Een grotere bedrijfsruimte voor het drukken van Gods Woord
GODS Woord de bijbel is onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van de boekdrukkunst, want het was klaarblijkelijk het eerste boek dat ongeveer 515 jaar geleden in Duitsland van Johann Gutenbergs pas uitgevonden drukpers afkwam, waarbij losse letters werden gebruikt. The World Book Encyclopedia merkt op: „De publikatie van deze bijbel in de 1450er jaren kenmerkt het begin van de geschiedenis van het tegenwoordige boek.” Hoe betekenisvol! In alle jaren sedertdien heeft namelijk geen enkel ander boek het aantal bijbels dat is gedrukt in de verste verte geëvenaard.
Alleen al in de drukkerijen van Jehovah’s getuigen in Brooklyn, in New York, werden in de afgelopen vijfentwintig jaar bijna vijftien miljoen exemplaren van de bijbel in zeven talen gedrukt. Meer dan negen miljoen hiervan waren complete bijbels, waaronder de King James Version, de American Standard Version en de in moderne taal vertaalde New World Translation. Geen andere mensen op aarde interesseren zich meer voor het drukken en verspreiden van Gods Woord dan Jehovah’s getuigen.
Om deze reden was woensdag 31 januari 1968 een zeer bijzondere dag in hun leven, vooral voor hen die met het hoofdbureau van de organisatie in Brooklyn zijn verbonden, waar het meeste wordt gedrukt. Op die middag werd er namelijk een nieuwe drukkerij van tien verdiepingen, met een vloeroppervlak van 21.000 m2, ingewijd. Hoeveel groter is de ruimte voor het drukken van bijbels en hulpmiddelen voor het begrijpen van de bijbel door dit onlangs voltooide gebouw geworden!
Jehovah’s getuigen hadden reeds drie grote drukkerijen met een totale vloeroppervlakte van 40.600 m2 volledig in gebruik. De totale vloeroppervlakte is nu dus ruim 6 ha! Misschien een andere manier om u te helpen u een beeld te vormen van deze 61.600 m2 oppervlakte is deze te vergelijken met een voetbalveld van 100 m lang bij 75 m breed. De vloeroppervlakte van de drukkerij van het Wachttorengenootschap evenaart ruim acht van dergelijke voetbalvelden!
HET INWIJDINGSPROGRAMMA
Het inwijdingsprogramma werd gehouden in de drie eetzalen van het zogenaamde Bethelhuis dat deel uitmaakt van het internationale hoofdbureau van Jehovah’s getuigen. Dit Bethelhuis omvat twee aantrekkelijke 11 verdiepingen hoge roodstenen gebouwen, die uitzien op de beroemde haven van New York. Deze liggen op slechts tien minuten lopen afstand van de drukkerijen. Hier en in nabijgelegen huizen wonen de bijna 600 personen die in de drukkerijen werken en de meer dan 250 mensen die op de kantoren, in de wasserij, in de keuken en op andere afdelingen van het Bethelhuis dienst verrichten. In dit huis wonen ook de 101 studenten die hier de vijf maanden durende cursus van de Gilead-zendingsschool volgen, en de 50 studenten van de twee weken durende cursus van de Koninkrijksbedieningsschool voor vertegenwoordigers van gemeenten van Jehovah’s getuigen. Wat waren deze meer dan duizend personen blij bij het inwijdingsprogramma aanwezig te zijn!
De drie eetzalen zijn met elkaar verbonden door gesloten-circuit-televisie, zodat allen het programma zowel konden horen als zien. Na een morgen waarin normaal was gewerkt, werd er om 12.15 n.m. een speciale maaltijd voor de familie opgediend. Daarna, terwijl iedereen gemakkelijk in zijn stoel ging zitten, opende de president van het Wachttorengenootschap, N. H. Knorr, een genoeglijk en interessant programma dat twee uur duurde. Tijdens het hele programma werd de aandacht gericht op de uitbreiding van de faciliteiten voor het drukken en verspreiden van het Woord van God. Hoe duidelijk is het dat Jehovah’s zegen op deze groei heeft gerust!
EEN KLEIN BEGIN
Met de zichtbare hulp van oude foto’s, gaf N. H. Knorr een korte beschrijving van het moderne begin van de organisatie van Jehovah’s getuigen in Allegheny, in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Hij liet foto’s zien van het Bijbelhuis, een gebouw dat in 1889 door het Wachttorengenootschap was gebouwd en twintig jaar lang als hoofdbureau werd gebruikt. Hij liet ook een exemplaar van de eerste Wachttoren van juli 1879 zien, die oorspronkelijk bekend stond onder de naam Zion’s Watch Tower and Herald of Christ’s Presence. In die eerste tijd werd bijna al het drukwerk voor het Genootschap door commerciële uitgeverijen verzorgd.
Vervolgens werd F. W. Franz, de vice-president van het Wachttorengenootschap, gevraagd iets te vertellen over de eerste tijd van het Genootschap in Brooklyn na de Eerste Wereldoorlog. F. W. Franz merkte op dat in 1920, in hetzelfde jaar dat hij op Bethel kwam, het Genootschap tijdschriften op zijn eigen rotatiepers begon te drukken. Lloyd Burtch, die aan deze pers had gewerkt, vertelde enkele van zijn ervaringen. De hele ruimte die toen voor de werkzaamheden in de drukkerij beschikbaar was, besloeg toen slechts 280 m2 in een gebouw dat maar enkele huizenblokken van de tegenwoordige drukkerijen verwijderd lag.
In de loop van het programma merkte N. H. Knorr op dat de kleine drukkerij van het Genootschap toen hij in september 1923 naar Bethel kwam, naar Concord Street 18, een paar blokken verder, was verhuisd. Al gauw waren echter ook deze grotere ruimten te klein en werden er plannen gemaakt om de eerste van de tegenwoordige drukkerijen van het Wachttorengenootschap te bouwen. Dit zeven verdiepingen hoge gebouw was in 1927 gereed en omvatte een vloeroppervlakte van 6500 m2.
VOORTDURENDE UITBREIDING
Grant Suiter, de secretaris-penningmeester van het Wachttorengenootschap, werd gevraagd de geschiedenis van de uitbreiding voort te zetten. Het was kenmerkend dat hij, noch een van de andere sprekers, de opmerkenswaardige groei van de organisatie aan de wijsheid of vindingrijkheid van een mens of van een groep van mensen toeschreef. Zij gaven allen veeleer de eer aan Jehovah God en zijn engelenschaar die de uitbreiding van de faciliteiten voor het drukken en distribueren van bijbels en bijbelse lectuur mogelijk hadden gemaakt.
G. Suiter gaf een kort, doch begrijpelijk verslag van de wijze waarop de eigendommen gekocht en daarna gebruikt waren. In 1937, zo merkte hij op, werd er aan de in 1927 gebouwde drukkerij een klein, uit drie verdiepingen bestaand gebouw toegevoegd. Dit was echter slechts een begin, verklaarde hij. In 1949 werd er een groot gebouw van acht verdiepingen met de drukkerij verbonden, hetgeen een heel huizenblok in beslag nam. Een steeds toenemende vraag naar bijbelse lectuur maakte echter nog een grote uitbreiding van de drukkerij noodzakelijk. In 1956 werd een twaalf verdiepingen hoog gebouw voltooid met een vloeroppervlakte van 17.850 m2. En in oktober 1958 werd een gebouw van acht verdiepingen, gelegen in een aangrenzend huizenblok, aangekocht; het wordt thans bijna uitsluitend voor papieropslag gebruikt. Ook M. Larson, de bedrijfsleider van de drukkerij, vertelde een paar heel interessante ervaringen over de problemen die men in oorlogstijd heeft gehad om aan papier te komen. Het is een hele opgaaf om een grote drukkerij aan de gang te houden.
Zoals u zich wel zult kunnen indenken, is het geen kleinigheid om een staf van werkers en studenten, bestaande uit in totaal meer dan 1000 personen, drie maal per dag te eten te geven. G. Couch, de Betheldienaar, werd gevraagd hierover te spreken. Hij verklaarde dat de familie per maaltijd één koe, drie varkens, of 165 kippen eet, al naar gelang het vlees dat wordt opgediend. De familie gebruikt per week ook nog 12.000 eieren, 3800 liter melk en 180 kg boter! Dit voedsel wordt verstrekt door de nabijgelegen boerderijen van het Wachttorengenootschap, welke in totaal 850 ha omvatten.
EEN OPGEDRAGEN FAMILIE
Allen die op Bethel wonen of op de boerderijen werken, zijn Jehovah’s getuigen, opgedragen bedienaren van het evangelie. En evenals hun meer dan één miljoen mededienstknechten over de gehele wereld, ligt het hen zeer na aan het hart dat de boodschap omtrent Gods koninkrijk gedrukt en „op de gehele bewoonde aarde” verspreid wordt (Matth. 24:3, 14). Om die reden hebben zij zich vrijwillig aangeboden om als lid van de Bethelfamilie dienst te verrichten en beschouwen het als een voorrecht welke taak maar ook te verrichten waardoor dat predikingswerk wordt bevorderd. Zij werken niet voor geldelijk gewin, doch elkeen krijgt voedsel en onderdak en een toelage van $14 per maand voor persoonlijke behoeften. K. Adams bracht op een voortreffelijke wijze tot uitdrukking waarin de Bethelfamilie zich dagelijks verheugt. Hij vertolkte de van waardering vervulde gedachten van alle aanwezigen.
Een hoogtepunt van het inwijdingsprogramma vormde het vertonen van een foto uit 1926 van de Bethelfamilie, van wie er thans nog eenendertig op Bethel dienen. Weliswaar zijn zij uiterlijk wellicht erg veranderd, doch hun innige verlangen een aandeel te hebben aan het drukken en verspreiden van het Woord van God, is zelfs na tweeënveertig jaar Betheldienst nog altijd even sterk.
Het was voor deze oudere personen, alsook voor de nieuwere leden van de familie aanmoedigend de bewijzen te zien die tijdens het inwijdingsprogramma werden geboden van het feit dat Jehovah’s profetie heden ten dage in vervulling gaat. Ja, de Koninkrijksboodschap die in Gods Woord wordt aangetroffen, wordt werkelijk gedrukt en bekendgemaakt op een schaal die Jezus voor deze tijd had voorzegd — „op de gehele bewoonde aarde”!
Allen waren thans verlangend over te gaan tot een rondleiding door de nieuwe drukkerij en het bezichtigen van de grotere bedrijfsruimte voor het op wereldomvattende schaal verbreiden van de Koninkrijksboodschap.
[Illustratie op blz. 473]
De drukkerij van het Wachttorengenootschap in Brooklyn met links vooraan het nieuwe gedeelte