Leren op Jehovah te vertrouwen
IN ONS geslacht wordt er op iedereen een enorme druk uitgeoefend. Mensen worden van alle kanten door problemen bestormd. Het is alsof er een zware atmosfeer hangt die ons van alle kanten benauwt. Er is beslist moed voor nodig om voorwaarts te blijven gaan.
De enige manier waarop men aan de druk van de wereld het hoofd kan bieden, is door zich op Jehovah, de Schepper, te verlaten. Om die reden stellen Jehovah’s getuigen zich ten doel mensen te helpen inzien dat de oplossingen van mensen zullen falen en dat alleen God de mensheid kan en ook zal helpen.
Gods Woord zegt: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort. Gelukkig is hij . . . wiens hoop is op Jehovah, zijn God, de Maker van hemel en aarde, . . . Degene die trouw houdt tot onbepaalde tijd.” — Ps. 146:3, 5, 6.
CHRISTENEN KUNNEN LEREN
Maar zelfs ware christenen, die hun hoop en vertrouwen op Gods Koninkrijksheerschappij voor deze aarde hebben gesteld, moeten nog veel leren wanneer het erop aankomt vertrouwen te stellen in Jehovah. Het is betrekkelijk gemakkelijk naar dit uiteenvallende samenstel van dingen te kijken en te zeggen dat de enige hoop in Gods regering voor de aarde is gelegen. Iedereen zou zich echter het volgende kunnen afvragen: ’Leid ik werkelijk een leven van vertrouwen in Jehovah?’ ’Vertrouw ik niet alleen op wat God in de toekomst zal doen, maar ook op zijn dagelijkse leiding?’
Misschien bent u bijvoorbeeld jong en krachtig. Of u bewoont een geriefelijk huis en geniet financiële zekerheid. Dit is prachtig. U moet echter beslissingen nemen met betrekking tot uw wereldse werk, het aanschaffen van dingen die u nodig hebt of wilt hebben, of het doen van dingen die u prettig vindt. Vertrouwt u hierbij op uw eigen kracht of bezittingen? De bijbelschrijver Jakobus geeft ons de waarschuwing ons vertrouwen niet in verkeerde dingen te stellen, wanneer hij zegt:
„Welaan nu, gij die zegt: ’Vandaag of morgen zullen wij naar deze stad trekken en daar een jaar doorbrengen, en wij zullen zaken doen en winst maken’, terwijl gij niet weet wat uw leven morgen zal zijn. Want gij zijt een nevel, die een ogenblik verschijnt en dan verdwijnt. In plaats daarvan zoudt gij moeten zeggen: ’Indien Jehovah wil, zullen wij leven en ook dit of dat doen.’” — Jak. 4:13-15.
Wanneer u een beslissing moet nemen, tracht u dan eerst Gods leiding met betrekking tot de kwestie te krijgen? Welke invloed zal de beslissing uitoefenen op uw dienst voor Hem, voor uw broeders en zusters en voor anderen? Zal uw leven erdoor vereenvoudigd worden, zodat de dingen die u ervan afhouden u van uw christelijke taken te kwijten, worden verminderd? Zal ze u in staat stellen beter zorg te dragen voor verantwoordelijkheden in de gemeente of ernaar te streven in een ruimere mate dienst te verrichten? Zult u erdoor geholpen worden uw geestelijke gezindheid te vergroten? Hoe zult u er beter door in de gelegenheid worden gesteld met uw gezinsleden samen te zijn ten einde hen op te bouwen?
Een van de belangrijkste overwegingen is: Wat zal ik er NU in geestelijk opzicht door winnen? Alles wat ons nu zal hinderen, is gevaarlijk, aangezien wij thans leven, zoals Jakobus zegt. Bovendien zal dit gehele samenstel van dingen binnenkort verdwijnen.
Aan de andere kant hebt u het in materieel opzicht misschien niet zo ruim. Verlaat u zich niettemin op Jehovah door bij het nemen van beslissingen de voorkeur te geven aan geestelijke dingen en door indien nodig betere materiële vooruitzichten op te offeren? Hierdoor toont u dat u zich werkelijk op Jehovah verlaat.
VERTROUWEN IN TIJD VAN ONTBERINGEN
Verder dienen wij ons ook op Jehovah te verlaten wanneer wij voor werkelijke ontberingen of vervolgingen komen te staan. De apostel Paulus schreef: „Want wij willen u niet onwetend laten, broeders, omtrent de verdrukking die ons in het district Asia is overkomen, dat er een zeer sterke druk, die onze krachten te boven ging, op ons werd uitgeoefend, zodat wij zelfs zeer in het onzekere verkeerden over ons leven. Ja, inwendig hadden wij het gevoel dat wij het doodvonnis hadden ontvangen. Dit geschiedde opdat wij ons vertrouwen niet op onszelf zouden stellen, maar op de God die de doden opwekt. Van zo iets groots als de dood heeft hij ons verlost en zal hij ons verlossen, en op hem hebben wij onze hoop gevestigd dat hij ons ook verder zal verlossen.” — 2 Kor. 1:8-10.
Wij dienen tegenspoed als een gelegenheid te bezien waardoor wij ons vertrouwen in Jehovah kunnen versterken, want als wij niets meer voor onszelf kunnen doen, op wie anders kunnen wij ons dan verlaten? Sommigen van Jehovah’s getuigen leerden pas volledig wat het betekent vertrouwen te stellen in Jehovah toen zij het volle-tijdpredikingswerk op zich hadden genomen. Het kwam voor dat zij niet wisten waar hun volgende maaltijd vandaan zou komen. Toen zij echter geloof en vertrouwen oefenden en in dit „pioniers”-werk dat zij als een levensroeping hadden gekozen, volhardden, werden zij ruimschoots van het nodige voorzien en waren zij gelukkig. — 1 Tim. 6:6-8.
Ga in tijden van droefheid of vervolging in gebed tot God (Hebr. 4:16). Denk ook niet licht over de hulp die de gebeden van uw christelijke broeders en zusters kunnen schenken. De apostel deed het volgende beroep op zijn medechristenen: „Ook gij kunt meehelpen door uw smeking voor ons” (2 Kor. 1:11). Wanneer u er door uw handelwijze blijk van geeft dat u zich op Jehovah verlaat en wanneer uw getrouwe broeders en zusters ten behoeve van u tot God bidden, kunt u zich er volledig op verlaten dat u alle hulp zult ontvangen die u nodig hebt. — 1 Tim. 2:1.
Vertrouwen stellen in Jehovah houdt meer in dan het geloof te hebben dat hij voor ons zal zorgen. Het houdt tevens in dat wij moedig zullen zijn, vrijheid van spreken zullen hebben, ons aan bijbelse beginselen zullen vasthouden en anderen van ons standpunt op de hoogte zullen brengen. Jezus zei: „Belijdt daarom iemand voor de mensen dat hij in eendracht met mij is, dan zal ook ik voor mijn Vader, die in de hemelen is, belijden in eendracht met hem te zijn.” — Matth. 10:32.
Hoe waar dit is, heeft een broeder ervaren die al bijna zolang hij in de waarheid is, verlamd is. Het heeft hem heel wat moeite en jaren van oefening gekost om zelfs maar te kunnen lopen en zelf iets te doen. Op school deed hij zijn best om de journalistiek te leren. Hij werd heel succesvol in radio- en TV-uitzendingen, maar hij nam altijd een krachtig en duidelijk standpunt in met betrekking tot de waarheid — hij zette zijn werkgevers vanaf het begin duidelijk uiteen dat hij een van Jehovah’s getuigen was en in verband met advertenties geen christelijke beginselen kon overtreden. Verscheidene malen verloor hij zijn betrekking wegens zijn openheid en hij sloeg betrekkingen als manager van de hand omdat hierbij activiteiten betrokken waren waardoor hij zijn geweten geweld zou moeten aandoen.
Niettemin hebben deze broeder en zijn vrouw alles ontvangen wat zij nodig hadden, zonder van anderen afhankelijk te zijn. Hij heeft altijd werk gehad. Bovendien heeft Jehovah hem schitterende gelegenheden gegeven getuigenis te geven aan mensen die onder normale omstandigheden moeilijk te bereiken zijn, terwijl hij het voorrecht heeft gehad vele gemeentetoewijzingen te behartigen door dienst te doen als ouderling en op grote congressen van Jehovah’s getuigen deel te nemen aan de nieuwsdienstactiviteit.
Niemand behoeft dus wanhopig te worden, wat zijn fysieke toestand, zijn financiële status, zijn achtergrond of zijn huidige omstandigheden ook zijn. God wordt zelfs in grotere mate verheerlijkt wanneer het duidelijk is dat iets niet door iemands eigen kracht of vermogen tot stand wordt gebracht, maar door Gods kracht. De apostel zegt in dit verband: „Wij hebben deze schat . . . in aarden vaten, opdat de kracht die datgene wat normaal is te boven gaat, van God zou zijn en niet uit onszelf.” — 2 Kor. 4:7.
Door uw loyale vertrouwen, verheerlijkt u Jehovah. Op zijn beurt gaat zijn hart vol waardering naar u uit. — Hebr. 6:10; 11:6.