Hoe u goddelijke vrede vollediger kunt ervaren
„O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.” — JESAJA 48:18.
1. Wat is ervoor nodig willen wij in een zo volledig mogelijke mate vrede ervaren?
DEGENEN die geregeld deelnemen aan een gemeentelijke studie van de bijbel aan de hand van dit tijdschrift, beseffen hoe waardevol de vrede is die God schenkt, en zij willen die vrede graag bezitten. De meesten van hen verheugen zich daar ongetwijfeld reeds in. Maar niet allen ervaren die vrede in een zo volledig mogelijke mate. Waarom niet? Jehovah zegt over degenen die goddelijke vrede zouden genieten: „Ik, Jehovah, ben uw God, die u leert uzelf baat te verschaffen, die u doet treden op de weg die gij dient te bewandelen. O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.” — Jesaja 48:17, 18.
2. (a) Wat houdt de uitdrukking ’aandacht schenken’ in? (b) Aan hoeveel van Gods geboden moeten wij aandacht schenken? (1 Johannes 5:3)
2 Uiteraard heeft het voor iedereen nut de vergaderingen te bezoeken waar wij de bijbel bespreken. Maar alleen degenen die aandacht schenken aan Jehovah’s geboden, door ze persoonlijk toe te passen en zich eraan te onderwerpen, genieten werkelijk goddelijke vrede. Zijn er terreinen waarop u dit vollediger dient te doen? (2 Petrus 1:2) Het is niet voldoende wanneer wij aan enkele van Gods vereisten voldoen maar andere, die ons niet schikken of die wij moeilijker vinden, uit de weg gaan. Toen de Duivel probeerde Jezus Christus tot zijn zelfzuchtige denkwijze over te halen, antwoordde Jezus vastberaden: „Er staat geschreven: ’De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt.’” — Matthéüs 4:4.
3. Welke aspecten van ons leven moeten in overeenstemming worden gebracht met Jehovah’s wegen willen wij werkelijk overvloedige vrede bezitten?
3 Gods geboden raken elk aspect van ons leven. Allereerst betreffen ze onze verhouding met Jehovah. Vervolgens zijn ze ook van invloed op onze zienswijze ten aanzien van zijn zichtbare organisatie en de christelijke bediening, de manier waarop wij gezinsleden bejegenen en onze relaties met mensen van de wereld. Zij die ernstig aandacht schenken aan Jehovah’s geboden met betrekking tot al deze aangelegenheden worden met overvloedige vrede gezegend. Laten wij eens enkele dingen gaan beschouwen die ons kunnen helpen dat persoonlijk te ervaren.
Moet u aandacht schenken aan enkele van deze kwesties?
4. (a) Waarom vormt het feit dat iemand thuis bijbelstudie krijgt of dat hij naar de Koninkrijkszaal gaat, er nog geen waarborg voor dat hij in vrede met God verkeert? (b) Wat omvat geloof oefenen in Jezus Christus? (Johannes 3:36)
4 Bent u er kort geleden mee begonnen de bijbel met Jehovah’s Getuigen te bestuderen? Of bent u misschien reeds enkele maanden, of zelfs enkele jaren, met de plaatselijke gemeente verbonden? Zo ja, dan heeft het u ongetwijfeld vreugde geschonken dat uw kennis van Gods voornemens zich steeds meer heeft verruimd. Doch het feit dat iemand van een huisbijbelstudie geniet of het heerlijk vindt om naar de Koninkrijkszaal te gaan, bewijst nog niet dat hij in vrede met God verkeert. Wij zijn allen in zonde geboren en wij kunnen alleen in een vredige verhouding met God geraken door bemiddeling van Jezus Christus (Jesaja 53:5; Handelingen 10:36). Louter een passief geloof in Jezus brengt die vrede niet teweeg. Wij moeten niet alleen persoonlijk beseffen dat wij het loskoopoffer nodig hebben maar ook geloof oefenen in de waarde van Jezus’ offer en vervolgens blijk geven van dat geloof door zijn geboden te gehoorzamen (Jakobus 2:26). Een van de geboden die Jezus gaf toen hij zich op aarde bevond, is dat degenen die zijn discipelen wilden worden, zich in water moesten laten dopen (Matthéüs 28:19, 20). Bent u als symbool van het feit dat u zich door bemiddeling van Jezus Christus aan Jehovah hebt opgedragen, in water ondergedompeld?
5. Waarom zijn opdracht en doop belangrijke stappen die wij moeten doen om in vrede met God te zijn?
5 Is er iets in uw leven waardoor u niet in aanmerking komt voor de doop? Indien u weet dat dit zo is, of indien u er in de loop van uw studie achter komt dat dit het geval is, maak dan onverwijld rechte paden voor uw voeten. Besef dat elke houding of elk gedrag waardoor iemand niet voor de doop in aanmerking komt, ook verhindert dat hij in vrede met God verkeert. Draal niet nu de gelegenheid er nog is. Zoals in 1 Petrus 3:21 te kennen wordt gegeven, moeten personen die een goed geweten van Jehovah God willen ontvangen, zich eerst op basis van het offer van Christus aan hem opdragen, zich als een symbool van die opdracht laten dopen en Gods wil doen. Dan valt hun de vrede ten deel die voortvloeit uit het bezit van een goed geweten ten gevolge van een goedgekeurde positie voor het aangezicht van God; die vrede is op geen enkele andere manier mogelijk. Natuurlijk is dit slechts een begin.
6. Waarom wordt ook door onze houding tegenover gemeentevergaderingen bepaald of wij vrede zullen genieten?
6 Beschouw vervolgens of u de gemeentevergaderingen geregeld bezoekt en er naar gelang van uw mogelijkheden aan deelneemt. Nemen deze vergaderingen zo’n grote plaats in uw leven in dat u niet toelaat dat de wereld of andere persoonlijke activiteiten daar inbreuk op maken? Bereidt u zich op de vergaderingen voor en beschouwt u het als een voorrecht eraan deel te nemen? Ook door deze dingen wordt bepaald of iemand vrede zal genieten. Waarom? Omdat Gods geest bij zijn bijeenvergaderde volk is, en vrede is een vrucht van die geest (Galaten 5:22). Op deze vergaderingen worden wij geholpen Jehovah’s vereisten te begrijpen, en dit is nodig opdat wij kunnen doen wat in zijn ogen welbehaaglijk is. Hier leren wij ook hoe wij vrede moeten bevorderen in onze betrekkingen met medemensen — in de gemeente, thuis, op school en op ons werelds werk. Onze vergaderingen kunnen gerekend worden tot een van de voornaamste manieren waarop het onderwijs van Jehovah tot ons komt, en zoals de Schrift laat zien, verheugen degenen die door Jehovah worden onderwezen zich in overvloedige vrede. — Jesaja 54:13.
7. Wat moeten wij doen om de dingen die op onze vergaderingen worden besproken, toe te passen?
7 Een nauw hieraan verwant punt dat onze aandacht verdient, is dat wij het geleerde progressief in ons eigen leven toepassen. Wij willen niet zijn zoals die Israëlieten over wie Jehovah zei dat zij ’steeds weer hoorden, maar niet begrepen’ (Jesaja 6:9). En wij willen toch ook niet zijn zoals degenen die Jehovah aan Ezechiël beschreef — mensen die naar Jehovah’s profeet plachten te luisteren maar niet deden wat hij zei omdat zij verkozen hun onreine of materialistische verlangens te bevredigen? (Ezechiël 33:31, 32) Degenen die in deze tijd naar Jehovah’s huis zouden optrekken en zijn goedkeuring zouden verwerven, worden daarentegen beschreven als personen die zeggen: „Laten wij opgaan naar de berg van Jehovah en naar het huis van de God van Jakob; en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij willen zijn paden bewandelen” (Micha 4:2). Als wij het onderwijs dat wij op onze vergaderingen krijgen, werkelijk ter harte nemen, als wij uit iedere vergadering ten minste één punt halen dat wij persoonlijk nodig hebben en daar vervolgens aan werken, zullen wij vreedzame vruchten oogsten. Zoals Jezus in Lukas 11:28 zei: „Gelukkig zijn . . . zij die het woord van God horen en het onderhouden!”
8. Hoe kan een naar onze omstandigheden zo volledig mogelijk aandeel aan de velddienst, ons persoonlijk tot voordeel strekken?
8 Tijdens onze vergaderingen wordt er onder andere de nadruk op gelegd hoe belangrijk het is een volledig aandeel te hebben aan de verkondiging van Gods koninkrijk en anderen te helpen discipelen te worden (Matthéüs 24:14; 28:19). Welke plaats nemen deze activiteiten in uw leven in? Als wij werkelijk acht geslagen hebben op wat Jehovah door zijn Woord en door middel van zijn organisatie tot ons zegt, weten wij dat dit het belangrijkste werk is dat in deze tijd op aarde wordt verricht (Openbaring 14:6, 7). En het is een bekend feit dat degenen onder ons die in de volle-tijddienst zijn — evenals zij die, ook al kunnen zij niet pionieren, werkelijk ijverig in de bediening zijn — opmerkelijk gelukkig zijn. De vrede die zij genieten, is niet als slechts een druppeltje water, maar zoals Jehovah heeft gezegd, wordt ze „net als een rivier” (Jesaja 48:18). Ervaart u het zo? Voor elk van ons is dit mogelijk.
9. Wat kan ons helpen onze door God geschonken vrede te behouden zelfs wanneer wij in ernstige moeilijkheden verkeren?
9 Dat wij acht slaan op al deze raad maakt ons echter niet immuun voor de druk van het leven in het huidige samenstel van dingen. Maar ongeacht hoe moeilijk bepaalde situaties ook mogen zijn, God verzekert ons van zijn liefdevolle hulp als wij ons tot hem wenden (1 Petrus 5:6, 7). Hebben wij geleerd Jehovah’s hulp en leiding te zoeken bij alles wat wij doen, ons vrijmoedig in gebed tot hem te wenden en, nadat wij aan moeilijke situaties hebben gedaan wat wij kunnen, onze last op Jehovah te werpen en ze vol vertrouwen in zijn handen te laten? (Spreuken 3:5, 6; Psalm 55:22) Filippenzen 4:6, 7 geeft ons de hartverwarmende aanmoediging: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” Wat een schitterende voorziening is dat! Hebt u geleerd volledig profijt te trekken van de vrede van God die aldus mogelijk gemaakt wordt?
Streef voortdurend vrede na
10. Wat is er van onze zijde nodig nadat wij vrede hebben gezocht?
10 Wanneer wij die vrede eenmaal hebben, kunnen wij het ons niet veroorloven er nonchalant mee om te springen. IJverige inspanningen zijn nodig om die vrede te behouden. Derhalve zegt 1 Petrus 3:10, 11: „Wie het leven wil liefhebben en goede dagen wil zien, . . . laat hij vrede zoeken en die nastreven.” Wanneer iemand een doel heeft nagestreefd en het heeft bereikt, zou het dwaas van hem zijn er nu verder onverschillig tegenover te staan. Nadat wij vrede hebben gezocht en dat doel hebben bereikt, moeten wij op onze hoede zijn voor dingen die deze vrede zouden kunnen verstoren. Meer nog, wij dienen de dingen die tot vrede bijdragen ijverig na te streven.
11. (a) Welke houding zou onze verhouding met Jehovah in gevaar kunnen brengen? (b) Op welk moment dienen wij God eigenlijk om hulp te vragen als wij voor verzoekingen komen te staan? (Matthéüs 6:13)
11 Indien wij tot vrede met God zijn geraakt met behulp van de middelen waarin hij heeft voorzien, moeten wij oppassen die verhouding niet te verstoren door weer zonde te gaan beoefenen. Aangezien wij allen onvolmaakt zijn, zondigen wij natuurlijk allemaal. Maar het is gevaarlijk wanneer iemand door hem aan de dag gelegde en door God veroordeelde geesteshoudingen en gedragingen in zijn eigen geest rechtvaardigt. Wij kunnen het ons niet veroorloven eenvoudig onze schouders op te halen en te zeggen: „Zo ben ik nu eenmaal” (Romeinen 6:16, 17). In plaats van kwaaddoen te rechtvaardigen, moeten wij er berouw van hebben en God vervolgens smeken ons te vergeven op basis van ons geloof in het offer van Jezus. Wij moeten ook leren ons tot God te wenden voordat wij kwaad doen in plaats van te proberen de strijd alleen te strijden, ten slotte te zwichten en dan om vergiffenis te smeken. Met Gods hulp kunnen wij erin slagen „de nieuwe persoonlijkheid . . . aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”. — Efeziërs 4:20-24.
12. (a) Aan welke andere verhoudingen moeten wij aandacht schenken, willen wij vrede genieten? (b) Wat wordt er in dit opzicht van ons verlangd?
12 Vrede genieten is natuurlijk ook afhankelijk van onze verhouding met andere mensen. Ware christenen dienen God als personen die deel uitmaken van een organisatie; zij vormen een „gemeenschap van broeders” (1 Petrus 2:17). Zoals Jezus met betrekking tot zijn volgelingen had voorzegd, vallen zij op door hun liefde voor elkaar (Johannes 13:35). Maar geen van hen is volmaakt. Vanwege onze eigen onvolmaaktheden en die van anderen zullen wij betreffende bepaalde situaties misschien vurig moeten bidden en hard moeten werken om problemen op te lossen. Hebreeën 12:14 spoort ons aan: „Streeft naar vrede met alle mensen.” En in onze betrekkingen met onze christelijke broeders en zusters rust een speciale verplichting op ons om te volharden in het nastreven van vrede. In 1 Thessalonicenzen 5:13 wordt kernachtig gezegd: „Weest vredelievend jegens elkaar.” Dat betekent niet alleen dat wij geen wraak mogen nemen, maar dat wij actief de vrede moeten bevorderen door de eerste stap te doen om de vrede te herstellen en bereid te zijn in het belang van de vrede inschikkelijk te zijn. — Efeziërs 4:1-3.
13. (a) Wat zouden wij kunnen doen om de vrede met ongelovigen te bevorderen, maar hoe geven wij er blijk van dat vrede met God op de eerste plaats komt? (b) Hoe kunnen wij vrede hebben terwijl er beroering om ons heen is?
13 Buiten de gemeente is echter niet iedereen bereid vredelievend te zijn. Daarom geeft Romeinen 12:18 de realistische raad: „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen.” De vrede trachten te bevorderen, houdt echter niet in dat wij schipperen met betrekking tot Jehovah’s rechtvaardige vereisten. Wij kunnen de tijdstippen waarop bepaalde dingen gedaan moeten worden, aanpassen maar wij weten dat het onverstandig zou zijn ermee op te houden gemeentevergaderingen te bezoeken of een aandeel aan de velddienst te hebben ten einde de vrede te bewaren met een huwelijkspartner of familieleden. En wij weten dat Jehovah het niet goedvindt als wij met collega’s of medescholieren aan goddeloze praktijken zouden deelnemen om bij hen in een goed blaadje te komen. Wij zien in dat ware vrede alleen toebehoort aan hen die in de allereerste plaats vrede met God genieten, aan hen die Jehovah’s wet liefhebben en zijn wegen bewandelen. Die vrede achten wij kostbaarder dan al het andere (Psalm 119:165). Het is waar dat er om ons heen misschien beroering is. Ongelovigen ruziën en strijden misschien met elkaar; zij beschimpen ons misschien zelfs vanwege ons geloof. Maar wij weten hoe wij ons volgens datgene wat wij uit Gods Woord hebben geleerd, moeten gedragen. Door een handelwijze te blijven volgen die in overeenstemming met Jehovah’s rechtvaardige wegen is, worden wij niet beroofd van de vrede die het meest telt. — Vergelijk Psalm 46:1, 2.
14. Wat stelt ons in staat onze innerlijke kalmte en een opgewekte kijk te bewaren, ook al lijden wij persoonlijk verdrukking?
14 Op de laatste avond voor zijn dood zei Jezus tot zijn getrouwe apostelen: „Deze dingen heb ik tot u gezegd, opdat gij door bemiddeling van mij vrede moogt hebben. In de wereld hebt gij verdrukking, maar schept moed! ik heb de wereld overwonnen” (Johannes 16:33). Ja, wij lijden inderdaad verdrukking. Als christenen ondergaan wij verschillende vormen van vervolging. Wij lijden misschien onrecht, en velen hebben met ernstige ziekte te kampen. Maar de goddelijke vrede houdt ons ondanks dit alles staande. Omdat wij door Jehovah onderwezen zijn, weten wij waarom christenen worden vervolgd. Wij vragen ons niet vol twijfel af waarom er onrecht is en waarom wij met ziekte te kampen hebben. Wij weten ook wat de toekomst inhoudt. Wij weten dat ten gevolge van Jezus’ getrouwe levensloop en zijn offerandelijke dood bevrijding een zekerheid is. Bovendien weten wij dat wij ons, onverschillig welke problemen er thans op ons afkomen, in gebed tot God kunnen wenden, in het vertrouwen dat hij liefdevol voor ons zorgt en ons door middel van zijn geest zal schragen. — Romeinen 8:38, 39.
15. Hoe komt het dat de vrede die Christus mogelijk maakt, niet is zoals de vrede die de wereld biedt?
15 Terecht zei Jezus in Johannes 14:27: „Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef ik hem u. Laat uw hart niet verontrust worden noch van vrees ineenkrimpen.” Het is beslist waar — de wereld heeft niets wat ook maar in de verste verte te vergelijken is met de vrede die God door bemiddeling van Jezus Christus geeft. Daardoor kunnen wij sterk zijn ondanks situaties die anderen alle hoop zouden doen verliezen.
16. (a) Wat is het vooruitzicht van degenen die thans een hoge waarde toekennen aan de vrede die God geeft? (b) Hoe kunnen wij er blijk van geven dat wij die vrede echt waarderen?
16 Wat een schitterende toekomst ligt er in het verschiet voor allen die nu de vrede die God geeft, aanvaarden en er in hun leven de belangrijke plaats aan toekennen die deze vrede toekomt! Weldra zal de wereld die in vijandschap met God leeft, verdwenen zijn. Na verloop van tijd zal heel de schepping door de rechtvaardige vereisten van de Universele Soeverein volledig in vrede verenigd zijn. Moge onze dankbaarheid voor dit grootse vooruitzicht ons ertoe bewegen thans in volledige harmonie hiermee ons werk te doen. Mogen wij allen aandachtig luisteren naar Jehovah’s onderricht en ervoor zorgen dat zijn geboden krachtig in ons hart worden gegrift, opdat wij zijn wegen werkelijk liefhebben en doen wat hij verlangt. Zoals Spreuken 3:1, 2 verklaart: „Mijn zoon, vergeet niet mijn wet, en moge uw hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen u worden toegevoegd.”
Overzichtsvragen
□ Wat is er volgens Jesaja 48:18 nodig om overvloedige vrede te hebben?
□ Door welke dingen te doen kunnen wij in vollediger mate goddelijke vrede ervaren?
□ Wat wordt er van ons verwacht met betrekking tot het bewaren van vrede met onze broeders en zusters?
□ Hoe kunnen wij zelfs als wij door ongelovigen worden omringd, vrede bewaren?
[Illustratie op blz. 16]
Doop
[Illustraties op blz. 17]
Geregeld vergaderingbezoek
Toepassen wat wij leren
[Illustraties op blz. 18]
Een volledig aandeel aan de velddienst
Onze last op Jehovah werpen