Inzicht in het nieuws
TV-evangelisatie — Gods weg?
Als Jezus Christus thans op aarde was, zo beweerde tv-evangelist Jim Bakker, „zou hij op de tv moeten verschijnen”. Waarom op de televisie? Omdat, volgens Bakker, „dat de enige manier zou zijn waarop hij de mensen die hij liefheeft, zou kunnen bereiken”. Evenals Bakker is een toenemend aantal fundamentalistische predikers in de Verenigde Staten van mening dat televisie het beste medium is voor de verbreiding van het Woord van God. Toch toonde een in 1984 gehouden onderzoek aan dat tv-evangelisten voor het merendeel „mensen aanmoedigen die zich reeds voor een evangelische religie inzetten”.
Het is interessant dat een lezer in een brief aan de uitgever van het tijdschrift Ministry schreef: „U zei dat zij [televisieploegen] de krachtigste evangelisatie-zaaiwerktuigen van de kerk zijn, en toch zegt God dat het belangrijkste werk het van huis tot huis afleggen van bezoeken is — op zoek naar zielen. . . . Onze Heiland deed niets liever dan de menigte ontvluchten, en dan ging Hij van huis tot huis — op zoek naar zielen. Hij sprak het liefst tot een eenmanspubliek. . . . Kunnen wij dat ook niet doen?”
Volgens Jezus Christus was het doel van de christelijke bediening niet alleen ’het Woord te verbreiden’, maar ’discipelen te maken’ (Matthéüs 28:19, 20). Hij gaf zijn volgelingen de opdracht naar de huizen van de mensen te gaan (Matthéüs 10:7, 11-13). De apostel Paulus aanvaardde deze predikingsmethode en zei over zijn bediening: „Ik [heb] mij er niet van . . . weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.” Doordat de discipelen zich persoonlijk inzetten bij de van-huis-tot-huisbediening werden er goede resultaten bereikt. — Handelingen 5:42; 20:20.
Als Jezus zo de nadruk legde op deze predikingsmethode om discipelen te maken, waarom geven veel evangelisten dan de voorkeur aan tv als medium? The Courier-Mail van Brisbane (Australië) merkt op dat tv-evangelisten „tot $120 miljoen per jaar opstrijken met het verkopen van redding. Zij verschijnen in een schitterglans van elektronische macht en glorie op 300 tv-stations en worden als popidolen vereerd. . . . Ondanks al hun tactieken komen deze mannen, die beweren zelfs God te manipuleren, uiteindelijk tot een onverbloemde koehandel. Zend hun $10 en zij zenden u naar de hemel.”
Leiders zonder geloof
Jezus Christus zei: „Ik ben de opstanding en het leven” (Johannes 11:25). Toch „kunnen veel katholieke theologen die tot de staf van universiteiten en seminaries behoren, zich er niet toe brengen te zeggen dat zij, op zijn minst letterlijk, in de opstanding geloven”, bericht het tijdschrift Insight.
Hoe kunnen rooms-katholieken die oprecht de bijbelse leer willen volgen, door zulke leraren in hun geloof gesterkt worden? Dat is onmogelijk, want de apostel Paulus schreef: „Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. Maar indien Christus niet is opgewekt, is onze prediking stellig vergeefs, en ons geloof is vergeefs.” — 1 Korinthiërs 15:13, 14.
Waar geen vrede is
Op 24 oktober 1985 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 1986 uit tot Internationaal Jaar van de Vrede. In de resolutie werd gezegd dat het jaar „gewijd [zou] zijn aan een samenbundeling van de inspanningen van de organisatie der Verenigde Naties en haar lidstaten ten einde de idealen van vrede op alle mogelijke manieren te bevorderen en te bereiken”. Hoe hoopten zij dit tot stand te brengen? Door de „voortdurende en positieve acties van zowel staten als volken, die erop gericht zijn oorlog te voorkomen”.
Wat bemerken wij, nu wij het einde van het jaar van de „Vrede” naderen? Die nobele intenties zijn dramatisch overschaduwd door de militaire conflicten die over de gehele wereld blijven woeden. „Guerrillaopstanden, territoriale geschillen, ideologische en raciale verschillen en ’heilige’ oorlogen hebben geleid tot op zijn minst 19 grote en veel kleinere conflicten”, merkte The West Australian op. Het dagbladartikel wees erop dat thans bijna één miljoen soldaten over de gehele wereld bij gewapende conflicten betrokken zijn. Het is duidelijk dat er voor de miljoenen slachtoffers van een dergelijke oorlogvoering geen vrede is.
Kunnen menselijke leiders de hoop koesteren dat er via toekomstige proclamaties waarin tot vrede wordt opgeroepen een werkelijke oplossing zal komen? Neen, want in Jeremia 10:23 staat: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.” (Vergelijk Jeremia 6:14.) Ja, ware vrede zal alleen door God tot stand gebracht worden.