De paus in de VN — Heraut van hoop?
NA HIERTOE door secretaris-generaal Kurt Waldheim te zijn uitgenodigd, heeft paus Johannes Paulus II vorig jaar op 2 oktober een bezoek gebracht aan de Verenigde Naties. Hij heeft in totaal zeven dagen in de Verenigde Staten doorgebracht en heeft op zijn reis Boston, New York, Philadelphia, Des Moines, Chicago en Washington, D.C., aangedaan. Toen zijn autocolonne voorbijging, verdrongen zowel katholieken als niet-katholieken zich om een zo gunstig mogelijk plaatsje te krijgen en een glimp van de energieke, negenenvijftigjarige paus op te vangen.
Zelfs in de VN, waar men eraan gewend is bezoek van beroemdheden te ontvangen, trok de verschijning van de paus speciale aandacht. Zijn rede tot de Algemene Vergadering vormde het belangrijkste doel van zijn Amerikaanse bezoek. In een redactioneel artikel van de New York Post werd over die rede opgemerkt: „Hij pleitte voor een nieuw begin, een frisse kijk en een herleving van hoop.”
Verschafte zijn boodschap een basis voor hernieuwde hoop? Op welke bron vestigde hij de aandacht voor de oplossing van ’s mensen problemen?
VOORVECHTER VAN DE VN
Hij wees op de Verenigde Naties. De paus zei: „Ik hoop dat de Verenigde Naties altijd het allerhoogste forum van vrede en gerechtigheid zal blijven, de authentieke zetel van vrijheid van volken en afzonderlijke personen in hun streven naar een betere toekomst.”
Toch maakte de paus niet eenmaal in zijn tweeënzestig minuten durende toespraak melding van Jezus Christus of het Koninkrijk. Wekt dit, aangezien hij de titel „Plaatsvervanger van Christus” heeft aangenomen, geen verbazing? Het verzuim is vooral vreemd gezien het feit dat de bijbel het koninkrijk in handen van Christus Jezus, en niet de Verenigde Naties, identificeert als het werktuig dat door God gebruikt zal worden om vrede op aarde te brengen. Gelooft u dat dit verzuim gerechtvaardigd was wegens het verlangen de niet-christenen en atheïsten geen aanstoot te geven?
MENSELIJKE BEHOEFTEN IDENTIFICEREN
Het is waar dat de paus de aandacht vestigde op werkelijke behoeften van het mensdom die thans niet worden bevredigd. Hij sprak bijvoorbeeld over „de schrikbarende ongelijkheid tussen buitensporig rijke personen . . . [en] het gros bestaande uit de armen of, liever gezegd, de noodlijdenden, zij die onvoldoende voedsel, werkgelegenheid en studiemogelijkheden hebben en die in grote aantallen bedreigd worden door het spook van honger en ziekte”.
Deze situatie moet worden gecorrigeerd, zei de paus met klem. „Het is geen geheim”, zo zei hij, „dat de kloof die de weinige buitensporig rijken van de vele noodlijdenden scheidt, een bijzonder ernstig symptoom is in het bestaan van elke samenleving.” Maar heeft de Kerk van de paus eigenlijk wel door haar eigen voorbeeld aangetoond hoe een eerlijke verdeling of nivellering van hulpbronnen tot stand gebracht kan worden?
Paus Johannes Paulus II wees ook op de noodzaak „religieuze vrijheid en gewetensvrijheid” te behoeden. Allen die gerechtigheid liefhebben, kunnen het beslist eens zijn met de paus toen hij zei: „Het is van het allergrootste belang dat . . . alle mensen in iedere natie en elk land in staat zijn onder elk politiek regime of stelsel werkelijk volledig van hun rechten te genieten.” Maar heeft de Kerk op het gebied van de verdediging van religieuze vrijheid voor allen zelf wel het voorbeeld gegeven?
Terwijl Johannes Paulus II de nadruk legde op nog een dringende menselijke behoefte, herhaalde hij de woorden die paus Paulus VI veertien jaar voordien tot de Algemene Vergadering van de VN had uitgesproken: „Geen oorlog meer. Nooit meer oorlog.” Het is beslist nodig dat er een einde komt aan oorlog en aan de voorbereidingen voor oorlog! Opnieuw rijst echter de vraag: Welk voorbeeld heeft de katholieke Kerk in dit opzicht gegeven?
Slechts enkele dagen voordat de paus de VN toesprak, had hij tijdens zijn bezoek aan Ierland tot katholieken gezegd: „Op mijn knieën smeek ik u om het pad van geweld te verlaten en terug te keren naar de weg van de vrede. . . . Verder geweld in Ierland zal het land dat u zegt lief te hebben en de waarden die u voorgeeft te koesteren, alleen maar omlaag halen en vernietigen.”
Is het te verwachten dat de bezoeken die Johannes Paulus aan Ierland en de Verenigde Staten heeft gebracht, tot de oplossing zullen bijdragen van de ernstige problemen waarvoor de mensheid zich gesteld ziet? Heeft de Kerk die hij vertegenwoordigt er een voorbeeld in gegeven om in de door hem geïdentificeerde menselijke behoeften te voorzien? Te oordelen naar het feit dat miljoenen op de been waren gekomen om hem te zien en naar hem te luisteren, bezagen velen hem klaarblijkelijk als een heraut van hoop. Is hij dit evenwel? Laten de feiten hier antwoord opgeven.