Hoeveel geeft u om mensen?
WANNEER u mensen om u heen gadeslaat, wat ziet u dan? Mensen die verslaafd zijn aan schadelijke gewoonten? Echtparen met ernstige huwelijksmoeilijkheden? Ouders wier kinderen opstandig zijn? Jongeren die van mening zijn dat het leven leeg en zinloos is? Mannen en vrouwen die er moeite mee hebben met elkaar op te schieten? Ongetwijfeld ziet en kent u zulke mensen, want er zijn er thans miljoenen. Zij hebben hulp nodig om aan hun problemen het hoofd te kunnen bieden. Kunt u hen helpen? Wilt u hen helpen?
Als u een opgedragen dienstknecht van Jehovah bent, kunt u hen in grote mate helpen. U hebt uit eigen ervaring geleerd dat een nauwkeurige kennis van de bijbel mensen kan helpen de fundamentele levensproblemen op te lossen. Door die kennis toe te passen, is uw eigen verhouding tot anderen enorm verbeterd. Het heeft u behoed voor het volgen van een schadelijke levenswijze en heeft uw leven zinvol gemaakt. U hebt bemerkt dat een discipel van Jezus Christus en een toegewijde getuige van Jehovah God te zijn, betekent zich thans in de beste levenswijze te verheugen en een schitterende, deugdelijke hoop voor de toekomst te hebben. — 1 Tim. 4:8.
Maar hoe wordt datgene wat u hebt geleerd, weerspiegeld in uw houding en daden ten opzichte van anderen? Als u de slechte omstandigheden ziet waarin velen zich bevinden, hebt u dan medelijden met hen? Spoort uw hart u ertoe aan al het mogelijke te doen om hen met Gods Woord bekend te maken? Indien dit zo is, zult u zoveel mogelijk tijd besteden aan krachtsinspanningen om Gods waarheid bekend te maken.
EEN DRINGENDE TIJD
De tijd waarin wij leven, maakt het voor Gods toegewijde dienstknechten dringend een volledig aandeel te hebben aan het werk dat erin bestaat te prediken en discipelen te maken. Wij leven thans in de „laatste dagen” van het huidige goddeloze samenstel (2 Tim. 3:1-5). Alleen personen die als ware discipelen van Gods Zoon een aanvaardbare positie voor het aangezicht van Jehovah God innemen, zullen het einde van dit samenstel overleven (Openb. 7:14-17). Voordat dit einde komt, hebben Jehovah’s getuigen de gelegenheid aan een levenreddend waarschuwingswerk deel te nemen. De tijd die voor deze activiteit is overgebleven, is echter kort geworden. — 1 Kor. 7:29.
Bij reddingswerk is de hoeveelheid beschikbare tijd om iets goeds tot stand te brengen, altijd beperkt. In tijden van rampspoed passen mannen en vrouwen die aan de reddingswerkzaamheden deelnemen, hun dagelijkse routine bereidwillig aan de omstandigheden aan ten einde aan dit werk voorrang te verlenen. Zij kijken niet op de klok om te zien wanneer zij moeten ophouden, maar blijven net zo lang aan het werk als hun fysieke krachten dit toelaten en mensen hulp nodig hebben. Zult u net zo bereidwillig persoonlijke genoegens en verlangens opgeven om een zo volledig mogelijk aandeel te hebben aan het allerbelangrijkste reddingswerk in deze tijd? Elke toegewijde dienstknecht van God dient zich hiertoe gedrongen te voelen. Het eeuwige leven, welzijn en geluk van medemensen staat op het spel.
Een van de beste manieren om mensen persoonlijke hulp te bieden, is hen thuis te bezoeken. Dit dienen wij wanneer en waar dit maar mogelijk is, geregeld te doen. Aldus geven wij er blijk van dat onze liefde niet partijdig is, want de gelegenheid om te horen, wordt aan iedereen geboden. Natuurlijk zullen wij hierbij de andere gelegenheden die wij in ons dagelijkse contact met anderen hebben om met hen over Gods Woord te spreken, niet over het hoofd zien. Een diepe bezorgdheid voor hun blijvende welzijn zal ons ertoe aandrijven te trachten elke gelegenheid zo goed mogelijk te benutten. Dit geldt zelfs voor Getuigen met fysieke gebreken waardoor zij worden verhinderd aan de van-deur-tot-deurbediening deel te nemen. Ook zij kunnen er vreugde uit putten wanneer zij de gelegenheden die zij hebben om Gods waarheid bekend te maken, benutten.
Ons werk bestaat vanzelfsprekend niet alleen in prediken. Het omvat het maken van discipelen. Wanneer mensen dus van belangstelling blijk geven, dient onze liefde voor hen ons ertoe te bewegen zo spoedig mogelijk terug te keren om hun waardering voor Gods Woord op te bouwen. Ook al zijn zij niet thuis, dan dienen wij redelijke krachtsinspanningen in het werk te stellen om hen te vinden. Wanneer er eenmaal een wekelijkse bijbelstudie is opgericht, dienen wij ernaar te streven hen niet alleen te onderwijzen wat Gods Woord zegt, maar ook te vertellen hoe zij hun leven ermee in overeenstemming kunnen brengen. Op deze wijze zullen wij een waarlijk christelijke persoonlijkheid in hen opbouwen.
LAAT EEN ONGUNSTIGE REACTIE U ER NIET TOE BRENGEN HET LANGZAMER AAN TE DOEN
Als een oprechte bezorgdheid voor mensen ons ertoe aanzet aan het predikingswerk en het maken van discipelen deel te nemen, zal een ongunstige reactie ons er niet toe brengen het langzamer aan te gaan doen. Dat mensen misschien niet naar ons luisteren, verandert niets aan het feit dat zij hulp nodig hebben. Hun leven verkeert in gevaar.
Het is goed in gedachten te houden dat wanneer er voor een storm of overstroming wordt gewaarschuwd, niet alle mensen op de waarschuwing acht slaan. Maar dat vermindert de belangrijkheid van zulke waarschuwingen niet. Zo zijn ook reddingswerkzaamheden niet altijd succesvol. Indien de redders er echter van zouden uitgaan dat hun krachtsinspanningen toch wel vergeefs zullen zijn, zouden zij zich niet tot het uiterste inspannen. Er zouden levens verloren kunnen gaan omdat de tijd niet op de beste manier werd gebruikt. Er bestaat dus beslist geen reden voor in het levenreddende werk dat bestaat in het prediken en het maken van discipelen, minder vastberaden te zijn om mensen te helpen dan wanneer er een natuurramp zou naderen of had plaatsgevonden.
Er zijn redenen voor waarom mensen op een bepaalde manier reageren wanneer Jehovah’s getuigen hen bezoeken. Misschien zijn zij door wat zij in het leven hebben meegemaakt wel achterdochtig. Er zijn hun misschien wel onwaarheden over Jehovah’s getuigen verteld die zij hebben geloofd. Dat zij deze leugens zo grif aanvaardden, kan ten dele te wijten zijn aan het feit dat zij of goede bekenden van hen door hebzuchtige religieaanhangers zijn uitgebuit. Zij zouden met het oog op de hedendaagse religieuze verwarring kunnen denken dat Jehovah’s getuigen net zo zijn als de leden van de kerken van de christenheid. Dat wij steeds weer opnieuw naar dezelfde huizen terugkeren, zou sommigen van hen er derhalve uiteindelijk van kunnen overtuigen dat wij hun belangen op het oog hebben, dat wij om de mensen geven. Bovendien zouden er in hun leven dingen kunnen gebeuren of zouden hun omstandigheden kunnen veranderen, waardoor zij ertoe zouden kunnen komen onze hulp in te roepen.
Ook al reageren de mensen niet gunstig op onze krachtsinspanningen, dan hebben wij toch de voldoening te weten dat wij Gods wil hebben gedaan. Wanneer dit samenstel dan inderdaad eindigt, kan de dood van afzonderlijke personen niet aan ons geweten worden. Evenals de apostel Paulus zullen wij kunnen zeggen: „Ik [ben] rein . . . van het bloed van alle mensen.” — Hand. 20:26.
JEHOVAH KAN U GEBRUIKEN
Wij dienen onze krachtsinspanningen om mensen te helpen nooit te laten verslappen omdat wij menen dat anderen dit veel beter kunnen doen. De Heer Jezus gaf al zijn volgelingen de opdracht te prediken en discipelen te maken (Matth. 28:19, 20). Hij en zijn Vader kunnen dus een ieder van ons gebruiken om anderen te helpen de goddelijke wil te gaan doen en zich thans in de beste levenswijze te verheugen. Het is nooit Jehovah’s voornemen geweest alleen de verstandigste en welsprekendste mannen en vrouwen te gebruiken om in de behoeften van anderen te voorzien. „Niet veel wijzen naar het vlees werden geroepen”, zegt Gods Woord. — 1 Kor. 1:26.
De liefde, zorg en oprechtheid die u weerspiegelt wanneer u tot anderen spreekt, kunnen veel meer tot stand brengen dan louter welsprekende, gepolijste taal. Aangezien Jehovah God u wenst te gebruiken, behoeft u zich er geen zorgen over te maken of uw beperkingen anderen misschien tot struikelen zullen brengen. Zolang u maar uw best doet en er volledig op vertrouwt dat Jehovah God u zal helpen anderen van dienst te zijn, zult u een voortreffelijk werktuig in zijn handen zijn. Hij kan zelfs jonge kinderen in zijn dienst gebruiken, waardoor hij zich „uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen” lof verschaft. — Matth. 21:16.
Dat Jehovah ons de gelegenheid schenkt zijn „medewerkers” te zijn om de mensheid te helpen, toont aan dat hij ons vertrouwt, dat hij het vertrouwen heeft dat wij het aan ons toegewezen werk zullen verrichten (1 Kor. 3:9). Hoe dat zo? Welnu, nergens in zijn Woord lezen wij hoeveel tijd wij voor het predikingswerk en het maken van discipelen moeten reserveren. Dit is klaarblijkelijk zo omdat Jehovah altijd heeft gewild dat zijn dienstknechten zich volledig vanuit het hart zouden uiten. Hij wist van hen als groep dat hun liefde voor hem en voor hun medemensen sterk genoeg zou zijn om hen ertoe aan te zetten hun uiterste best te doen mensen te helpen de weg tot redding te vinden voordat het te laat is. Hij wist dat zij bereid zouden zijn hun aangelegenheden zo te regelen en hun omstandigheden zelfs te veranderen om dit tot stand te brengen (Ps. 110:3). Jehovah wist ook dat indien sommigen hun plicht zouden verzaken, geestelijk bekwame mannen in de gemeenten van zijn volk er waakzaam op zouden toezien waardering voor zijn dienst op te bouwen (1 Petr. 5:2, 3). Spoort dit vertrouwen van God in zijn volk u er niet toe aan zoveel mogelijk tijd aan het predikingswerk en het maken van discipelen te besteden? Kweekt het in u niet het verlangen aan als individuele persoon te willen bewijzen dat u dit vertrouwen waard bent?
GODS NAAM IS ERBIJ BETROKKEN
Gods heilige naam is met het predikingswerk en het maken van discipelen verbonden. Hij heeft beloofd dat het oordeel pas aan het huidige samenstel voltrokken zal worden nadat er ruimschoots is gewaarschuwd. Jezus Christus zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Indien wij, als zijn volk, dus in gebreke zouden blijven het „goede nieuws” bekend te maken en anderen te helpen hun standpunt voor het Koninkrijk in te nemen, waardoor zij ervoor in aanmerking komen het einde van dit samenstel te overleven, zouden wij smaad op Gods naam brengen. God zou er dan namelijk van beschuldigd kunnen worden de mensheid niet voldoende te hebben gewaarschuwd. Jehovah’s christelijke getuigen in deze tijd nemen dezelfde positie in als de profeet Ezechiël in de oudheid. Ezechiël kreeg van God te horen: „Tot een wachter heb ik u gemaakt voor het huis van Israël, en gij moet uit mijn mond een woord horen en gij moet hen mijnentwege waarschuwen.” — Ezech. 3:17.
Evenals Ezechiël uit de oudheid niet in gebreke bleef zich van zijn plichten als wachter te kwijten, zullen Jehovah’s getuigen in deze tijd als groep niet in gebreke blijven de waarschuwing te laten weerklinken. Afzonderlijke personen kunnen hierin echter wel in gebreke blijven door toe te laten dat hun liefde voor Jehovah en hun medemensen door andere genegenheden wordt verdrongen. Het is derhalve in het geval van iedereen belangrijk ernstig te beschouwen of zijn hart hem in de goede richting aanspoort.
Misschien bent u al vele jaren met het predikingswerk en het maken van discipelen bezig. Dan hebt u er reden toe thans ijveriger te zijn dan ooit tevoren. U hebt een zinvol leven geleid. U hebt u in kostbare omgang met medegelovigen verheugd. U kunt zien dat de bewijzen dat het einde van dit samenstel voor de deur staat, nog nooit zo duidelijk zijn geweest. Hoezeer dient dit bij u het verlangen aan te wakkeren anderen te helpen een handelwijze te gaan volgen waardoor zij voor redding in aanmerking komen!
Indien u er nog maar pas mee bent begonnen aan het predikingswerk en het maken van discipelen deel te nemen, kunt ook u inzien dat het noodzakelijk is u krachtig in te spannen. U kunt u nog heel goed de problemen herinneren waarmee u nog niet zo lang geleden te kampen had en hoe u door Gods Woord werd geholpen thans de beste levenswijze te volgen. Wanneer u beseft in welke gevaarlijke omstandigheden u zich zo laat in deze tijd van het einde bevond, hebt u voldoende reden anderen graag te willen helpen.
Aan de andere kant bent u er misschien nog maar pas mee begonnen Gods Woord te bestuderen. In dat geval zult u er de belangrijkheid van gaan inzien een ware discipel van Jezus Christus te worden. Wij moedigen u ertoe aan met het oog hierop krachtsinspanningen in het werk te blijven stellen.
Mogen wij allen bewijzen dat wij veel om mensen geven en dat wij een oprechte liefde voor onze God Jehovah bezitten door met onze gehele ziel aan het predikingswerk en het maken van discipelen deel te nemen.