Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u zich de volgende punten ongetwijfeld herinneren:
● Op welke wijze maakte Jezus Gods naam aan zijn volgelingen „bekend” of „openbaar”? — Joh. 17:6, 26.
Jezus sprak Gods naam niet alleen juist uit, maar door wat hij was, zei en deed openbaarde hij de eigenschappen, wet, wil en voornemens van zijn Vader en maakte daardoor de persoon bekend die door de naam wordt vertegenwoordigd. — Blz. 451.a
● Hoe zijn, zoals in 2 Korinthiërs 1:20 wordt verklaard, Gods beloften ’Ja geworden door tussenkomst van Jezus Christus’?
Door tussenkomst van Jezus Christus — door wat hij als mens is geweest en heeft gedaan — gaan al Gods beloften in vervulling. Door zijn leven als een loskoopoffer voor de mensheid af te leggen, verschafte Jezus de wettelijke basis op grond waarvan Jehovah God die beloften kan vervullen. — Blz. 453, 454.
● Wanneer en in welke betekenis sterft Jezus als Hogepriester ten opzichte van de overlevenden van de „grote verdrukking” die zich in de tegenbeeldige toevluchtsstad bevinden?
Dit vindt plaats aan het eind van Jezus’ duizendjarige regering wanneer deze overlevenden van de „verdrukking” tot menselijke volmaaktheid zijn gekomen. Jezus sterft ten aanzien van hen in de zin dat zijn priesterlijke dienst, die erin bestaat hen te reinigen met het bloed van zijn slachtoffer, niet meer nodig zal zijn. — Blz. 500.
● Waarom kunnen Jehovah’s getuigen personen die verslaafd zijn aan tabak niet voor de doop aanvaarden?
Tabak bezoedelt het lichaam en is schadelijk voor de gezondheid; het gebruik ervan weerspiegelt derhalve gebrek aan eerbied voor de Gever van het leven, Jehovah God. Het gebruik van tabak is niet in overeenstemming met de bijbelse vermaning die christenen krijgen ’zich te reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest’. Tabak bevat bovendien een verslavende drug, nicotine. Tabak kan derhalve tot de verslavende drugs worden gerekend, zoals de drugs waaraan het Griekse woord pharmakia, „drogerij”, zijn oorsprong ontleent. De bijbel verklaart specifiek dat, zoals de grondtekst zegt, „pharmakous”, dat wil zeggen ’drugvervaardigers, drughandelaars of druggebruikers’, geen goddelijke goedkeuring zullen verkrijgen (Gal. 5:20; Openb. 9:21; 2 Kor. 7:1). — Blz. 532, 533.
● Hoe kunnen wij ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachten houden en verwachten’? — 2 Petr. 3:12.
Wij doen dit door dagelijks te leven alsof Jehovah’s oordeelsdag heel spoedig komt. Wij moeten deze niet als veraf beschouwen, als zouden wij nog voldoende tijd hebben om ons met zelfzuchtige doeleinden bezig te houden en dan toch nog de tijd hebben ons om te keren en aan de vernietigende verbolgenheid van Jehovah’s dag te ontkomen. — Blz. 554.
[Voetnoten]
a Alle verwijzingen zijn naar De Wachttoren van 1973.