Het christendom tot uw levenswijze maken
OVER de eerste-eeuwse volgelingen van Jezus Christus staat in Handelingen 9:2 geschreven dat zij tot „De Weg” behoorden. Dit kan van ware christenen nog steeds gezegd worden. Waarom? Omdat bij hun levenswijze het geloof in Christus centraal staat. En, evenals Jezus, zijn zij Jehovah God van ganser harte toegewijd. Het christendom is hun weg, hun levenswijze.
Misschien bestudeert u de bijbel met Jehovah’s christelijke getuigen en bezoekt u vergaderingen in hun plaatselijke Koninkrijkszaal. Indien dit het geval is, maken de geestelijke dingen die u ontvangt u waarschijnlijk gelukkig. Maar zeer waarschijnlijk beseft u dat aanbidding van Jehovah niet alleen maar betekent dat u bepaalde leerstellingen aanhangt en bijeenkomt met degenen die in God en Christus geloven. Het beoefenen van de ware religie beïnvloedt veeleer ieder aspect van de levenswijze van een christen.
Sommige mensen denken dat iemand te veel beperkt wordt wanneer hij zich zo met geestelijke aangelegenheden bezighoudt. Zij redeneren wellicht dat zij reeds gehoorzaam moeten zijn aan de belastingwetten van „Caesar”, verkeersregels en vele andere regels, en dat dit genoeg is voor hen. Zulke personen zeggen dat zij vrij willen zijn. Zij beseffen nog niet dat ’waar de geest van Jehovah is, daar vrijheid is’. Zij hebben nog niet ondervonden dat „zijn geboden geen drukkende last” zijn. — 2 Kor. 3:17; 1 Joh. 5:3.
In werkelijkheid is het zo dat iemand die aan Gods vereisten vasthoudt en het christendom tot zijn levenswijze maakt, grote vrijheid verkrijgt en zeer gelukkig wordt. Beschouw bijvoorbeeld de aangelegenheid van een werkkring eens. Aangezien de bijbel luiheid veroordeelt, is een echte christen een ijverige werker (Spr. 20:4). Aangezien hij vlijtig is, wordt hij waarschijnlijk behoorlijk bedreven in zijn werk. Toegenomen vaardigheid kan er vervolgens toe leiden dat zijn kansen groter worden zijn werk te behouden of dat hij wellicht promotie maakt. Indien een werkgever op het aantal personeelsleden moet gaan bezuinigen, zal zo iemand waarschijnlijk niet worden ontslagen. Er is een grote vraag naar gewetensvolle en vaardige werkers. Passend wordt in Gods Woord gezegd: „Hebt gij een man aanschouwd, vaardig in zijn werk? Voor het aangezicht van koningen zal hij zich stellen; hij zal zich niet stellen voor het aangezicht van gewone mensen.” — Spr. 22:29.
Maar veronderstel nu eens dat uw werkgever wil dat u oneerlijk handelt tegenover zijn klanten. Wel, de Schrift zegt: „Een bedrieglijke weegschaal is iets verfoeilijks voor Jehovah.” God haat „een leugentong”, en „iemand met weinig middelen is beter dan een leugenachtig man” (Spr. 11:1; 6:16, 17; 19:22). Als iemand die tracht God te behagen zou u uw werkgever derhalve ongetwijfeld op respectvolle wijze uiteenzetten dat u niet in opdracht van hem zal bedriegen of liegen. Zou u hierdoor uw baan kwijtraken? Dat hoeft niet zo te zijn want vaak neemt het respect voor een man of vrouw die er goede beginselen op na houdt, toe. Bovendien zullen de meeste werkgevers het heerlijk vinden om werkers te hebben die hen niet zullen beliegen of op hun werk niet zullen stelen.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat uw vastberaden standpunt voor wat juist is, ertoe zou kunnen leiden dat u uw baan kwijtraakt. In dat geval zou er ander werk gezocht moeten worden waardoor het christelijke geweten niet geschonden behoeft te worden. Doch Jehovah’s hand is niet verkort. „Eens was ik een jonge man”, verklaarde de psalmist David onder goddelijke inspiratie, „ook ben ik oud geworden, en toch heb ik een rechtvaardige niet volkomen verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood.” — Ps. 37:25.
Schoolkinderen die het christendom tot hun levenswijze maken, worden door een overeenkomstig verlangen om zich „in alle dingen eerlijk” te gedragen gedreven (Hebr. 13:18). Aangezien zij gedurende proefwerken niet spieken, trekken zij meer voordeel van het verschafte onderwijs dan de leerlingen die tijdens proefwerken wel spieken. De christelijke handelwijze is dus praktischer. Bovendien kunnen eerlijke christenen „de nacht [verzadigd] doorbrengen” in plaats dat zij vanwege een kwaad geweten niet goed kunnen slapen. — Spr. 19:23.
Zij die het christendom tot hun levenswijze maken vermijden ook seksuele immoraliteit, omdat zij Jehovah wensen te behagen en beseffen dat „God . . . hoereerders en overspelers [zal] oordelen” (Hebr. 13:4). Tegenwoordig verlangen vele personen naar veronderstelde seksuele vrijheid en zij willen zich geen beperkingen laten opleggen door de bijbel. Maar wie zijn degenen die ware vrijheid bezitten van de zorgen die uit huwelijksontrouw voortspruiten en wie zijn vrij van heel veel andere moeilijkheden? Zij die het christendom tot hun levenswijze maken.
In het bijbelboek Spreuken wordt een jongeman afgebeeld „die het aan hart ontbrak”, of wie het aan een goede beweegreden ontbrak. Hij wordt door een immorele vrouw verleid. „Plotseling”, zo wordt er gezegd, „gaat hij haar achterna, als een stier die zowaar naar de slachting gaat, . . . totdat een pijl zijn lever openklieft, net als een vogel zich haast naar het klapnet, en hij heeft niet geweten dat zijn eigen ziel ermee gemoeid is” (Spr. 7:6-23). De feiten zijn dat syfilis soms de lever aantast, zoals ook andere organen van het lichaam erdoor worden aangetast. De gevolgen van deze venerische ziekte kunnen dodelijk zijn doch de persoon die het christendom werkelijk tot zijn levenswijze maakt, onthoudt zich van immoreel gedrag dat fysiek, mentaal en geestelijk schadelijk is.
Denk nu eens na over uw huiselijk leven. Beschouw bijvoorbeeld de verhouding echtgenoot-echtgenote. De apostel Paulus schreef: „Laat niettemin ook een ieder van u afzonderlijk zijn vrouw zo liefhebben als zichzelf; de vrouw daarentegen moet diepe achting voor haar man hebben” (Ef. 5:33). Wil een vrouw door haar echtgenoot bemind en gewaardeerd worden, dan moet zij zich natuurlijk zo gedragen dat deze gevoelens erdoor worden opgewekt. Ook zal een echtgenoot niet met diep respect worden bejegend tenzij hij zodanig handelt dat hij deze achting verdient.
Christelijke houdingen en gedragingen zouden beslist elk huwelijk tot voordeel strekken. En het gaat over het algemeen goed in een gezin wanneer de leden ervan godvruchtige trekken aan de dag leggen. Het is duidelijk dat elk gezin gelukkig kan zijn wanneer de leden ervan hoedanigheden zoals liefde, mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid ten toon spreiden. — Kol. 3:12-14.
Wanneer iemand het christendom tot zijn levenswijze maakt, vloeien hier stellig vele voordelen uit voort. Toch is het hiervoor niet nodig dat men als een asceet leeft of extreme zelfverloochening toepast. Juiste ontspanning neemt onder christenen bijvoorbeeld een juiste plaats in. De Schrift zegt: „Voor alles is er een vastgestelde tijd, . . . een tijd om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te weeklagen en een tijd om rond te huppelen.” — Pred. 3:1, 4.
Wanneer u in kennis van Gods Woord, de bijbel, toeneemt zult u steeds meer beseffen dat een christelijk leven werkelijk evenwichtig, vreugdevol en voldoeninggevend is. Hij die aan Jehovah’s vereisten vasthoudt, voelt zich niet met onderdrukkende regels belast. In plaats daarvan kent hij ware vrijheid en geluk omdat hij ’de waarheid heeft leren kennen en de waarheid hem heeft vrijgemaakt’ (Joh. 8:32). Dit is het lot van allen die het christendom werkelijk tot hun levenswijze maken.