De kracht achter het universum — een geheimzinnige kracht of een werkelijke persoon?
UIT het oogpunt van ontdekkingen en toenemende kennis beschouwd, leven wij in een opwindende eeuw. De mens heeft opmerkelijke prestaties geleverd. Begaafde personen hebben het mensdom verrijkt met verbazingwekkende uitvindingen waardoor het terrein van ’s mensen activiteit en kennis enorm is uitgebreid.
Toch zullen geleerden, met al hun toegenomen kennis en hun vergevorderde technologie, de eersten zijn die toegeven dat zij nog niet één levende cel kunnen voortbrengen. Het maken van zo iets gewoons als een grassprietje gaat hun vermogen ver te boven.
Ten einde de wonderen om hen heen te verklaren, nemen sommige schrijvers hun toevlucht tot uitdrukkingen als „Moeder Natuur heeft dit gemaakt”, of „De Evolutie heeft dat tot stand gebracht”, alsof het met intelligentie begiftigde personen betreft. Maar is het niet overduidelijk dat een onintelligente kracht onmogelijk verantwoordelijk kan zijn voor de verbazingwekkende verscheidenheid van leven, noch voor de oneindige wijsheid en macht die zich in het universum manifesteren?
HET RIJK VAN HET INTELLECT OF DE GEEST
Wanneer wij ons in het rijk van het intellect of de geest verdiepen en de oorsprong trachten te begrijpen van eigenschappen als wijsheid, gerechtigheid, barmhartigheid, goedheid en waarheid, waar kunnen wij dan een betrouwbaar antwoord op onze vragen vinden? Kan ook maar één mens de functies en de oorsprong verklaren van dat verbazingwekkende „mechanisme” van ’s mensen innerlijk dat hem kan vertellen wanneer hij iets verkeerds doet — het menselijke geweten? (Rom. 2:15) Zulke dingen gaan het menselijk begrip te boven. En zijn ’s mensen intellectuele en geestelijke bekwaamheden feitelijk niet van veel groter belang dan zijn fysieke vermogens?
Veel dieren hebben grotere fysieke vermogens dan de mens. Olifanten zijn sterker, arenden kunnen verder zien, herten kunnen sneller lopen, vleermuizen kunnen beter horen, honden hebben een scherpere reukzin. Welk dier kan echter nieuwe dingen bedenken? Mensen kunnen daarentegen een enorme verscheidenheid aan dingen bedenken, ontwerpen en maken.
Beschouw nu nog eens een eigenschap van de mens die de dieren niet bezitten — zijn verlangen om te aanbidden. Het is een onweerlegbaar feit, dat in alle tijden en bij alle rassen duidelijk op de voorgrond treedt, dat de mensheid een diep, natuurlijk verlangen heeft om een onzichtbare macht of machten te vereren.
Moderne filosofen ontkennen dit misschien en zeggen: „Wij hebben zoveel vooruitgang geboekt dat wij dat stadium al lang voorbij zijn.” Wat is er echter met die „vooruitgang” bereikt? Een wereld die van de ene crisis naar de andere wankelt en die ineenkrimpt onder de dreiging van een kernoorlog, welke een wereldomvattende ondergang zou betekenen.
Daarom zijn thans veel mensen, hoewel zij teleurgesteld zijn in kerken en religies, het eens met de volgende woorden in het meest gelezen en gerespecteerde boek aller tijden, de bijbel, waarin over het Opperwezen wordt gezegd: „Zijn onzichtbare eigenschappen, dat wil zeggen, zijn eeuwige macht en godheid, zijn sinds het begin van de wereld met het oog des verstands te zien geweest in de dingen die hij heeft gemaakt.” — Rom. 1:20, The New English Bible.
GELEERDEN ZIJN IN BELANGRIJKE MATE EEN HULP GEWEEST
Hoe meer de geleerden het universum, het atoom en alle levensvormen onderzoeken, des te meer onthult dit de schoonheid, de harmonie en de ingewikkeldheid van al deze dingen. De onmetelijkheid en de gecompliceerdheid van het universum doen de mens duizelen. Maar er is geen gevolg zonder oorzaak. Wat zeggen enkele geleerden hierover?
Frank Allen, een biofysicus, gaf het volgende commentaar: „De voorzieningen voor leven die de aarde bezit, zijn veel te talrijk om door toeval verklaard te worden.”
Sir Isaac Newton, die door vele wetenschappelijke geschiedschrijvers wordt beschreven als „de grootste wetenschappelijke geest die de wereld ooit heeft gekend”, schreef in zijn beroemde werk Principia: „Dit schitterende stelsel van de zon, de planeten en de kometen, kon alleen voortkomen uit het plan en het bestuur van een intelligent en machtig Wezen. . . . De Opperste God is een eeuwig, oneindig, absoluut volmaakt Wezen.”
Misschien bent u het met Sir Isaac Newton eens. Misschien wordt ook u in verrukking gebracht door de pracht van de sterren, de schittering van de zon, de serene schoonheid van de maan, de verfrissende uitwerking van regen, de majestueuze statigheid van de bergen, de steeds veranderende kaleidoscoop van wolken en zee, de fascinerende verscheidenheid van bloemen, bomen, insekten, vogels en viervoetige dieren, het gelach van kinderen, de goedheid van vrienden en de liefde van uw huwelijkspartner. En diep in uw hart weet u dat dit alles werd verschaft door een werkelijke PERSOON — de grootse Bouwer van het universum. — Hebr. 3:4.
Het is daarom logisch en in overeenstemming met alle feiten en de rede, dat het Opperwezen een WERKELIJKE PERSOON is. Heeft hij, aangezien dit zo is, een naam? En zo ja, wat is die NAAM?