Heerschappij door de geestelijkheid — Vormt ze de oplossing?
OVERAL in de wereld zijn de mensen onrecht, onderdrukking en politieke corruptie beu. Zij willen iets beters, zoals blijkt uit de moeite die zij doen om politieke leiders door andere te vervangen. Maar nieuwe leiders slagen er zelden of nooit in de mensen tevredenheid te schenken.
Sommigen menen dat heerschappij door de geestelijkheid een betere regering tot gevolg zal hebben. Zij geloven dat predikanten en geestelijken een godvruchtig tintje aan regeringszaken zullen geven. Waarschijnlijk met dit in gedachten bad dominee Marion (Pat) Robertson, in 1988 kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap, of „godvruchtige mensen” een politieke functie mochten veroveren. Maar zou dit werkelijk in de behoefte aan betere regeerders voorzien?
Toen de geestelijkheid over Europa regeerde
Gedurende de middeleeuwen bezat de geestelijkheid een enorme wereldlijke macht. Pausen waren zelfs in staat koningen te kronen en te onttronen! In 800 G.T. kroonde paus Leo III de Frankische koning Karel de Grote tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. Duizend jaar lang heeft dit rijk de vereniging van Kerk en Staat vertegenwoordigd, en in deze periode heeft de geestelijkheid in meerdere of mindere mate macht over wereldlijke autoriteiten uitgeoefend.
In de elfde eeuw begon het pausdom de leidinggevende rol in Europa over te nemen. The Columbia History of the World, onder redactie van John Garraty en Peter Gay, zegt in dit verband: „De kerk was Europa’s belangrijkste regering.” In dit boek wordt tevens opgemerkt dat de kerk ’meer politieke macht kon uitoefenen dan enige andere westerse regering’. Hoe was de situatie van het volk onder de heerschappij van de geestelijkheid?
Niemand was vrij om God te aanbidden zoals hij dat wilde of om een mening te uiten die in strijd was met die van de geestelijkheid. Deze klerikale onverdraagzaamheid schiep in heel Europa een klimaat van vrees. De kerk voerde de inquisitie in om allen te elimineren die de moed hadden er een andere zienswijze op na te houden. Aangezien dergelijke personen als ketters werden beschouwd, werden zij voor inquisiteurs geleid, die hen martelden om bekentenissen los te krijgen. Degenen die schuldig werden bevonden, vonden vaak de dood op de brandstapel.
In The Columbia History of the World wordt over heerschappij door de geestelijkheid in Spanje gezegd: „Oorlogen en de kruistochtideologie hadden een orthodoxe en snobistische aristocratie en clerus samengesmolten die alle touwtjes van de politieke macht in handen hadden. Als gevolg van censuur en de inquisitie, die tegen iedereen was gebruikt die bezwaar maakte tegen hetzij de officiële theologie of het staatsbeleid, was het intellectuele leven lamgelegd.”
In zijn boek The Age of Faith zei Will Durant: „Als wij alles in aanmerking nemen wat van een historicus geëist en aan een christen toegestaan moet worden, moeten wij de inquisitie, alsmede de oorlogen en vervolgingen van onze tijd, tot de donkerste smetten rekenen die het verslag van de mensheid ontsieren, smetten die een gewelddadigheid onthullen die bij geen enkel beest wordt aangetroffen.” In de middeleeuwen betekende heerschappij door de geestelijkheid de vernietiging van persoonlijke vrijheden.
Verschilde de protestantse hervormer Johannes Calvijn van de katholieke geestelijkheid? Welnu, beschouw eens wat er gebeurde toen Michael Servet voor de vervolging door de Spaanse geestelijkheid vluchtte en in Genève (Zwitserland) werd gearresteerd. Calvijn had daar een gemeenschap gesticht waarover hij en zijn predikanten met absolute macht regeerden. Omdat Servet de Drieëenheid loochende, slaagde Calvijn erin te doen waarin de inquisitie niet was geslaagd. Servet werd wegens ketterij ter dood veroordeeld en stierf op de brandstapel. Calvijn legde aldus dezelfde onverdraagzaamheid aan de dag als de katholieke geestelijkheid.
Heeft de macht die de geestelijkheid over wereldlijke regeringen uitoefende, vrede voor de bevolking van Europa tot gevolg gehad? Nee, beslist niet. In plaats van vrede te genieten, moesten zij jaren van door de geestelijkheid ontketende oorlogvoering verduren. Paus Urbanus II organiseerde de Eerste Kruistocht en gaf aldus de stoot tot een aantal oorlogen die tweehonderd jaar hebben voortgeduurd. Bovendien hebben de door de geestelijkheid ontketende oorlogen tegen mensen die als ketters werden beschouwd, duizenden mannen, vrouwen en kinderen het leven gekost.
Heeft de heerschappij door de geestelijkheid een eind gemaakt aan corruptie? Nee, volstrekt niet. In het boek A History of the Modern World, door R. R. Palmer en Joel Colton, wordt gezegd: „Het kerkelijke leven werd in toenemende mate door geld verdorven. Niemand geloofde in omkoperij; maar iedereen wist dat veel hoge geestelijken (evenals destijds veel hoge burgerlijke functionarissen) omkoopbaar waren.” Dat er onder de geestelijken corruptie heerste, vormde een veel geuite klacht.
Heeft heerschappij door de geestelijkheid tot mededogen jegens het gewone volk geleid? Geenszins. Beschouw bijvoorbeeld eens wat er gebeurde toen kardinaal Richelieu van Frankrijk tijdens het bewind van Lodewijk XIII de regeringsmacht in handen kreeg. In het boek The History of the Nations, onder redactie van Henry Cabot Lodge, wordt gezegd dat Richelieus „beleid gebaseerd was op het vernietigen van de Franse vrijheden”.
Gedurende de zeventiende eeuw werden indianendorpen in Mexico vaak door de geestelijkheid bestuurd. Volgens het boek Many Mexicos, door Lesley Simpson, beschouwden de geestelijken de geselpaal als „een onmisbaar hulpmiddel om de christelijke deugden in te scherpen en te handhaven, alsook wereldlijke overtredingen te bestraffen”.
Geschiedenisboeken stellen ons aldus in staat het verslag van heerschappij door de geestelijkheid in de loop der eeuwen te onderzoeken. Wat wordt door dat verslag onthuld? Een schokkend gebrek aan achting voor het geluk, het welzijn en de vrijheden van het gewone volk. Ja, heerschappij door de geestelijkheid is onverdraaglijk tiranniek geweest. Zoals Daniel Defoe in zijn werk The True-Born Englishman schreef: „En van alle plagen waardoor de mensheid gekweld wordt, is kerkelijke tirannie nog het ergst.”
Het is derhalve duidelijk dat heerschappij door de geestelijkheid niet de oplossing vormt voor ’s mensen behoefte aan een betere regering. Tot wie kunnen wij ons derhalve wenden? De oplossing staat voor iedereen open, zoals wij zullen zien.
[Illustratie op blz. 4]
De protestantse Calvijn legde dezelfde onverdraagzaamheid aan de dag als de katholieke geestelijken
[Verantwoording]
Met welwillende medewerking van de curatoren van het British Museum