld op hun voorhoofd of in hun hand te ontvangen. Die beproeving kwam na de doop.
7. (a) Waarom wordt deze opstanding de „eerste” genoemd? (b) Hoe betonen zij die er deel aan hebben, zich zulk een opstanding waardig?
7 Deze „eerste opstanding” wordt zo genoemd ter onderscheiding van de opstanding van de „overigen der doden”, waarvan wordt gezegd dat zij niet tot leven komen „totdat de duizend jaren geëindigd waren”. Deze opstanding van de gelukkigen en heiligen is dus „eerst” wat betreft tijd en belangrijkheid, want „over dezen heeft de tweede dood geen autoriteit”. Bij hun opstanding uit de doden worden zij bekleed met onsterfelijkheid zowel als met onverderfelijkheid. Dit is in feite de opstanding die door de apostel Paulus in 1 Korinthiërs hoofdstuk vijftien, de verzen vijfendertig tot en met vierenvijftig, wordt beschreven. Het is de opstanding waarvan Paulus zegt: „Het wordt gezaaid als een fysiek lichaam, het wordt opgewekt als een geestelijk lichaam.” Voor zulk een opstanding die de eerste in rangorde is, moeten deze gelukkigen en heiligen waardig zijn gekeurd, door als martelaars met de bijl ter dood gebracht te worden en door te weigeren het „wilde beest” en zijn „beeld” te aanbidden en op hun voorhoofd of hun hand het merkteken voor zulke dingen te ontvangen. Tot hun dood in het vlees moeten zij getrouw hun getuigenis omtrent Jezus Christus afleggen en het Woord van God spreken zoals dit in de bijbel vermeld staat. — Openb. 2:10.
EEN HEMELSE REGERING
8. Zullen zij in het aardse Jeruzalem regeren, en waar zullen hun onderdanen zich gedurende die duizend jaar bevinden?
8 Omdat zij met een geestelijk lichaam zijn opgewekt, zullen zij in staat zijn in de hemel met de Koning Jezus Christus te regeren, onzichtbaar voor hun aardse onderdanen op aarde. Jezus Christus zit aan de rechterhand van God de hemelse Vader in Zijn troon. Betreffende de plaats van Zijn troon zegt Jehovah God: „De hemel is mijn troon, en de aarde is mijn voetbank” (Jes. 66:1; Hand. 7:48, 49; Ps. 110:1; Hand. 2:34-36; 1 Petr. 3:22). Waar zal Jezus Christus met zijn opgestane gelukkige en heilige volgelingen dus duizend jaar lang regeren? In de met een troon te vergelijken hemel, en niet op aarde, niet in het aardse Jeruzalem dat tegenwoordig in het bezit van mohammedaanse Jordaniërs is. Deze christenen zijn genaderd tot „een berg Sion en een stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem” (Hebr. 12:22). De aarde zal voor hen als een voetbank zijn, en hier, op de voetbank, zullen hun menselijke onderdanen zich tijdens de duizend jaar bevinden.
9. Wat voor soort van koninkrijk zal dat in religieus opzicht zijn?
9 Dat zal inderdaad een christelijk koninkrijk zijn, niet zo’n koninkrijk van de christenheid dat de mensen heeft onderdrukt en de aarde heeft bezoedeld met moedwillig bloedvergieten, nota bene in de naam van religie.
10, 11. (a) Wie heeft duizenden jaren lang de mensheid onzichtbaar geregeerd, en door middel van welke zichtbare macht? (b) Ondanks welke politieke aanbidding zijn vrede en veiligheid niet gekomen, doch wanneer zullen ze komen?
10 Duizenden jaren lang heeft de mensheid te lijden gehad van de regering van de onzichtbare Satan de Duivel, „de regeerder van deze wereld”, en van zijn „goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” (Joh. 12:31; 14:30; Ef. 6:11, 12). Zijn zichtbare politieke stelsel waardoor hij de mensheid heeft geregeerd, wordt vergeleken met een wild beest. Nog een politieke organisatie die de aanbidding en dienst van Jehovah God moet afkeren en op het politieke „wilde beest” moet richten, werd en wordt nog steeds gevormd door het „beeld” van dat symbolische wilde beest.
11 Na de Eerste Wereldoorlog werd dat „beeld” opgericht in de vorm van de politieke Volkenbond, en na de Tweede Wereldoorlog in de vorm van de opvolger van de Bond, namelijk de Verenigde Naties. Doch ondanks dat de volken van de aarde thans het politieke „wilde beest” door middel van zijn politieke „beeld”, de Verenigde Naties aanbidden, komen er toch geen vrede en veiligheid op aarde. ’s Mensen aanbidding van de politieke staat blijkt dus vergeefs te zijn. Pas nadat de oorlog van Armageddon het „wilde beest” en zijn politieke „beeld” zal hebben vernietigd, zullen vrede en veiligheid hun intrede doen, en wel duizend jaar lang. Dan zal Jezus Christus als Koning der koningen en Heer der heren zijn voorzegde titel, „Vredevorst”, waardig blijken te zijn. — Jes. 9:5, 6 6, 7; Openb. 19:16-21.
12, 13. (a) Welke profetie betreffende „het laatste der dagen” vervullen de volgelingen van de Vredevorst te midden van een gemilitariseerd stelsel? (b) In welke Messiaanse profetie werd voorschaduwd dat zij een vreedzame christelijke geest in plaats van beestachtigheid aan de dag leggen?
12 Zelfs nu, voor het einde van dit gemilitariseerde, door de duivelse „regeerder van deze wereld” beheerste samenstel van dingen, vervullen de werkelijk opgedragen, gedoopte volgelingen van de „Vredevorst” reeds de profetie betreffende dit „laatste der dagen”, namelijk: „Uit Sion zal de wet uitgaan en des HEREN woord uit Jeruzalem. En Hij zal richten tussen volk en volk en recht spreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen den oorlog niet meer leren” (Jes. 2:2-4). Onderling, in hun door God geregeerde gemeenten over het rond der aarde, kweken deze tevoren verdeelde volken reeds de vreedzame christelijke geest aan en leggen deze, in plaats van beestachtigheid, jegens elkaar aan de dag. Dit werd voorschaduwd in de volgende Messiaanse profetie:
13 „Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heiligen berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren den bodem der zee bedekken.” — Jes. 11:6-9.
14. (a) Met welke toestand zullen zij die Armageddon en het in de afgrond werpen van Satan overleven, beginnen, en hoe lang zal die toestand duren? (b) Welk werk zal in alle menselijke bezigheden op de eerste plaats komen, en met welk gevolg?
14 Indien er thans, gedurende deze door oorlog verscheurde jaren van dit „besluit van het samenstel van dingen”, zulk een ideale toestand onder Christus’ ware volgelingen kan heersen, hoeveel te meer zal deze vredige toestand dan ongehinderd onder de overlevenden heersen nadat de strijd van Armageddon de aardse regeerders en hun legers uit de weg heeft geruimd en nadat Satan en zijn demonen in de afgrond verzegeld zijn! Zij die de strijd van Armageddon en het in de afgrond sluiten van Satan overleven, zullen met onbeperkte vrede beginnen, en het hemelse koninkrijk van Christus en zijn verheerlijkte gemeente zullen die vrede duizend jaar lang op aarde bewaren. Wat een schitterende tijd zal dat voor de mensen zijn om de bijbel te bestuderen ten einde nog nauwkeuriger vast te stellen hoe getrouw de profetieën in vervulling zijn gegaan! Onderricht betreffende de levende en ware God Jehovah zal bij alle menselijke bezigheden de eerste plaats innemen. De gehele aarde zal letterlijk „vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren den bodem der zee bedekken”.
15. (a) Hoe legde Jezus in gebed de nadruk op het vitale belang van zulk onderwijs? (b) Wiens werk is zulk onderwijs in werkelijkheid, en wie zullen hiervoor worden verschaft?
15 Het vitale belang van zulk onderwijs valt te begrijpen uit de woorden die Jezus in gebed tot zijn hemelse Vader sprak: „Gij [hebt] hem autoriteit over alle vlees . . . gegeven, opdat hij, wat het gehele aantal betreft van hen die gij hem hebt gegeven, hun eeuwig leven moge geven. Dit betekent eeuwig leven, dat zij kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Joh. 17:2, 3). Zijn onderdanen op aarde te onderwijzen in de kennis van de enige ware God en zijn voorzieningen voor eeuwige redding door bemiddeling van Jezus Christus — dit is waarlijk een priesterlijk werk. Het onderwijzen van mensen in Gods wet was tot aan de eerste komst van Christus een onderdeel van de plichten van de priesterschap van Israël. Zulk werk past bij het feit dat de verheerlijkte Jezus Christus niet alleen koning zal zijn, maar ook priester, ja, Gods Hogepriester. Zijn uit de dood opgewekte gemeente in de hemel zullen zijn onderpriesters zijn. Daarom is er geprofeteerd: „Zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaren met hem als koningen regeren” (Openb. 20:6). Onderwijs door zulke priesters zal de aardse onderdanen van het Koninkrijk tot eeuwig leven op een paradijsachtige aarde leiden.
16. Welk priesterlijke werk ten behoeve van zonden zal er worden volbracht, en om in welke toestand te geraken zal dit voor de dankbare, gehoorzame mensen een hulp zijn?
16 De priesters van de christenheid hebben Gods Hogepriester, Jezus Christus, in een verkeerd daglicht gesteld. Zij zullen van de aarde verdwijnen als, vlak voor Armageddon, Babylon de Grote wordt vernietigd. Daarna zal Christus’ uit de dood opgewekte gemeente in de hemel te zamen met hem levenreddend priesterlijk werk verrichten. Gedurende de duizend jaren zullen zij de voordelen van zijn volmaakte loskoopoffer ten behoeve van de mensheid aanwenden (Matth. 20:28; 1 Tim. 2:5, 6). Hun zonden die zij begaan ten gevolge van zwakheid die terug te voeren is tot hun eerste menselijke vader Adam en waarvan zij berouw hebben, zullen hun vergeven worden. De veroordeling van zonde zal door de verdienste van Christus’ losprijs van hen worden weggenomen. Zoals door Jezus’ werk van gezondmaking toen hij op aarde was, werd geïllustreerd, zullen fysieke en mentale zegeningen het gevolg zijn van de vergeving van zonden. Het Koninkrijk zal rechtvaardige toestanden op aarde handhaven en de mensen in de weg der gerechtigheid leiden. Het priesterlijke werk zal eveneens geestelijke en lichamelijke genezing teweegbrengen. Dit zal de dankbare en gehoorzame mensen helpen weer tot menselijke volmaaktheid te geraken, zoals Adam bezat toen hij in de paradijstuin van Eden werd geschapen. — Matth. 8:14-17; 9:1-12.
HADES EN DE DOOD VERNIETIGD
17. Hoe zal dit priesterlijke werk van invloed zijn op de doden der mensheid, en wat geeft Openbaring 20:5 betreffende de „overigen der doden” te kennen?
17 Zulk een priesterlijke dienst zal zich uitstrekken tot en ten goede komen aan zelfs de miljarden der mensheid die gestorven zijn. Jezus Christus, Gods Hogepriester, werd zelf uit de doden opgewekt ten einde priesterlijke dienst te bewijzen aan allen waarvoor hij is gestorven. Zijn gemeente van onderpriesters is eveneens uit de doden opgewekt in de „eerste opstanding”, om in Christus’ duizendjarige priesterlijke werk voor de mensheid te delen. Hun opstanding is er een waarborg voor dat de overigen der menselijke doden in Hades of Sjeool in de loop van de duizend jaren tot leven onder het Koninkrijk opgewekt zullen worden (Hand. 17:31; 1 Kor. 15:20-26). Dit verklaart waarom Openbaring 20:5 zegt dat „de overigen der doden . . . niet tot leven [kwamen] totdat de duizend jaren geëindigd waren”.
18, 19. (a) In welke toestand zullen de gehoorzame onderdanen zich tegen het eind van de duizend jaren bevinden? (b) Welke stap zal Christus aan het eind van de millenniumsabbat der mensheid onder zijn koninkrijk ondernemen?
18 Tegen die tijd zullen zowel zij die de strijd van Armageddon overleven en geen opstanding nodig hebben, als degenen die tot leven op aarde zullen worden opgewekt — mits zij gehoorzaam zijn — tot de volheid van volmaakt menselijk leven worden opgeheven. Er zal dan geen veroordeling tot de dood wegens onvolmaaktheid op hen rusten (Hebr. 7:22-27; 5:5-10). Met het oog op dit eindresultaat beschrijft Openbaring 20:11-14 de opstanding van de doden uit Hades en de zee. Deze opstanding kenmerkt het begin van het priesterlijke werk ten behoeve van hen die dood in Hades en in de zee zijn.
19 Aan het eind van zijn duizend jaar durende priesterlijke werk zal Jezus Christus de volkomen genezen, gereinigde, tot volmaaktheid gebrachte onderdanen van zijn koninkrijk aan Jehovah God, de uiteindelijke Rechter van allen, overdragen (1 Kor. 15:24-28). Dan zal er een einde komen aan de millenniumsabbat der mensheid onder Gods koninkrijk door bemiddeling van Christus. Wat een verlichting heeft die sabbat gebracht!
20. Waarom moeten al die volmaakte mensen dan op de proef gesteld worden, en waarom zal Satan de Duivel voor een korte tijd worden losgelaten?
20 Wat onmiddellijk daarop volgt, is evenwel voor de gehele mensheid belangrijk. Zeker, zij bevinden zich dan in menselijke volmaaktheid op een aards paradijs. Maar het recht op eeuwig leven is nog niet aan de gehele mensheid, die nu in volmaaktheid en rechtvaardigheid voor de Opperrechter, Jehovah God, staat, geschonken. Zij zullen allen moeten bewijzen waardig te zijn dat recht te ontvangen, net als de volmaakte Adam en Eva in het paradijs van Eden moesten bewijzen of zij het recht op eeuwig volmaakt menselijk leven in een aards paradijs waardig waren. Evenals Adam en Eva door Satan de Duivel werden beproefd, moeten ook al hun aardse nakomelingen aan het eind van de duizend jaar door dezelfde Verleider op de proef worden gesteld. Dit is de reden dat Satan de Duivel, nadat het millennium ten einde is, voor een korte tijd uit zijn afgrondgevangenis wordt losgelaten.
21. Welke vraag rijst er nu betreffende Adams volmaakte nakomelingen, en hoe antwoordt de profetie?
21 Tegen die tijd zullen al Satans boze werken van de afgelopen zesduizend jaren ongedaan zijn gemaakt. Doch zullen de losgelaten Satan en zijn demonen nu in staat zijn de gehele volmaakte mensheid van God als de Universele Soeverein af te keren, net als hij met de eerste menselijke ouders van de mensheid in de paradijstuin van Eden heeft gedaan? De profetieën antwoorden: Neen! Er zullen er zijn die, onder deze laatste beslissende beproeving, loyaal aan Jehovah God en Jezus Christus zullen blijven. Zij zullen God rechtvaardigen. Hij zal hun het eeuwige leven waardig achten en hun dat recht schenken, waarbij hij hun namen in zijn „boek des levens” schrijft.
22. Wat zal het resultaat zijn voor degenen die onder de beproeving in gebreke blijven, en ook voor de Verleider, en wat zal voor de gehele hemel en aarde het gevolg zijn?
22 Anderen zullen onder die beproeving vallen. Zij zullen het niet voorzegde aantal van de menigten van Gog en Magog vormen en zullen in de „tweede dood”, waaruit geen opstanding mogelijk is, vernietigd worden. Dan zal Satan de Duivel, die nu zijn lange geschil met God verloren heeft, samen met zijn demonen voor altijd vernietigd worden (Openb. 20:7-10, 15; Matth. 25:41, 46). Eindelijk zullen de gehele hemel en aarde van alle goddeloosheid en rampzalige gevolgen van dien, gereinigd blijken te zijn. In volmaakte gerechtigheid zal Jehovah God, die dan volledig heeft gezegevierd, tot in alle eeuwigheid over allen regeren!
23. Wat voor soort van voorziening is dat voor de duizendjarige regering van Christus, en waarom dienen wij het goede nieuws te verbreiden?
23 O, hoe liefdevol en wonderbaarlijk is Gods voorziening van de duizendjarige regering van zijn Priester-Koning Jezus Christus, bezien vanuit dit volledige beeld der dingen! Verbreid toch het goede nieuws dat allen die rechtvaardigheid liefhebben, zich mogen verheugen en zich erop mogen voorbereiden, want dat millennium van bevrijding en zegening is nabij!