Zij verlaten de kerken
TOT degenen die in deze tijd de kerken van de christenheid verlaten, behoren mensen met een werkelijke liefde voor rechtvaardigheid. Zij zijn niet alleen verontrust door de huichelarij die zij in de kerken waarnemen, maar zij hebben er ook veel belangstelling voor meer over de bijbel te vernemen. Veel van deze oprechte mensen zijn blij de Heilige Schrift nu te zamen met Jehovah’s christelijke getuigen te bestuderen. Zij zijn er ook verlangend naar de goede dingen die zij hebben geleerd aan anderen te vertellen.
● In Shillong, India, begon een student de bijbel met Jehovah’s getuigen te bestuderen. Later keerde hij naar zijn dorp terug. Daar bouwde hij een Koninkrijkszaal en begon hij geregelde vergaderingen te houden. Onlangs bezocht een van Jehovah’s getuigen uit Shillong het dorp. Tot zijn grote verbazing trof hij er achttien mensen aan die samen met de vroegere student bijeenkwamen. Hun grote belangstelling voor de bijbel bleek uit de vele vragen die zij stelden. Twaalf van de aanwezigen hadden reeds hun banden met de Lutherse Kerk verbroken. Hiertoe behoorde ook een zeventigjarige man die zestien jaar lang prediker in de lutherse kerk was geweest. Dat hij de kerk verliet, betekende dat hij zijn broodwinning verloor. Maar vol vreugde riep hij uit: „Ik heb Babylon de Grote verlaten en bevind mij nu in Gods organisatie.”
● In een ander dorp van India, waar een nieuwe kerk werd gebouwd, begonnen Jehovah’s getuigen een bescheiden Koninkrijkszaal te bouwen. Na verloop van tijd liep het kerkbezoek terug en nam het bezoek aan de Koninkrijkszaal toe. Het aantal personen dat de bijbelse boodschap met anderen in het dorp deelde, nam toe tot achtentwintig. Toen een reizende bedienaar van Jehovah’s getuigen onlangs op een zondag een lezing in de Koninkrijkszaal hield, waren er 149 aanwezigen. Die zondag werden er slechts vijf mensen in de kerk geteld.
Het schitterende bezoekersaantal in de Koninkrijkszaal werd bereikt ondanks het feit dat de secretaris van de kerk iemand had gehuurd om het dorp rond te gaan, op een trommel te slaan en de mensen voor de kerkdienst uit te nodigen. Lidmaten van de kerk hadden een man zelfs drek laten gooien in de hut waar de reizende bedienaar van Jehovah’s getuigen logeerde.
Volgens de laatste berichten heeft de secretaris van de kerk die kerk verlaten en de penningmeester denkt er ernstig over dit eveneens te doen. Degenen die nog steeds met de kerk verbonden zijn, geloven dat Jehovah’s getuigen binnenkort het kerkgebouw als hun Koninkrijkszaal zullen gebruiken.