Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w81 1/10 blz. 28-32
  • Athene — Een „stad vol goden”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Athene — Een „stad vol goden”
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • EEN PANORAMA
  • VAN DE AGORA NAAR DE AREOPAGUS
  • VROEGE PREDIKING IN ATHENE BRENGT VRUCHTEN VOORT
  • TERUGBLIK OP DE GESCHIEDENIS VAN DE STAD
  • DE SCHRIFT CONTRA FILOSOFIE
  • HET WARE CHRISTENDOM IS NOG STEEDS LEVEND
  • Athene
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Athene — Een groots verleden en een toekomst vol uitdagingen
    Ontwaakt! 2000
  • ’God zoeken en hem werkelijk vinden’
    ’Grondig getuigenis afleggen’ van Gods koninkrijk
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
w81 1/10 blz. 28-32

Athene — Een „stad vol goden”

ZEUS, Hera, Artemis, Apollo, Ares — waarschijnlijk zult u op zijn minst van één van deze goden en godinnen hebben gehoord. In Athene, de „stad vol goden”, treft men overblijfselen van hun beelden aan. De belangrijkste van alle oude Griekse godheden was evenwel Athena, de zogenaamde godin van de wijsheid. Athene is naar haar genoemd, en haar tempel, het Parthenon, is een van de meest markante herkenningspunten van de stad.

Wanneer een bezoeker van deze drukke wereldstad met bijna 2,5 miljoen inwoners naar de talloze overblijfselen van stenen beelden van goden kijkt die overal in Athene te vinden zijn, zal dit hem gemakkelijk doen denken aan de woorden die de christelijke apostel Paulus hier heeft uitgesproken. Nadat hij door de straten van de stad had gelopen, zei hij: „Ik zie dat gij in alle dingen meer dan anderen aan de vrees voor de godheden overgegeven schijnt te zijn.” — Hand. 17:22.

EEN PANORAMA

Laten wij allereerst eens naar een punt gaan vanwaar wij een mooi uitzicht op de gehele stad Athene hebben. Per taxi rijden wij door een smal straatje dat ons steil omhoogvoert naar het beginpunt van een kabelbaantje. Enkele minuten later staan wij boven op de Lycabettus, een steile, kegelvormige heuvel die een prachtig vergezicht over de stad biedt. Volgens de traditie is de St. Joriskapel, boven op de heuvel, gebouwd op de plaats waar eens een altaar voor Zeus stond. Terwijl wij op het terrasje van een restaurant wat verfrissingen nemen, genieten wij van het uitzicht.

Het begint avond te worden. De zwoele warmte die overdag over de stad heeft gehangen, trekt langzaam weg. In het zuidwesten zien wij Piraeus liggen, dat via verscheidene voorsteden over een afstand van ettelijke kilometers met Athene is verbonden. Via deze belangrijkste havenstad en dit industriële centrum van Griekenland vinden de rijkdommen van het land, zoals olijven, druiven en andere vruchten, hun weg naar vele delen van de wereld. Vanaf ons hoge uitkijkpunt merken wij ook op dat Athene door bergen is ingesloten en talloze monumenten, museums en kerken telt.

Langzaam valt de duisternis, en dan ineens wordt onze aandacht getrokken door een adembenemend gezicht. Aan de overzijde van het dal waarin Athene ligt, flitsen plotseling 1500 schijnwerpers aan die de Acropolis in een betoverend licht baden.

VAN DE AGORA NAAR DE AREOPAGUS

De volgende dag staat daarom beslist een tocht naar de Acropolis op het programma. Wij parkeren onze auto in een van de overvolle straten dicht bij de Acropolis en gaan te voet verder. Links in de diepte zien wij de overblijfselen van de Agora of marktplaats. Niet alleen was dit een plaats waar men zaken deed, maar het was ook een plaats waar men debatteerde en burgerlijke zaken afhandelde. De Agora was werkelijk het centrum van het openbare leven. Vandaar dat de apostel Paulus er omstreeks 50 G.T., toen hij Athene op zijn tweede zendingsreis bezocht, tijd doorbracht. „Elke dag” ontmoette hij „op de marktplaats” (de Agora) mensen „die daar toevallig waren”. Hun nieuwsgierige aard blijkt uit de woorden: „Nu was het zo, dat alle Atheners en de vreemdelingen die daar tijdelijk verbleven, hun vrije tijd met niets anders doorbrachten dan met het vertellen van of het luisteren naar iets nieuws.” — Hand. 17:17, 21.

Paulus geraakte al gauw in debat met enkele Epicurische en Stoïsche filosofen, en het duurde niet lang of „zij grepen hem . . . en voerden hem naar de Areópagus en zeiden: ’Kunnen wij te weten komen wat deze nieuwe leer is waarover gij spreekt?’” (Hand. 17:18, 19) In deze tijd is de Agora een interessante plaats midden in Athene, waar picknickers en schilders de drukte van de met camera’s gewapende toeristen op de Acropolis ontvluchten.

Hoewel wij ons geboeid door dit moderne beeld in beslag laten nemen, willen wij natuurlijk niet vergeten dat het voor Paulus in die tijd een hoogst gevaarlijke situatie was. Hij werd ervan verdacht „een verkondiger van vreemde godheden te zijn”, terwijl de wet bepaalde dat ’het niemand was toegestaan afzonderlijke of nieuwe goden te hebben; ook mag hij persoonlijk geen vreemde goden aanbidden, tenzij dit openlijk is toegestaan’. Geen wonder dus dat Paulus werd gegrepen en naar de Areopagus werd gevoerd om daar ondervraagd te worden. In elk geval was het bijbelse verslag over de Areopagus voor ons voldoende om op zoek te gaan naar de heuvel met die naam.

Het lukt ons de weg erheen te vinden, en na een korte wandeling staan wij aan de voet van de Areopagus, of Marsheuvel, ten noordwesten van de Acropolis. Het is een opwindend moment. Wellicht staan wij op de plaats waar Paulus eens heeft gestaan en waar hij zijn beroemde getuigenis gaf dat in Handelingen 17:22-31 staat opgetekend. In de zijwand van de kleine rotsige heuvel treffen wij Paulus’ beroemde toespraak aan die op een bronzen plaquette is gegrift. Dit is het tijdstip om onze bijbels te openen en nogmaals te beleven wat hier negentien eeuwen geleden is gebeurd.

VROEGE PREDIKING IN ATHENE BRENGT VRUCHTEN VOORT

Paulus’ welsprekende getuigenis in tegenwoordigheid van geleerde mannen van Athene vormt een voortreffelijke les in tact en onderscheidingsvermogen. Terzelfder tijd zette hij een schitterend wettelijk punt uiteen door een passend argument te verschaffen als antwoord op de beschuldiging dat hij een nieuwe godheid verkondigde. De apostel toonde aan dat hij over de Schepper van hemel en aarde predikte, Degene die niet in door mensenhanden gemaakte tempels woont. Op tactvolle wijze vertelde Paulus zijn toehoorders dat hij hen wilde inlichten over de „onbekende God” voor wie zij zelf een altaar hadden gemaakt en die zij onwetend vereerden. De apostel bracht deze „onbekende God” dichter bij hen door een aanhaling te doen uit de werken van Aratus, een Cilicische dichter, en uit de Zeushymne door Cleanthes. Paulus kon de Atheners dan ook zeggen dat sommigen van hun eigen dichters hadden gezegd: „Want wij zijn ook zijn nageslacht.” Alle mensen danken hun bestaan dus aan Hem.

Paulus toonde vervolgens aan dat deze God de bewoonde aarde in rechtvaardigheid zal oordelen door een man die hij heeft aangesteld. En als waarborg hiervan had God hem uit de doden opgewekt. Op dit punt werd Paulus’ toespraak afgebroken, want „toen zij . . . van een opstanding der doden hoorden, gingen sommigen spotten, terwijl anderen zeiden: ’Wij zullen u hierover nog wel eens horen.’” Wat gebeurde er toen?

Paulus ging uit hun midden weg, maar zijn meesterlijke redenatie had niet alleen tot deze twee van elkaar verschillende reacties geleid, maar er was ook een derde groep ontstaan, want „sommige mannen voegden zich bij hem en werden gelovigen, onder wie ook Dionysius, een rechter aan het gerechtshof van de Areópagus, en een vrouw genaamd Dámaris, en nog anderen behalve hen” (Hand. 17:32-34). Het vroege christendom groeide dus in de „stad vol goden”.

TERUGBLIK OP DE GESCHIEDENIS VAN DE STAD

De Acropolis verheft zich op korte afstand van de Areopagus. Wij bestijgen de indrukwekkende marmeren trappen van de Propyleeën, de riante toegang tot het Parthenon, de kroon van de Acropolis. Aan onze rechterhand zien wij de tempel van Athena Nike (ook wel de Ongevleugelde Overwinning genoemd), maar de godin is eruit verdwenen. Wij gaan nu door de imposante zuilengalerijen van de Propyleeën, die, ondanks dat ze gedeeltelijk zijn verwoest, toch nog een overweldigende indruk geven van het massale bouwwerk dat het eens geweest moet zijn. Bovenaan de trappen gekomen, zien wij de immense overblijfselen van het Parthenon. Wanneer werd het gebouwd, en wat heeft tot de bouw ervan geleid?

Over de oorsprong van Athene is weinig bekend, hoewel de archeologie enig licht op de allervroegste geschiedenis ervan werpt. In de zevende eeuw v.G.T. werd de stad geregeerd door de Eupatriden, een aristocratie die politieke macht uitoefende en de Areopagus, destijds het belangrijkste gerechtshof voor strafzaken, beheerste. In de volgende eeuw legde een wetgever die Solon heette, het fundament voor een democratie. Aldus werd Athene het centrum van de eerste staat met een democratische regeringsvorm.

De opkomst van het Medo-Perzische Rijk bleek een ernstige bedreiging voor Griekenland te vormen, en zoals de profeet Daniël had voorzegd, zou de vierde koning van Perzië „alles in beweging brengen tegen het koninkrijk van Griekenland” (Dan. 11:2). Het oorlogstij kwam op en nam weer af, totdat uiteindelijk de ’vierde koning’, Xerxes van Perzië, zijn gehele rijk mobiliseerde en in 480 v.G.T. Griekenland binnenviel. Hij kwam tot aan Athene en verbrandde de Acropolis-vesting. De Atheners versloegen de Perzische vloot echter te Salamis, zodat de Perzen gedwongen waren zich terug te trekken. Athene verwierf als gevolg van zijn sterke vloot de belangrijkste positie in Griekenland.

Er brak een bloeitijd voor Athene aan. In die tijd van grote voorspoed, onder het bekwame leiderschap van Pericles, werd de stad het toonaangevende culturele centrum van de oude wereld. Athene floreerde als een opvoedkundig centrum vol professoren, sprekers en filosofen als Socrates, Plato en Aristoteles. Er werden in Athene vier filosofenscholen opgericht: de Platonische, de Peripatetische, de Epicurische en de Stoïsche school (Hand. 17:18, 19). In die periode verrezen er ook veel schitterende gebouwen en tempels, zoals onder andere het Parthenon, het belangrijkste monument van de oude, heidense religie.

DE SCHRIFT CONTRA FILOSOFIE

In de tijd dat Jezus en zijn apostelen op aarde waren, was Athene als gevolg van zijn filosofenscholen nog steeds een belangrijk cultureel centrum. De filosofie heeft zich vanuit haar bakermat in Griekenland tot andere delen van de wereld uitgebreid. Paulus moest zelfs de christelijke gemeente in Kolosse (Klein-Azië) waarschuwen: „Past op: misschien zal iemand u als zijn prooi wegdragen door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen, . . . en niet overeenkomstig Christus.” Paulus predikte Christus, en over hem zei de apostel: „Zorgvuldig verborgen in hem zijn alle schatten van wijsheid en van kennis.” — Kol. 2:3, 8.

Toen Paulus aan de Griekse Korinthiërs schreef, sprak hij zich heel krachtig uit tegen menselijke wijsheid. Ter verdediging van het ware christendom, kende hij menselijke filosofie de juiste plaats toe door te zeggen: „Indien iemand onder u meent wijs te zijn in dit samenstel van dingen, hij worde een dwaas, opdat hij wijs moge worden. . . . ’Jehovah weet dat de overleggingen van de wijzen waardeloos zijn’” (1 Kor. 3:18-20). Ja, niet alleen blijken hun overleggingen waardeloos te zijn, maar ook vergaan de werken van hun handen. Kijk alleen maar naar de Acropolis. Verdwenen is het met goud overdekte beeld van Athena. Slechts een gedeelte van het Parthenon staat nog overeind. En wat valt er te zeggen over het Erechtheion, het gezamenlijke heiligdom van Athena, Poseidon en Erechtheus? Er is nog maar weinig van de vroegere trotse schoonheid ervan overgebleven.

Wanneer wij de Acropolis verlaten en de torenhoge trappen van de Propyleeën afgaan, moeten wij denken aan de woorden die de apostel Paulus tot het hof van Athene zei: „Wij [moeten] niet menen dat het Goddelijk Wezen op goud of zilver of steen gelijkt, op iets wat door menselijke kunstvaardigheid en menselijk vernuft is gebeeldhouwd.” — Hand. 17:29.

HET WARE CHRISTENDOM IS NOG STEEDS LEVEND

Hebt u op deze tocht iets van de geest van het oude en hedendaagse Athene kunnen proeven? Om die geest volledig te kunnen proeven, zult u natuurlijk met de mensen moeten omgaan. Veel bezoekers hebben gemerkt dat de Atheners erg gastvrij zijn. Het is beslist niet toevallig dat het Griekse woord voor vreemdeling ook gast betekent, aangezien Grieken bijzonder gastvrij zijn jegens vreemdelingen.

Het is dan ook geen wonder dat het ware christendom, dat door zo’n geest wordt gekenmerkt, opnieuw krachtig wortel heeft geschoten in Athene en heel Griekenland. Ja, alleen al in Athene zijn meer dan 7000 getuigen van Jehovah met 110 gemeenten verbonden! In geheel Griekenland bevinden zich 20.000 getuigen van Jehovah. Hoewel zij, evenals Paulus, als ’verkondigers van vreemde godheden’ worden beschouwd, blijven zij de „onbekende God” Jehovah aan de inwoners van Athene en aan de bewoners van geheel Griekenland bekendmaken.

Ons bezoek is voorbij, en wij keren op onze schreden terug. Terwijl wij vanaf een afstand omkijken, zien wij een laatste glimp van de Acropolis. De ondergaande zon tovert de marmeren kroon van de stad om in stralend goud. Wat een prachtig gezicht! Wij zijn er echter in het bijzonder verrukt over dat zo velen in Athene, de eeuwenoude „stad vol goden”, zich thans in ware geestelijke verlichting verheugen.

    Nederlandse publicaties (1950-2020)
    Afmelden
    Aanmelden
    • Nederlands
    • Instellingen
    • Copyright © 2019 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • JW.ORG
    • Aanmelden