Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w80 1/10 blz. 28-31
  • Hebt u geprobeerd de zaak in het reine te brengen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hebt u geprobeerd de zaak in het reine te brengen?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE PLICHT OM TE PROBEREN DE ZAAK IN HET REINE TE BRENGEN
  • HULPMIDDELEN VOOR HET DOEN VAN DE STAP
  • HOE HET AAN TE LEGGEN
  • Moeilijkheden bijleggen in christelijke liefde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1965
  • Wat te doen wanneer u anderen krenkt
    Ontwaakt! 1996
  • Hoe lost u geschillen op?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1994
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
w80 1/10 blz. 28-31

Hebt u geprobeerd de zaak in het reine te brengen?

„ZIE! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen! Het is als de dauw van Hermon, die neerdaalt op de bergen van Sion” (Ps. 133:1, 3). Het is werkelijk aangenaam te zien dat de leden van een gezin of van een christelijke gemeente in liefdevolle eenheid te zamen wonen en eendrachtig samenwerken. Maar een dergelijke toestand is niet altijd even gemakkelijk te handhaven, gezien de menselijke aard. Soms kost het werkelijke inspanning.

Dit kan geïllustreerd worden met een waar gebeurd verhaal: Onder de musici die regelmatig in een uit 10 leden bestaand orkest speelden, bevonden zich een geestige Schot, die altviool speelde, en een erg serieuze Duitser, die cello speelde. Hun tegengestelde temperamenten leidden af en toe tot een botsing en daarna ontstond er geleidelijk een verwijdering tussen die twee. Het was duidelijk dat de cellist een bron van ergernis voor de violist was. Een tijdlang maakte de cellist zich met een schouderophalen van de zaak af en zei hij bij zichzelf: ’Per slot van rekening heeft Jezus gezegd dat als je broeder je krenkt, je naar hem toe moet gaan. Nou, dan moet hij maar naar mij toe komen, als ik hem gekrenkt heb.’ Maar op een dag zat die cellist in zijn bijbel te lezen en viel zijn oog op de woorden van Jezus: „Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave.” — Matth. 5:23, 24, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Die woorden gaven de cellist een schok. Hij kon de last van een verzoening nu niet langer op zijn broeder, de violist, afschuiven, maar hij voelde zich geroepen zelf de eerste stap te doen. Onmiddellijk zocht hij zijn gekrenkte broeder op, en waar was deze juist mee bezig? Hij zat een klaagbrief aan de president van hun organisatie te schrijven, waarin hij zijn grieven tegen de cellist omstandig uiteenzette! Er volgde een openhartig gesprek en een verzoening, hetgeen tot een duurzame goede verstandhouding leidde. Wat was die cellist blij dat hij die ochtend op die schriftplaats gestuit was en er onmiddellijk naar gehandeld had!

DE PLICHT OM TE PROBEREN DE ZAAK IN HET REINE TE BRENGEN

Aangezien wij allemaal onvolmaakt zijn, kunnen geschillen niet uitblijven. Misschien is het in uw geval niet zo dat u iemand anders gekrenkt hebt, maar dat iemand anders u gekrenkt heeft. De vraag is: Wat gaat u daaraan doen? Gaat u proberen de zaak in het reine te brengen?

Praat u niet meer tegen degene die u gekrenkt heeft of bejegent u hem koeltjes? Ligt u ’s nachts wakker omdat u maar niet van u kunt afzetten hoe liefdeloos uw naaste tegen u is geweest? U vraagt u misschien af waarom hij niet de moeite neemt om naar u toe te komen en zijn excuses aan te bieden voor het onrecht dat hij u aangedaan heeft. In dat geval is het heel goed mogelijk dat u zichzelf nog meer pijn bezorgt dan uw naaste u aangedaan heeft. Het zou zelfs kunnen zijn dat hij er zich helemaal niet van bewust is dat hij u zo vreselijk gekrenkt heeft. O ja, misschien heeft hij wel beseft dat wat hij gezegd of gedaan heeft niet zo liefdevol was als het had moeten zijn, maar hij heeft misschien geen flauw idee van de uitwerking die hij op uw leven heeft gehad.

Waarom zou u zo’n gespannen verhouding laten voortduren, waardoor u uw vreugde verliest? Bedenk dat voor Gods dienstknechten ’de vreugde van Jehovah hun vesting is’ (Neh. 8:10). Wanneer u de kwestie in gebed aan God hebt voorgelegd en hebt geprobeerd te vergeven en te vergeten, maar bemerkt dat u dat niet kunt, of dat er nog steeds redenen aanwezig schijnen te zijn om u gegriefd te voelen, dan moet u naar uw broeder toe gaan en proberen de zaak in het reine te brengen. Gods Woord zegt dat u het initiatief moet nemen: „Ga naar hem toe en laat hem zijn fout zien . . . Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder teruggewonnen” (Matth. 18:15-17, An American Translation). Weliswaar is dit specifiek van toepassing op zeer ernstige zaken, maar het is ook een algemeen beginsel waardoor christenen zich in minder zwaarwegende aangelegenheden laten leiden.

HULPMIDDELEN VOOR HET DOEN VAN DE STAP

Men zou kunnen zeggen dat het in de grond een kwestie van communicatie is. De communicatie tussen u beiden is verstoord en het probleem is hoe deze weer hersteld kan worden. Waar deze verstoring tussen twee christenen bestaat, behoort of de een of de ander bereid te zijn daartoe moeite te doen.

Zeker, het zal niet gemakkelijk voor u zijn het initiatief te nemen. Wat kan u daarbij helpen? Eén factor is nederigheid. Waarom nederigheid? Omdat in de meeste gevallen trots ons ervan weerhoudt een verstoorde communicatie te herstellen. Er is nederigheid voor nodig om naar iemand toe te gaan die u gekrenkt heeft en te proberen hem uit te leggen waarin hij te kort geschoten is en hoe u door hem gekwetst bent. Menige kibbelarij tussen geliefden is nooit meer bijgelegd enkel omdat degene die gekrenkt werd, te trots was om dat te zeggen.

Nog iets wat u zal helpen, is empathie. Deze hoedanigheid is wel omschreven als „zich door middel van zijn voorstellingsvermogen volledig in andermans gevoelens of motieven verplaatsen”. Met andere woorden, als het ware in iemands huid kruipen. Ja, stel uzelf eens in de plaats van de ander. Veronderstel dat u iemand onrecht aangedaan had, maar dat u zich daar niet ten volle bewust van was. Zou u dan niet willen dat die persoon het onder uw aandacht bracht?

Om een uiterst simpele illustratie te gebruiken: Veronderstel dat u wat geld geleend had, misschien maar een tientje, omdat u op dat moment net niets bij u had. Maar toen is de hele zaak u door het hoofd geschoten en u hebt het nooit terugbetaald. Zou u het niet waarderen wanneer de ander de kwestie tactvol onder uw aandacht bracht? Natuurlijk! Jezus zei dat als wij iemand onrecht aandoen, wij in feite bij die persoon in de schuld staan. Dus als iemand u onrecht aangedaan heeft, dient u dan niet naar hem toe te gaan en hem het voordeel van de twijfel te gunnen, opdat hij de kwestie met u kan vereffenen? Waarschijnlijk zal hij maar al te blij zijn dat u het gedaan hebt.

Bovenal zal onzelfzuchtige, op beginselen gebaseerde liefde u helpen de zaak in het reine te brengen. U ziet toch niet graag dat uw broeder zelfzuchtig of onverschillig wordt, en een weg opgaat die wellicht tot steeds meer moeilijkheden voor hemzelf en voor anderen leidt? (Lev. 19:17) Het feit dat u zijn beste geestelijke belangen op het oog hebt, zal u ertoe brengen alle mogelijke moeite te doen om hem zo veel mogelijk te helpen. Zoals de apostel beschrijft, is de liefde lankmoedig, zoekt niet haar eigen belang, rekent het kwade niet aan, verheugt zich niet over onrechtvaardigheid maar over de waarheid. Ze verdraagt, gelooft, hoopt en verduurt alle dingen, en bovendien faalt ze nimmer. Een dergelijke liefde zal u ertoe aanzetten te proberen de zaak in het reine te brengen. — 1 Kor. 13:4-8.

HOE HET AAN TE LEGGEN

Hoeveel succes uw inspanningen zullen hebben, zal er voor een groot deel van afhangen hoe u het aanlegt. Het is erg belangrijk in een geest van liefde te werk te gaan, niet om zijn ongelijk en uw gelijk aan te tonen, maar om een verzoening tot stand te brengen; zoals de schriftplaats het uitdrukt, opdat u hem terug moogt ’winnen’. Draag er zorg voor kalm en beheerst te zijn. En wacht tot een tijdstip dat u niet meer hevig geëmotioneerd bent. Bent u dat wel, dan zult u het uitsluitend aan uzelf te wijten hebben als u een negatieve, hevig geëmotioneerde reactie krijgt. Ja, het is werkelijk noodzakelijk uw emoties te bedwingen en kalm te zijn.

En ook is het nodig tact te gebruiken. Er valt een les te leren van de profeet Nathan, die koning David tactvol tegemoet trad om hem te vertellen hoe Jehovah God over zijn zonde met Bathséba dacht. Hij leidde de zaak in door een illustratie te gebruiken die David objectief kon beoordelen. Indien Nathan David plompverloren voor de voeten had geworpen hoe laakbaar zijn zonde in Gods ogen wel was, had er grote kans bestaan dat David een houding van zelfrechtvaardiging had aangenomen, of misschien tegen Nathan had gezegd dat hij zich met zijn eigen zaken moest bemoeien of diens leven zelfs had bedreigd! — 2 Sam. 12:1-15.

Ook van koningin Esther kunt u iets leren. Zij bereidde zich terdege voor, eer zij haar uitermate belangrijke verzoek tot haar echtgenoot, koning Ahasveros, richtte (Esth. 5:3-8; 7:1-10). Zeker, uw omstandigheden zijn niet te vergelijken met de hare; uw leven en het leven van uw gehele volk staan niet op het spel. Maar het beginsel dat eraan ten grondslag ligt, is hetzelfde, namelijk dat u, wanneer de afloop u werkelijk ter harte gaat — en dat zou zo moeten zijn — er zorg voor dient te dragen dat u uw zaak onder de meest gunstige omstandigheden te berde brengt.

Om dit nog eens met een ander voorbeeld uit het dagelijks leven te illustreren: Er was eens een orkestdirigent die een zeer begaafde en buitengewoon loyale pianiste had, maar helaas was zij erg gevoelig en bovendien opvliegend van aard. Als er kritiek op haar werd geuit, reageerde zij gewoonlijk met een „uitbarsting”. Telkens wanneer hij iets met haar te bespreken had in de zin van opbouwende kritiek, praatte hij daarom eerst gezellig met haar over allerlei dingen die hen beiden interesseerden om dan, wanneer beiden in een vriendschappelijke en ontspannen stemming waren, tactvol en vriendelijk de kwestie die onder haar aandacht gebracht moest worden, ter sprake te brengen.

Maar stel nu dat uw broeder niet luistert. Wat dan? Dan zou u moeten beslissen in hoeverre er beginselen bij de kwestie betrokken zijn en in hoeverre u de stelregel ’liefde bedekt een menigte van zonden’ kunt laten gelden. Wanneer het werkelijk een ernstige zaak is, zou u de handelwijze moeten volgen die overeenstemt met de verdere instructies van Jezus en twee getuigen mee moeten nemen. Maar in verreweg de meeste gevallen zou dit niet nodig moeten zijn. — Matth. 18:16; 1 Petr. 4:8.

Natuurlijk geldt dit alles evenzeer wanneer de rollen omgekeerd zijn, wanneer u reden hebt om aan te nemen dat u iemand anders gekrenkt hebt, zoals in het geval van de cellist die de violist gekrenkt had. Feitelijk zou in dat geval de hierboven gegeven raad met nog meer kracht van toepassing zijn. Veronderstel dat iemand u onrecht aangedaan had. Zou u zich niet opgelucht voelen als hij naar u toe kwam, zodat u niet naar hem toe hoefde te gaan om de zaken recht te zetten?

In een dergelijk geval zult u vooral veel steun hebben aan een gevoelig geweten. Dat wil zeggen, een scherp besef van goed en kwaad en het verlangen te doen wat goed is. Als wij iemand anders onrecht hebben aangedaan, staan wij bij hem in de schuld en wij dienen eerlijk te willen zijn in het betalen van onze schulden door de zaken tussen ons recht te zetten. — Matth. 6:12.

Maar het kan zijn dat uw pogingen mislukken. „Een onwillige broeder is onneembaarder dan een vesting”, zegt de spreuk (Spr. 18:19, The New English Bible). Het kan voorkomen dat er, doordat hij uw motieven verkeerd heeft beoordeeld, eenvoudig niets is wat u kunt doen om hem tot andere gedachten te brengen. Als dat zo is, zal het van de ernst van de zaak afhangen of u er verder werk van zult willen maken, bijvoorbeeld door de hulp van een ouderling in de christelijke gemeente in te roepen.

Wij moeten werkelijk proberen de zaak in het reine te brengen wanneer wij in onmin met een medechristen zijn geraakt. Moeten christenen uiteindelijk niet al hard genoeg vechten om te trachten het hoofd te bieden aan de goddeloze wereld, aan de listen van de Duivel en aan hun eigen overgeërfde zwakheden, zonder ook nog eens onderling te moeten strijden? Als er grieven zijn, en gebed en inspanningen om te vergeven en te vergeten geen verbetering in de toestand brengen, zijn wij eenvoudig verplicht er iets aan te doen. Wanneer u iemand gekrenkt hebt, pas dan Matthéüs 5:23, 24 toe. Wanneer iemand u gekrenkt heeft en het is een ernstige zaak, pas dan Matthéüs 18:15-17 toe. Indien u dit doet, zult u eraan meewerken en er getuige van zijn dat uw broeders op aangename wijze in liefde, vrede en eenheid te zamen wonen. Ook zult u bewijzen dat u een van Christus’ discipelen bent. — Joh. 13:34, 35.

    Nederlandse publicaties (1950-2020)
    Afmelden
    Aanmelden
    • Nederlands
    • Instellingen
    • Copyright © 2019 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • JW.ORG
    • Aanmelden