Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w91 15/4 blz. 26-27
  • „De dag des Heren”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „De dag des Heren”
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
  • Vergelijkbare artikelen
  • Dag des Heren
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Dag des Heren
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Jehovah’s dag
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Jehovah’s dag
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
w91 15/4 blz. 26-27

„De dag des Heren”

„DOOR inspiratie geraakte ik in de dag des Heren” (Openbaring 1:10). Aldus de hierboven afgebeelde bejaarde apostel Johannes in het eerste hoofdstuk van het bijbelboek Openbaring. Zijn woorden helpen ons vast te stellen wanneer de grootse visioenen die hij vervolgens beschrijft in vervulling gaan.

Niet allen zijn het echter met deze weergave van Openbaring 1:10 eens. In Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd wordt deze tekst bijvoorbeeld als volgt vertaald: „Op een zondag raakte ik daar in geestvervoering.” De meeste bijbelvertalers vertolken de Griekse zinsnede teiʹ ku·riʹa·kei heʹme·rai echter met ’de dag des Heren’. Maar in een voetnoot beweren velen dat de uitdrukking betrekking heeft op de zondag. Is dit juist?

In het Duitse Herders Bibelkommentar, een katholiek verwijswerk, wordt de redenatie achter deze denkwijze als volgt toegelicht: „Hier [in Openbaring 1:10] wordt niet gedoeld op de Dag van het Laatste Oordeel, die eveneens bekendstaat als de ’Dag des Heren’, maar op een specifieke dag van de week. De vroege christenen begonnen de eerste dag van de week reeds in het midden van de eerste eeuw als de dag van hun belangrijkste kerkdienst te vieren (Hand. 20:7; 1 Kor. 16:2).” De twee in dat verwijswerk geciteerde schriftplaatsen bewijzen echter in geen enkel opzicht dat de eerste-eeuwse christenen de eerste dag van de week als „de dag van hun belangrijkste kerkdienst” beschouwden.

De eerste tekst, Handelingen 20:7, vermeldt slechts dat Paulus, zijn reisgezellen en christenen uit Troas op de eerste dag van de week bijeenkwamen voor een maaltijd. Aangezien Paulus de volgende dag zou vertrekken en hij hen geruime tijd niet meer zou zien, benutte hij de gelegenheid om uitvoerig met hen te spreken.

In de tweede tekst, 1 Korinthiërs 16:2, werden de christenen in Korinthe aangemoedigd „elke eerste dag van de week” geld opzij te leggen om iets te hebben wat zij ten behoeve van de behoeftigen in Judea konden bijdragen. De bijbelgeleerde Adolf Deissmann oppert dat deze dag misschien betaaldag was. In ieder geval was Paulus’ suggestie praktisch, omdat het geld in de loop van de week zou kunnen op raken.

Nergens in de bijbel wordt gezegd dat de christenen in het apostolische tijdperk de eerste dag van de week, nu zondag genoemd, als een soort van christelijke sabbat beschouwden, een dag die exclusief opzij werd gezet voor hun geregelde bijeenkomsten voor aanbidding. Pas na de dood van de apostelen werd de zondag langzamerhand aldus bezien en „de dag des Heren” genoemd. Dit maakte deel uit van de door Jezus en de apostelen zelf voorzegde afval. — Mattheüs 13:36-43; Handelingen 20:29, 30; 1 Johannes 2:18.

Wat valt er dan over „de dag des Heren” te zeggen? De context van Openbaring 1:10 wijst op Jezus als de Heer van die dag. Gods Woord vereenzelvigt uitdrukkingen als „de dag van onze Heer Jezus Christus” met een tijd van oordeel voor de mensheid en het herstel van het Paradijs. — 1 Korinthiërs 1:8; 15:24-26; Filippenzen 1:6, 10; 2:16.

Hans Bruns heeft het in zijn vertaling met commentaar, getiteld Das Neue Testament, derhalve bij het juiste eind als hij zegt: „Sommigen beweren dat hij [Johannes] het hier over de zondag heeft, maar het is veel waarschijnlijker dat hij doelt op de roemrijke Dag des Heren, waar per slot van rekening al zijn volgende beschrijvingen betrekking op hebben.” W. E. Vine zegt: „’De Dag des Heren’ . . . is de Dag van Zijn geopenbaarde oordeel over de wereld.” Fritz Rienecker zegt in zijn Lexikon zur Bibel dat „de dag des Heren” duidelijk betrekking heeft op de „oordeelsdag”.

Het juiste begrip van de uitdrukking „de dag des Heren” helpt ons het hele boek Openbaring te begrijpen. Bovendien wijst alles erop dat die dag reeds is begonnen. Wat is het derhalve belangrijk dat wij ’de woorden van de profetie in het boek Openbaring horen en alles wat daarin geschreven staat, onderhouden’! — Openbaring 1:3, 19.

[Illustratie op blz. 27]

Een duidelijke en recentelijk bijgewerkte verklaring van elk vers in het boek Openbaring wordt gegeven in De Openbaring — Haar grootse climax is nabij! Dit fascinerende hulpmiddel voor bijbelstudie is nu verkrijgbaar in 33 talen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen