Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w67 1/11 blz. 649-655
  • Onszelf vrij houden van een klagende geest

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Onszelf vrij houden van een klagende geest
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE OORZAKEN EN GEVOLGEN
  • ’BEHOED UW HART EN UW GEESTELIJKE VERMOGENS’
  • PERSOONLIJKE KLACHTEN
  • Waarom een klager geen gelukkig leven beschoren is
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Is klagen altijd verkeerd?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Tevredenheid vinden met Jehovah’s organisatie
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
  • Waarom de geest van murmureren te vermijden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
w67 1/11 blz. 649-655

Onszelf vrij houden van een klagende geest

„Blijft alle dingen zonder gemurmureer en tegenspraak doen.” — Fil. 2:14.

1, 2. Welke toestanden bestaan er thans overal in de wereld, en hoe reageren vele mensen erop?

WIJ LEVEN thans in „kritieke tijden . . ., die moeilijk zijn door te komen”. Dagelijks rijzen er internationale, nationale en individuele problemen en deze schijnen vaak onoverkomelijk. Wij zijn getuige geweest van bloedige oorlogen, hongersnoden, dodelijke epidemieën, misdadigheid zowel van de jeugd als van volwassenen en erbarmelijke armoede. In overeenstemming met de profetische woorden van de bijbelschrijver Paulus, zijn de mensen zo geworden dat zij „zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, . . . aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, geen natuurlijke genegenheid hebbend, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God”. — 2 Tim. 3:1-4.

2 De reactie op deze toestanden is individueel verschillend. Velen van hen die deze goddeloze stand van zaken waarnemen, geven God de schuld voor wat er gebeurt. Zij zijn van mening dat het maar lang duurt voordat hij verbetering brengt in de situatie, en daarom klagen zij en zeggen in feite: „Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem? Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping” (2 Petr. 3:4). Judas, de halfbroer van Jezus, zegt: „Deze mensen zijn murmureerders, klagers over hun levenslot.” — Jud. 16.

3. Hoe redeneren rechtvaardig gezinde personen ten aanzien van de wereldtoestanden, en met welke gunstige gevolgen voor hen zelf?

3 Oprechte, rechtvaardig gezinde personen redeneren evenwel net als de profeet Jeremia in Klaagliederen 3:38, 39: „Komt niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade en het goede? Wat klaagt dan een mens in het leven! Ieder klage over zijn zonde.” Weliswaar „zuchten en kermen” deze mensen wegens de afschuwelijke dingen die rondom hen plaatsvinden, doch in plaats van God de schuld te geven, zeggen zij nederig met Jeremia: „Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot den HERE. Wij hebben overtreden en zijn weerspannig geweest” (Ezech. 9:4; Klaagl. 3:40, 42). Zij roepen tot Jehovah om redding en in zijn overvloedige liefderijke goedheid hoort hij hun geroep om hulp en bevrijdt hen uit het tegenwoordige boze samenstel van dingen, terwijl hij hen aan geestelijk „rustige wateren” voert in vereniging met zijn christelijke getuigen. — Ps. 23:2.

4. Noem verschillende redenen waarom Jehovah’s getuigen thans een tevreden volk zijn.

4 Deze ware christenen hebben alle reden om gelukkig en tevreden te zijn. Hoewel zij in 199 verschillende landen leven, vele verschillende talen spreken en verschillende achtergronden hebben, leven zij in vrede en eenheid, honderdduizenden van hen! Zij verheugen zich in een intieme, kostbare verhouding met hun God en een duidelijk begrip van zijn wil. Dit begrip bevrijdt hen van het hartzeer en de ellende van hen die nog steeds een deel zijn van het huidige goddeloze samenstel, en optimistisch verwachten zij in de zeer nabije toekomst een rechtvaardige nieuwe ordening van dingen. Blij geven zij uitdrukking aan hun vreugde, door veel van hun tijd te besteden aan het aanmoedigen van anderen door hen thuis op te zoeken, de neerslachtigen op te beuren en hun dringend te verzoeken: „Wordt met God verzoend.” — 2 Kor. 5:20.

5. (a) Welke vragen rijzen er met het oog op de geestelijke voorspoed van Gods volk, en welke drie redenen worden er als antwoord gegeven? (b) Wat is ervoor nodig om onszelf vrij te houden van een klagende geest?

5 Waarom was het, gezien deze gelukkige geestelijke toestand die er onder Jehovah’s volk bestond, noodzakelijk dat de apostel Paulus de eerste christenen in Filippi schreef: „Blijft alle dingen zonder gemurmureer en tegenspraak doen”? Waarom is het nodig dat dit onderwerp in De Wachttoren wordt besproken en er raad over wordt gegeven? Het is nodig omdat deze christenen, hoewel zij geestelijk vrij zijn, nog altijd onvolmaakt zijn en onderhevig aan de zwakke vleselijke neigingen die zij van Adam hebben geërfd. Zij leven ook nog altijd in het huidige goddeloze samenstel van dingen, en als zij niet oppassen, kunnen zij worden beïnvloed door de „geest van de wereld”, waarbij de geest van klagen is inbegrepen. Bovendien sluiten zich bij Jehovah’s getuigen jaarlijks tienduizenden personen aan, die nog maar kort geleden de vele verkeerde dingen die voor deze goddeloze wereld kenmerkend en heel gewoon zijn, achter zich hebben gelaten. Het zal deze personen tijd en moeite kosten om, met Jehovah’s hulp en leiding, geheel van de geest van klagen bevrijd te worden. Is hij er eenmaal vrij van, dan moet iedere christen persoonlijk een voortdurende, progressieve strijd voeren om er vrij van te blijven, zoals wordt aangetoond door de woorden: „Blijft alle dingen zonder gemurmureer . . . doen.” — Fil. 2:14; 1 Kor. 2:12.

DE OORZAKEN EN GEVOLGEN

6. Welke dingen moeten wij weten waardoor wij worden geholpen onszelf vrij te houden van een klagende geest?

6 Willen wij vrij blijven van een klagende geest en deze uit de christelijke gemeente verdrijven, dan moeten wij in staat zijn hem in de verschillende vormen waarin hij in het dagelijkse leven en in de omgang met onze broeders kan oprijzen, te herkennen. Wij dienen ook iets te weten van de dingen die ertoe leiden dat er een geest van klagen ontstaat, met alle afbrekende resultaten van dien. Dit is belangrijk, aangezien degenen die klagen het in vele gevallen zelf niet eens beseffen en zich de nadelige gevolgen ervan niet volkomen realiseren.

7. Hoe wordt klagen gedefinieerd, en op welke manieren kan het tot uitdrukking worden gebracht?

7 Klagen wordt in één woordenboek* onder andere als volgt gedefinieerd: „Droefheid of smartelijke gewaarwordingen door geluiden of woorden te kennen geven; zijn misnoegen of ontevredenheid . . . uiten.” Hieruit blijkt dus dat een klacht een uiting van een innerlijk gevoel van ontevredenheid, geprikkeldheid, smart of pijn is. Dit uiting geven aan iemands grieven geschiedt gewoonlijk door middel van de tong, hoewel bij tijd en wijle een gebaar van afkeer of een misnoegde gelaatsuitdrukking ook kan dienen om anderen uw gevoelens mee te delen. Daden zeggen vaak meer dan woorden en de mensen worden vlug een ontevreden stemming gewaar, ook al worden er geen klagende woorden geuit.

8. (a) Wat heeft Jakobus geschreven over de moeite die het kost de tong in bedwang te houden? (b) Hoe mogen klagers deze woorden van Jakobus niet gebruiken, doch hoe kan een onopzettelijke overtreder er troost uit putten?

8 Er is geen enkele zoon van Adam die niet met zijn tong heeft gezondigd. Om deze reden schreef Jezus’ discipel Jakobus, in Jakobus 3:2, 8-10: „Want wij allen struikelen vele malen. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, in staat om ook zijn gehele lichaam in toom te houden. . . . De tong echter kan geen mens temmen. Ze is een weerspannig, schadelijk ding, vol dodelijk vergif. Met haar zegenen wij Jehovah, ja, de Vader, en met haar vervloeken wij nochtans mensen die ’naar Gods gelijkenis’ zijn ontstaan. Uit dezelfde mond komt zegen en vloek voort.” Laat niemand deze woorden echter gebruiken als verontschuldiging voor het bezitten van een klagende geest, want Jakobus zegt vervolgens: „Het is niet juist, mijn broeders, dat deze dingen zo blijven geschieden.” Wij zondigen weliswaar allemaal wel eens, maar de gewoonte om met onze tong zonde te beoefenen, en wel in die mate dat wij werkelijk klagers worden, dat wil zeggen, dat wij een klagende geest bezitten, wordt iets dat niet verenigbaar is met het ware christendom. Aan de andere kant kunnen wij, indien wij onopzettelijk zondigen terwijl wij ons onvermoeid inspannen onze vleselijke neigingen in dit opzicht te overwinnen, uit Jakobus’ woorden troost putten.

9. Wat is, zoals door Jezus’ woorden in Matthéüs 12:34 te kennen wordt gegeven, van zelfs nog meer belang dan de tong te beheersen, en waarom?

9 Jezus constateerde een onbetwistbaar feit toen hij zei: „Uit de overvloed des harten spreekt de mond” (Matth. 12:34). Hoewel het dus belangrijk is de tong te beheersen en ervan te weerhouden op klagende wijze te spreken, is het nog belangrijker de gedachten te beheersen die iemand ertoe brengen te klagen. De tong spreekt slechts uit wat in de geest of het hart van een persoon is en geeft er aldus mondeling uiting aan. Door wat voor soort van gedachten wordt iemand ertoe gebracht te klagen?

10, 11. (a) Noem enkele mogelijke redenen waarom mensen klagen. (b) Wat is in wezen de grondoorzaak van een klagende houding?

10 Trots kan één oorzaak zijn dat men gaat klagen. Iemand heeft misschien een te hoge dunk van zichzelf en, ten einde zijn eigen „ik” en zijn status bij zijn broeders op te bouwen, neemt hij wellicht zijn toevlucht tot het bekritiseren van andermans fouten. Op deze wijze vestigt hij er de aandacht op dat hij deze speciale fouten niet in die zelfde mate heeft. Iemand anders is wellicht ongeduldig omdat zijn broeders de dingen niet zo vlug begrijpen als hij of wordt geïrriteerd door wat hij als zwakheden van hen beschouwt. Anderen die ongewone moeilijkheden ondervinden, hebben misschien medelijden met zichzelf als zij hun toestand vergelijken met andere broeders in de gemeente en wellicht klagen zij dan om deze reden. Het verlangen naar grotere bekwaamheid is voor sommigen misschien een reden tot klagen, omdat zij wellicht van mening zijn dat zij een bepaalde dienst beter zouden verrichten dan degene die ervoor is aangesteld.

11 Nadat wij slechts enkele van de vele mogelijke redenen waarom broeders klagen, hebben geanalyseerd, treedt één feit echter duidelijk naar voren: In alle gevallen wordt klagen veroorzaakt doordat men al te grote belangstelling voor zichzelf heeft of te veel betekenis hecht aan zijn eigen gevoelens of positie. Het is dus een uiting van zelfzucht, wat het tegenovergestelde is van liefde.

12. Hoe heeft degene die Satan is geworden, een klagende geest ontwikkeld en met welke gevolgen?

12 Het is in dit verband goed erover na te denken hoe degene die Satan de Duivel werd, ontevreden raakte met zijn zeer bevoorrechte opzienersambt. Hoe dit mogelijk was, vermeldt de bijbel door de koning van Tyrus, die toonde de geest van de Duivel te bezitten, als volgt toe te spreken: „Trots was uw hart op uw schoonheid — met uw luister hebt gij ook uw wijsheid te niet doen gaan” (Ezech. 28:17). Zijn trotse verlangen de regeerder van het universum te zijn, maakte dat hij tegen de Soeverein Jehovah in opstand kwam. Hij ging een te hoge dunk van zichzelf krijgen en ontwikkelde aldus een klagende geest, die al gauw tot uitdrukking werd gebracht in daden die veel leed en ellende over het mensdom hebben gebracht.

13. Toon aan, welke uitwerking klagen heeft (a) op degene over wie wordt gesproken (b) op degene die de klacht hoort, (c) op een nieuwe of zwakke broeder en (d) als de klacht tegen de organisatie is gericht.

13 Hoewel niet alle geklaag zulke noodlottige gevolgen heeft, brengt niettemin zelfs de geringste uiting van ontevredenheid nadelige gevolgen met zich. Als de klacht een broeder of zuster betreft, zal de reputatie van die persoon in de ogen van degene tot wie u spreekt, erdoor naar beneden worden gehaald. De aandacht wordt erdoor op zwakke punten gevestigd, en de resultaten zijn dus negatief en ontmoedigend. Als de klacht tot een zwakke of nieuwe broeder wordt geuit, kan het hem wel zo’n ontgoocheling bezorgen dat zijn geloof en vertrouwen in zijn broeders er zeer door verzwakt zouden kunnen worden. Als er een klacht over Gods organisatie of over de aangestelde vertegenwoordigers ervan wordt geuit, is de uitwerking zelfs nog nadeliger, doordat namelijk het vertrouwen in de organisatorische regelingen erdoor wordt ondermijnd en dientengevolge het geloof in Jehovah zelf wordt verzwakt.

14. Welke uitwerking heeft een klagende tong op de hele gemeente? Gebruik Spreuken 21:19 om uw antwoord te illustreren.

14 Maar ook al wordt men niet tot struikelen gebracht of ondervindt men in geestelijk opzicht geen ernstige nadelige gevolgen van het luisteren naar klagende woorden, doordat men zo rijp is ze te herkennen en uit zijn gedachten te zetten, dan nóg is het niet prettig in de buurt te zijn van iemand die klaagt. Klagen heeft dezelfde uitwerking als het strooien van zand in een goed geoliede machine. Het zet een domper op de vreugde van de gemeente. Het is alsof er plotseling een donkere wolk aan de horizon is verschenen. Het heeft op broeders dezelfde uitwerking als een twistzieke vrouw op haar man heeft, zoals staat opgetekend in Spreuken 21:19: „Het is beter te wonen in een woestijn dan met een twistzieke en gramstorige vrouw.”

15. Hoe wordt degene die klaagt zelf beïnvloed?

15 Behalve de demoraliserende uitwerking op hen die naar zijn geklaag luisteren, wordt degene die de grief uit, zelf ongunstig beïnvloed. Hij is ontevreden, ongelukkig en heeft in vele gevallen een schuldig geweten nadat hij zijn klacht heeft geuit. Terecht heeft de wijze man dan ook onder inspiratie gezegd: „Wie zijn mond en zijn tong bewaakt, bewaart zichzelf voor benauwdheden.” — Spr. 21:23.

’BEHOED UW HART EN UW GEESTELIJKE VERMOGENS’

16. Wiens hulp dienen wij, zoals Paulus aantoonde, in te roepen ten einde ons hart en onze geestelijke vermogens te behoeden, en waarop dienen onze gedachten geconcentreerd te zijn?

16 Daar klachten hun oorsprong vinden in het hart en de geest, is het uiterst belangrijk dat onze gedachten op juiste wijze in bedwang worden gehouden en op opbouwende en aanmoedigende dingen worden gericht. De apostel Paulus toonde aan dat hiertoe Jehovah’s hulp moet worden ingeroepen, door te zeggen: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden, en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” Ja, als u in dit opzicht zwak bent, aarzel dan niet Jehovah om hulp te vragen ten einde deze zwakheid te overwinnen. Zulke ernstige smeekbeden zullen door Jehovah verhoord worden en hij zal u vrede des geestes en tevredenheid in plaats van een klagende, ontevreden geest schenken. Paulus toont echter vervolgens aan dat de mens in overeenstemming met zijn gebeden, hard moet werken, zeggende: „Tenslotte, broeders, al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.” — Fil. 4:6-8.

17. (a) Waarom eist het een voortdurende strijd om Paulus’ woorden in Filippenzen 4:8 toe te passen? (b) Wat dienen wij te doen als de fouten van onze broeders ons beginnen te irriteren?

17 Op deze wijze legt Paulus er de nadruk op dat iemand zelfbeheersing moet oefenen, niet alleen over zijn tong, maar zelfs ook over zijn gedachten, en zich op goede, deugdzame en liefelijke dingen in onze broeders moet concentreren. Het gevallen vlees heeft de neiging eerst iemands zwakheden te zien, waardoor men dikwijls blind wordt voor de vele voortreffelijke, beminnelijke en prijzenswaardige eigenschappen die hij bezit. En aangezien het zo gemakkelijk is in een ieder van ons zwakke punten te ontdekken, zal het voor iemand met een klagende geest niet moeilijk zijn hieraan nieuw voedsel te geven. Daarom hebben wij een voortdurende strijd om onze gedachten in bedwang te houden. Als wij iets opmerken dat ons jaloers maakt of irriteert, dienen wij te trachten het onmiddellijk uit onze geest te zetten en in plaats daarvan aan de goede eigenschappen te denken. Dit zal in het begin niet gemakkelijk zijn, doch door er met Jehovah’s hulp aan te werken, zult u bemerken dat u in een intiemere verhouding tot uw broeders komt te staan en een diepere waardering krijgt voor hun toewijding aan Jehovah, en natuurlijk zult u zelf een veel gelukkiger mens zijn om mee om te gaan.

18. (a) Welke fout maakt degene die klaagt, volgens Paulus’ woorden tot de Korinthiërs en de Romeinen? (b) Wie vinden het dus gemakkelijker een klagende houding te overwinnen?

18 Iemand die klaagt, legt de nadruk op het vlees en de zwakheden daarvan en handelt aldus als een geestelijk klein kind in dat speciale opzicht. In plaats van naar de toewijding van het hart te zien en naar de liefde die door zijn broeders wordt betoond, kijkt hij naar het gevallen, zondige vlees. De gemeente in Korinthe maakte zich hier ook schuldig aan en daarom schreef Paulus hun: „Ik [kon] niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar als tot vleselijke mensen, als tot kleine kinderen in Christus. . . . Want aangezien er jaloezie en twist onder u is, zijt gij dan niet vleselijk en wandelt gij niet als mensen?” (1 Kor. 3:1, 3) In Romeinen 8:5 geeft hij de reden op waarom dit zo is, zeggende: „Want zij die in overeenstemming met het vlees zijn, zetten hun zinnen op de dingen van het vlees, maar zij die in overeenstemming met de geest zijn, op de dingen van de geest.” Daarom zal iemand die door geregelde bijbelstudie, geregeld vergaderingbezoek en gebed, en door geregelde actieve dienst voor Jehovah van Gods geest vervuld blijft, het minder moeilijk vinden een neiging tot klagen te overwinnen dan iemand die in deze geestelijke activiteiten ongeregeld is.

PERSOONLIJKE KLACHTEN

19. In welke twee hoofdcategorieën vallen klachten?

19 Als wij deze kwestie van het klagen analyseren, kunnen wij de aangelegenheid in twee hoofdcategorieën verdelen: (1) Klachten over afzonderlijke personen en (2) klachten van ernstiger aard, waarbij Jehovah’s organisatie of zijn voornemens zijn betrokken. Wij zullen eerst op de kwestie van persoonlijke klachten ingaan, en in het volgende Wachttoren-artikel zal het tweede aspect besproken worden.

20. Waardoor wordt verreweg het grootste deel van de persoonlijke klachten veroorzaakt, en zijn ze over het algemeen van tevoren overdacht?

20 Verreweg het merendeel van de klachten over afzonderlijke personen wordt door kleine misverstanden veroorzaakt of doordat de karakters botsen. Een zuster die rustig en gereserveerd is, ergert zich wellicht over een andere zuster, die veel openhartiger in haar manier van doen is, en het kan zijn dat zij haar ergernis tegen anderen uit. Persoonlijke hebbelijkheden, gewoonten en handelingen zijn voor sommigen misschien aanvaardbaar, doch kunnen voor anderen wel heel hinderlijk zijn en soms maken dat zij klagen. De meeste van deze klachten zijn niet vooraf overdacht doch worden veeleer zo op het eerste ogenblik door het een of andere kleine, ergerlijke voorval opgewekt. Ze worden vaak te haastig geuit en dikwijls later betreurd. Wat kan men doen om zich vrij te houden van deze vorm van klagen?

21. Hoe dienen wij deze kleine gebreken van onze broeders, vooral in het licht van Jezus’ woorden in Matthéüs 6:14, 15, te bezien?

21 Het is allereerst van essentieel belang dat wij deze klachten herkennen als wat ze zijn: kleingeestig, onbelangrijk en in vele gevallen zelfs kinderachtig. Er is geen werkelijke reden tot klagen; het is alleen maar dat een bepaalde broeder of zuster de dingen niet doet op de manier zoals u denkt dat ze gedaan dienen te worden. Het zal ons ook helpen als wij er ernstig over nadenken hoe Jehovah deze „zwakheden” van onze broeders beschouwt en beseffen dat hij bereid is ze over het hoofd te zien en te vergeven. Vergeeft Jehovah u niet vrijelijk ondanks uw vele gebreken? Ziet u uw eigen tekortkomingen niet door de vingers, terwijl u Jehovah, misschien voor dezelfde zwakheden, telkens weer om vergeving vraagt? Een eerste vereiste voor het verkrijgen van Jehovah’s vergeving is dat wij anderen vergeven, zoals Jezus in Matthéüs 6:14, 15 aantoonde: „Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar als gij de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader ook uw overtredingen niet vergeven.”

22. Toon aan hoe klagen over kleine tekortkomingen gebrek aan liefde verraadt.

22 Als wij onze broeders zulke kleine gebreken verwijten en ze vergroten door ze anderen onder de aandacht te brengen, zouden wij dus feitelijk gebrek aan liefde en vergevensgezindheid tonen. Op deze wijze zouden wij stellig onze hemelse Vader niet nabootsen. In Gods Woord, waarin de liefde wordt beschreven, staat: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. De liefde . . . wordt niet geërgerd. Ze rekent het kwade niet aan.” „Liefde bedekt een menigte van zonden. Weest gastvrij jegens elkaar zonder morren” (1 Kor. 13:4, 5; 1 Petr. 4:8, 9). Met het oog hierop is het niet moeilijk te begrijpen waarom wij de raad krijgen ’elkaar in liefde te blijven verdragen’. — Ef. 4:2.

23. Wat dient er dus aan deze kleine grieven te worden gedaan?

23 Als wij dus ’het kwade niet moeten aanrekenen’, is het onze christelijke plicht deze kleine grieven die zich voordoen, te vergeten en volledig uit onze geest te zetten. Laat ze geen onredelijke afmetingen aannemen, doch snijd ze vlug af, voordat ze tijd hebben wortel te schieten en te groeien. Onderzoek de neigingen van een klagende geest en voorkom veel narigheid voor uzelf en anderen.

24. Hoe dienen persoonlijke klachten die van ernstiger aard zijn, volgens Jezus te worden behandeld?

24 Het kan echter wel eens voorkomen dat een broeder of zuster werkelijk reden tot klagen over een ander heeft. Bewust of onbewust kan een broeder wel iets hebben gedaan waardoor hij u op de een of andere wijze pijn heeft gedaan en wellicht is het van dien aard dat u het niet kunt vergeten en uit uw hoofd zetten. U bemerkt misschien dat het u erg van streek maakt en zelfs uw dienst voor Jehovah beïnvloedt. Voor dergelijke voorvallen nu heeft Jezus in Matthéüs 18:15 zijn zeer gezonde raad gegeven: „Wanneer . . . uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen.”

25. (a) Wat dient door iemand die een ernstige klacht over zijn broeder heeft nooit te worden gedaan, en waarom? (b) Toon aan waarom het zeer verstandig is de raad van Matthéüs 18:15 op te volgen.

25 Ook al hèbt u reden tot klagen, het mag nooit gebeuren dat de klacht de hele gemeente doorgaat doordat u zich bij anderen over het gedrag van uw broeder beklaagt. Dit zal niet tot vrede leiden doch de gehele gemeente verstoren, misschien zelfs scheiding tussen broeders teweegbrengen. Stellig zal degene die u heeft gekrenkt en die ongetwijfeld uw klacht uit de tweede hand van anderen zal horen, er niet door worden geholpen. Klagen zal de dingen alleen maar erger maken in plaats van de breuk te helen, zoals door de volgende spreuk wordt aangetoond: „Wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden” (Spr. 17:9). Neen, door een klagende houding zal niemand worden geholpen. De juiste weg is de broeder onder vier ogen te benaderen en de zaak rustig en vreedzaam met hem te bespreken. Misschien ontdekt u dat hij niet eens heeft beseft dat hij u pijn heeft gedaan, en als dat inderdaad het geval mocht zijn, stelt u zich dan eens voor hoe blij hij zal zijn dat u zich rechtstreeks tot hem hebt gewend in plaats van een klacht binnen de gemeente te verbreiden!

26, 27. (a) Welke plicht rust er op degene die door zijn broeder gekrenkt is, als deze hem om vergeving vraagt, en hoe verstrekkend is dit? (b) Toon aan hoe in alle gevallen waar het om persoonlijke klachten gaat, Paulus’ raad in Kolossenzen 3:12-14 zal helpen.

26 Als uw broeder u nederig om vergeving vraagt, bent u verplicht zijn verontschuldiging te aanvaarden en hem te vergeven, net zoals uw hemelse Vader u vergeeft. Liefde is een schuld die nooit helemaal wordt afbetaald (Rom. 13:8). Toen de apostel Petrus Jezus dus vroeg: „Hoeveel keer kan mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?”, antwoordde Jezus: „Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zevenenzeventigmaal toe” (Matth. 18:21, 22). Als wij vrijgevig zijn in onze liefde, barmhartigheid en vergevensgezindheid ten aanzien van onze broeders, zullen wij op onze beurt veel vreugde en geluk oogsten en onszelf vrij kunnen houden van een klagende geest, die een vernielende uitwerking heeft en onenigheid veroorzaakt. Door diepe waardering voor Jehovah en liefde voor hem en onze broeders te hebben, zullen wij onze geest op de „belangrijkere dingen” die ons toekomstige leven zullen beïnvloeden, kunnen concentreren in plaats van op de vele kleingeestige dingen die het huidige onvolmaakte samenstel van dingen kenmerken. — Fil. 1:10.

27 Laten wij, tot besluit van deze bespreking, zorgvuldig luisteren naar de woorden van Paulus tot de Kolossenzen en deze nauwgezet toepassen. Dit zal er zeer veel toe bijdragen dat wij onszelf vrijhouden van alle vormen van persoonlijke klachten. Paulus gaf de volgende aansporing: „Bekleedt u dan, als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo. Bekleedt u bij al deze dingen echter met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid.” — Kol. 3:12-14.

[Voetnoten]

Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal.

    Nederlandse publicaties (1950-2021)
    Afmelden
    Aanmelden
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2021 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • JW.ORG
    • Aanmelden
    Delen