Is Petrus ooit in Rome geweest?
ALS u tot de Rooms-Katholieke Kerk behoort of bekend bent met haar leer weet u dat de katholieke Kerk steunt op de bewering dat Petrus in Rome is geweest. The Catholic Encyclopedia van 1911 zegt: „Dit vormt de historische basis voor de aanspraak van de bisschoppen van Rome op het Apostolische Primaatschap van Petrus.”
Dat er zo’n grote betekenis aan Petrus’ verblijf in Rome wordt gehecht, geeft werkelijk reden te verwachten dat dit door betrouwbare historische bewijzen wordt gestaafd. The Catholic Encyclopedia beweert ook dat dit zo is, zeggende: „St. Petrus’ verblijf en dood in Rome zijn door een reeks van duidelijke bewijzen die zich van het eind van de eerste tot het eind van de tweede eeuw uitstrekken, buiten kijf als historische feiten gestaafd.” De New Catholic Encyclopedia merkt eveneens op: „Het is heel zeker dat Petrus zijn laatste jaren in Rome heeft doorgebracht.”
WAS BABYLON ROME?
Het oudste bewijs waarop wordt gewezen, is dat van 1 Petrus 5:13: „Zij die in Babylon is, een uitverkorene zoals gij, zendt u haar groeten.” Een voetnoot in de New American Bible, een moderne rooms-katholieke vertaling, identificeert dit „Babylon” als volgt: „Rome, dat — evenals het oude Babylon — Jeruzalem innam en haar tempel verwoestte.” Toch erkent dezelfde katholieke vertaling dat, indien Petrus de brief heeft geschreven, „deze gedateerd moet worden vóór 64-67 n. Chr., de periode waarin zijn terechtstelling onder Nero heeft plaatsgevonden.” Jeruzalem werd echter pas in 70 G.T. door de Romeinen verwoest. Toen Petrus zijn brief schreef, bestond er dus geen overeenkomst tussen Babylon en Rome.
Het denkbeeld dat Babylon Rome betekent, is dus gewoon een interpretatie, maar wordt niet door feiten gestaafd. Het werd zelfs door rooms-katholieke geleerden uit voorgaande eeuwen, zoals Peter de Marca, John Baptist Mantuan, Michael de Ceza, Marsile de Padua, John Aventin, John Leland, Charles du Moulin, Louis Ellies Dupin en de beroemde Desiderius Erasmus in twijfel getrokken. De kerkhistoricus Dupin schreef:
„De eerste brief van Petrus is gedateerd te Babylon. Veel klassieken hebben aangenomen dat die naam Rome betekende, maar er doet zich geen reden voor die St. Petrus ertoe bewogen kon hebben de naam Rome in die van Babylon te veranderen. Hoe konden degenen aan wie hij schreef begrijpen dat Babylon Rome was?”
Afgezien van verwijzingen naar „Babylon de Grote” in het boek Openbaring wordt in de Heilige Schrift slechts één stad Babylon genoemd. Die stad is het Babylon aan de Eufraat. Kan dit de plaats zijn geweest van waaruit Petrus schreef?
Ja. Hoewel Babylon nadat het door de Meden en Perzen was veroverd in verval raakte, bleef het bestaan. Er bevond zich in de eerste eeuwen van onze gewone tijdrekening een tamelijk omvangrijke joodse bevolking in Babylon en omstreken. The International Standard Bible Encyclopedia zegt: „Babylonië bleef eeuwenlang een middelpunt van oosters judaïsme, en te oordelen naar discussies in rabbijnse scholen werd daar in de 5de eeuw van onze tijdrekening de Talm[oed] van Jeruz[alem], en een eeuw later de Talm[oed] van Babylon voortgebracht.”
Petrus moet precies hebben bedoeld wat hij schreef. Dit wordt duidelijk door een besluit dat hij enkele jaren voordat hij zijn eerste geïnspireerde brief schreef, nam. In een samenkomst met Paulus en Barnabas kwam hij overeen zijn krachtsinspanningen te blijven geven aan het verbreiden van het evangelie onder de joden. Wij lezen: „Toen zij zagen dat aan mij [Paulus] de prediking van het Evangelie onder de onbesnedenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus die onder de besnedenen — Hij die Petrus gesterkt heeft voor het apostolaat onder de besnedenen, heeft mij kracht gegeven voor de heidenen — en toen zij de genade die mij is geschonken, hadden leren kennen, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die als steunpilaren gelden, mij en Barnabas de hand als teken van gemeenschap: wij zouden naar de heidenen gaan, zij naar de besnedenen” (Gal. 2:7-9, Sint-Willibrordvertaling). Bijgevolg zou Petrus redelijkerwijs veeleer in een centrum van het judaïsme, zoals Babylon, hebben gewerkt, dan in Rome, met zijn overheersend heidense bevolking.
In het getuigenis van de bijbel zelf is dus geen basis voor de bewering dat Petrus in Rome is geweest. Wat valt er echter over andere oude geschriften te zeggen?
HET GETUIGENIS VAN CLEMENS
Clemens van Rome, uit de eerste eeuw G.T., wordt vaak genoemd als iemand die Petrus’ verblijf in Rome bevestigt. Hij schreef:
„Laten wij ons de illustere apostelen eens voor ogen stellen. Petrus onderging ten gevolge van onrechtvaardige afgunst niet één of twee, maar talrijke verdrukkingen, en toen hij ten slotte de marteldood stierf, ging hij naar de plaats van heerlijkheid die hem toekwam. Ook Paulus verkreeg, nadat hij ten gevolge van afgunst zeven maal in de gevangenis was geworpen, gedwongen was geweest te vluchten en was gestenigd, de beloning voor geduldige volharding. Na zowel in het oosten als het westen te hebben gepredikt, verwierf hij wegens zijn geloof de illustere reputatie in de gehele wereld rechtvaardigheid te hebben onderwezen, naar het uiterste westen te zijn gegaan en onder de prefecten de marteldood te zijn gestorven.”
Met betrekking tot deze commentaren merkte de katholieke geleerde Lardner op:
„Ik ben van mening dat uit deze passages terecht de gevolgtrekking kan worden gemaakt dat Petrus en Paulus ten tijde van Nero’s vervolging martelaars in Rome waren, want zij leden onder de Romeinen, waar Clemens bisschop was en in wiens naam hij aan de Korinthiërs schreef.”
Zei Clemens dit echter werkelijk? Het is waar dat hij zowel Petrus als Paulus noemt, maar hij zegt nergens dat zij beiden in Rome de marteldood stierven. Hij noemt alleen Paulus als degene die „zowel in het oosten als het westen” heeft gepredikt, hetgeen impliceert dat Petrus nooit in het westen is geweest (aangezien hij veeleer in het oosten, zoals in Babylon, diende). Het getuigenis van Clemens weerlegt dus in feite de bewering dat Petrus in Rome is geweest.
HET GETUIGENIS VAN IGNATIUS
Een andere oude bron die wordt aangehaald ter ondersteuning van het feit dat Petrus in Rome verbleef, is Ignatius, uit het eind van de eerste en het begin van de tweede eeuw G.T. Ignatius zei tot christenen in Rome: „Ik leg u niet, zoals Petrus en Paulus, geboden op. Zij waren apostelen; ik ben slechts een veroordeeld man.” Ter verklaring van deze woorden zegt The Catholic Encyclopedia: „Deze opmerking moet inhouden dat de twee Apostelen persoonlijk in Rome hebben gearbeid en het Evangelie aldaar met Apostolisch gezag hebben gepredikt.”
Is de gevolgtrekking van The Catholic Encyclopedia steekhoudend? Zei Ignatius dat zowel Petrus als Paulus in Rome waren? Neen, hij verklaarde eenvoudig dat Paulus en Petrus, als apostelen, geboden uitvaardigden. Men dient in gedachten te houden dat geboden door middel van brieven, door bemiddeling van boodschappers of zelfs mondeling, als men door personen uit andere plaatsen wordt bezocht, uitgevaardigd kunnen worden. Degene die gebiedt, behoeft niet persoonlijk in een bepaalde stad aanwezig te zijn.
HET GETUIGENIS VAN IRENAEUS
Enkelen zullen misschien zeggen: Ah, maar heeft Irenaeus niet positief gezegd dat Petrus in Rome was? Volgens de bestaande geschriften van Irenaeus (tweede eeuw G.T.) wel. Wij lezen: „Matthéüs bracht ook een geschreven Evangelie onder de Hebreeën in hun eigen dialect in omloop, terwijl Petrus en Paulus in Rome predikten en de fundamenten van de Kerk legden.” Er wordt ook melding gemaakt van de „universeel bekende Kerk die door de twee doorluchtigste apostelen, Petrus en Paulus, in Rome werd gesticht en georganiseerd.” Het kan echter zijn dat Irenaeus deze beweringen niet heeft gedaan. Waarom niet? Omdat de oorspronkelijke Griekse geschriften van Irenaeus verloren zijn gegaan. Deze woorden die aan hem worden toegeschreven, zijn uit een slechte Latijnse versie vertaald die enkele honderden jaren later werd gevonden. Een Latijnse schriftgeleerde zou de punten over Petrus er gemakkelijk aan toegevoegd kunnen hebben. Dat er dergelijke vervalsingen waren, wordt door Louis Ellies Dupin, een rooms-katholieke historicus toegegeven. Hij zegt:
„De katholieken hebben valse verhalen, valse wonderen en valse levensgeschiedenissen van heiligen uitgevonden om de vroomheid van de gelovigen te voeden en in stand te houden.”
Het krachtigste bewijs tegen de verklaringen die aan Irenaeus worden toegeschreven, is dat ze niet in overeenstemming zijn met de bijbel. Zoals uit de brief aan de Romeinen blijkt, waren er reeds christenen in Rome voordat de apostel Paulus ooit naar die stad kwam. Dit wordt erkend in de inleiding tot het boek Romeinen in de katholieke New American Bible:
„Aangezien noch de vroege christelijke overlevering noch Paulus’ brief aan de Romeinen een stichter van de christelijke gemeenschap in Rome vermeldt, kan de gevolgtrekking worden gemaakt dat het christelijke geloof door bemiddeling van christelijke bekeerlingen uit de joodse gemeenschap van Jeruzalem naar die stad kwam.”
Noch Petrus noch Paulus hebben door in Rome te werken daar de christelijke kerk gesticht. Op de dag van Pinksteren in 33 G.T. sprak Petrus in Jeruzalem echter tot „tijdelijke inwoners uit Rome, zowel joden als proselieten” (Hand. 2:10). Dit kan de basis zijn voor de overleveringen die het stichten van de kerk in Rome aan Petrus toeschrijven. Zoals de feiten echter aantonen, is dit geen deugdelijke basis waarop men zijn geloof kan bouwen.
HET GETUIGENIS VAN DE ARCHEOLOGIE
Schijnbaar historische bewijzen voor Petrus’ verblijf in Rome, blijken bij nauwkeurig onderzoek dus geen werkelijke basis te hebben. Dit geldt ook voor zogenaamd archeologische bewijzen. Opgravingen hebben overblijfselen aan het licht gebracht van wat naar men denkt een klein grafmonument is geweest. Degenen die dit monument met het graf van Petrus in verband brengen, gaan van de veronderstelling uit dat hij in Rome is geweest. Met betrekking tot de beenderen die werden gevonden, zegt de New Catholic Encyclopedia:
„Uit een anatomisch en geologisch onderzoek blijkt dat deze beenderen uit de eerste eeuw zijn. Hieronder bevinden zich de beenderen van een man van grote gestalte. Er kan echter niet worden bewezen dat het de beenderen van St. Petrus zijn.”
Er is dus geen deugdelijk archeologisch of historisch bewijs waardoor Petrus’ verblijf in Rome wordt gestaafd. De bijbel bewijst het tegendeel. De bewering van de Rooms-Katholieke Kerk betreffende het „Apostolische Primaatschap van Petrus” is derhalve onjuist!