Volharding die de overwinning behaalt
„Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen.” — HEBREEËN 10:36.
1. Waarom is volharding een vereiste voor een ieder die Jehovah God in deze tijd dient?
DEZE hele wereld ligt in de macht van een tot opstand aanzettende god. Haar onzichtbare heerser, Satan de Duivel, concentreert al zijn inspanningen erop Jehovah te weerstaan en verzet te plegen tegen de rechtvaardiging van Jehovah’s universele soevereiniteit door middel van het Messiaanse koninkrijk. Dit maakt het onvermijdelijk dat een ieder die zich aan God opdraagt en Zijn zijde kiest in de strijdvraag van soevereiniteit, voortdurend tegenstand zal ondervinden van de zijde van deze wereld (Johannes 15:18-20; 1 Johannes 5:19). Vandaar dat ieder van ons erop voorbereid moet zijn te volharden totdat deze wereld te Armageddon volledig ten onder gaat. Om te behoren tot Gods zegevierenden die door hun geloof en rechtschapenheid de wereld overwinnen, moeten wij volhardend doorgaan tot het einde (1 Johannes 5:4). Hoe kunnen wij dat?
2, 3. Hoe zijn Jehovah God en Jezus Christus de grootste voorbeelden van volharding?
2 Om te beginnen kunnen wij aanmoediging ontlenen aan twee voortreffelijke voorbeelden van volharding. Wie zijn dit? Een is Jezus Christus, „de eerstgeborene van heel de schepping”, die sinds hij op een onbekend tijdstip in het verleden tot bestaan werd gebracht, er getrouw mee voortgegaan is God te dienen. In zijn volhardende loopbaan van getrouwe dienst voor God is Jezus een voorbeeld geworden voor alle met verstand begiftigde schepselen die nadien in de hemel en op aarde tot bestaan werden gebracht (Kolossenzen 1:15, 16). Maar het grootste voorbeeld van volharding is Jehovah God, die reeds lang opstand tegen zijn universele soevereiniteit verduurt en dat zal blijven doen totdat hij handelend optreedt om de strijdvraag inzake soevereiniteit definitief te beslechten.
3 Jehovah heeft op een voorbeeldige wijze dingen verduurd in aangelegenheden waar zijn waardigheid en zijn meest intense persoonlijke gevoelens bij betrokken zijn. Hij heeft zich ingehouden onder ernstige provocatie en heeft zich ervan teruggehouden handelend op te treden tegen degenen die hem hebben beschimpt — inclusief Satan de Duivel. Wij zijn dankbaar voor Gods geduldige verduren en voor zijn barmhartigheid. Anders zouden wij ons nog geen moment in leven hebben verheugd. Werkelijk, Jehovah God heeft zich op onvergelijkelijke wijze onderscheiden door zijn geduldige verduren.
4, 5. (a) Hoe laat Paulus’ illustratie van een pottenbakker Gods geduldige verduren en zijn barmhartigheid uitkomen? (b) Hoe zal Gods barmhartigheid niet verkeerd besteed blijken te zijn?
4 De apostel Paulus wijst op zowel dit verduren van Gods zijde als zijn barmhartigheid wanneer hij zegt: „Heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde massa het ene vat voor een eervol en het andere voor een oneervol gebruik te maken? Indien God nu, ofschoon hij zijn gramschap wil tonen en zijn kracht wil bekendmaken, met veel lankmoedigheid de vaten der gramschap heeft verdragen, die voor de vernietiging geschikt zijn gemaakt, opdat hij de rijkdom van zijn heerlijkheid zou kunnen bekendmaken over de vaten van barmhartigheid, die hij tevoren heeft bereid tot heerlijkheid, namelijk ons, die hij niet alleen uit de joden maar ook uit de natiën heeft geroepen, wat zou dat dan?” — Romeinen 9:21-24.
5 Zoals uit deze woorden blijkt, gaat Jehovah gedurende deze huidige periode waarin hij dingen verduurt, gestadig verder met de ontwikkeling van zijn glorierijke voornemen en betoont hij zekere menselijke vaten barmhartigheid. Hij maakt deze vaten gereed voor eeuwige heerlijkheid en verijdelt aldus de goddeloze voornemens van zijn grote tegenstander, Satan de Duivel, en van al Satans trawanten. Niet alle leden van de mensheid zijn vaten der gramschap gebleken, die de vernietiging verdienen. Dat pleit voor het geduldige verduren van de zijde van de Almachtige God. Zijn barmhartigheid zal niet tevergeefs zijn. Ze zal resulteren in (1) een glorierijke Koninkrijksfamilie in de hemel onder Jehovah’s geliefde Zoon, Jezus Christus, en (2) een hersteld en tot volmaaktheid gebracht mensengeslacht op een paradijsaarde, allen erfgenamen van eeuwig leven.
Volharden tot het einde
6. (a) Waarom kunnen christenen een test op volharding niet ontlopen? (b) Waarop duidt het Griekse woord voor „volharding” gewoonlijk?
6 Met zo’n schitterende hoop in het vooruitzicht moeten ons voortdurend Jezus’ versterkende woorden in de oren klinken, namelijk: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Mattheüs 24:13). Het is belangrijk een goede start te hebben in de wedloop van het christelijke discipelschap. Maar wat uiteindelijk telt is hoe wij volharden, hoe goed wij de wedloop uitlopen. De apostel Paulus legde hier de nadruk op toen hij zei: „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen” (Hebreeën 10:36). Het Griekse woord dat hier met „volharding” is vertaald, is hu·poʹmo·ne. Dit duidt gewoonlijk op een moedige, standvastige of geduldige volharding zonder de hoop te verliezen als er zich hindernissen, vervolgingen, beproevingen of verzoekingen voordoen. Als wij uiteindelijk redding hopen te verwerven, moeten wij ons als een onderdeel van de noodzakelijke voorbereiding voor die redding aan een test op volharding onderwerpen.
7. Welke illusie moeten wij vermijden, en welke voorbeelden zullen ons helpen te volharden?
7 Wij moeten onszelf geen illusies maken door de voor ons gevoel prettige gedachte dat wij die test wel even snel kunnen afhandelen. Teneinde de strijdpunten betreffende Gods universele soevereiniteit en de rechtschapenheid van de mens definitief te beslechten, heeft Jehovah zichzelf niet gespaard. Hij heeft onaangename dingen verduurd hoewel hij er ogenblikkelijk een eind aan had kunnen maken. Ook Jezus Christus was een voorbeeld van volharding (1 Petrus 2:21; vergelijk Romeinen 15:3-5). Met deze schitterende voorbeelden voor ogen zijn wij beslist ook bereid om tot het einde te volharden. — Hebreeën 12:2, 3.
Een noodzakelijke hoedanigheid
8. Welke hoedanigheid die wij allemaal nodig hebben, heeft de apostel Paulus aan de dag gelegd?
8 Geen enkele dienstknecht van God, zelfs niet in het verste verleden, is ooit vrijgesteld geweest van de noodzaak zijn rechtschapenheid te bewijzen door te volharden. Zeer prominente personen in de bijbelse geschiedenis die getrouw bleven tot de dood en die voor eeuwig leven in de hemel in aanmerking kwamen, moesten bewijzen standvastig te zijn. De vroegere Farizeeër Saulus van Tarsus zei bijvoorbeeld tot de Korinthiërs: „In niets ben ik ook maar inferieur gebleken aan uw superfijne apostelen, ook al ben ik niets. Waarlijk, de tekenen van een apostel werden onder u verricht door alle volharding en door tekenen en wonderen en krachtige werken” (2 Korinthiërs 12:11, 12). Ondanks de lasten van het werk schatte Paulus zijn bediening zo hoog dat hij veel verduurde en zich oprecht beijverde er geen enkele smaad op te werpen. — 2 Korinthiërs 6:3, 4, 9.
9. (a) Hoe heeft het gezalfde overblijfsel volharding getoond, en met welk resultaat? (b) Wat dient als een prikkel om onze dienst voor God getrouw voort te zetten?
9 In meer recente tijden wisten gezalfde christenen die vóór de Eerste Wereldoorlog God dienden, dat 1914 het einde zou kenmerken van de tijden der heidenen, en velen van hen verwachtten in dat gedenkwaardige jaar hun hemelse beloning te ontvangen. Maar dit gebeurde niet. Zoals de feiten nu laten zien, werden hun nog tientallen jaren toegevoegd. Gedurende deze onverwachte verlenging van hun leven op aarde werden zij door Jehovah God gelouterd (Zacharia 13:9; Maleachi 3:2, 3). Dat zij bleven volharden, leidde ertoe dat zij in een betere situatie geraakten. Als dienstknechten van Jehovah verheugden zij zich erover tot zijn naamvolk te worden gemaakt (Jesaja 43:10-12; Handelingen 15:14). In deze tijd, na door twee wereldoorlogen en talloze kleinere conflicten heen gevoerd te zijn, zijn zij uitermate verheugd dat zij in het verbreiden van het goede nieuws geholpen worden door een groeiende grote schare andere schapen, inmiddels reeds meer dan vier miljoen in getal. Het geestelijke paradijs waarin zij zich verheugen, heeft zich over de hele aarde uitgebreid, zelfs tot de verst verwijderde eilanden in de wereldzeeën. Deze begunstigde bejegening, die wij hoe langer wij leven alleen maar meer gaan waarderen, heeft gewerkt als een prikkel om getrouw voort te gaan in de dienst voor God totdat Jehovah’s wil en voornemen volledig ten uitvoer zijn gebracht.
10. Wat is regelmatig nodig opdat wij niet verzwakken?
10 Aangezien onze beloning afhangt van onze standvastigheid, hebben wij voortdurend aansporing nodig in deze uitermate belangrijke aangelegenheid (1 Korinthiërs 15:58; Kolossenzen 1:23). Opdat wij als leden van Jehovah’s volk niet verzwakken, moeten wij regelmatig aangemoedigd worden vast te houden aan de waarheid en aan het kostbare voorrecht de waarheid te verbreiden, zoals ook de pasopgerichte gemeenten in de eerste eeuw aangemoedigd werden doordat Paulus en Barnabas hen opnieuw bezochten (Handelingen 14:21, 22). Laat het ons vaste voornemen en besluit zijn dat, zoals de apostel Johannes het uitdrukte, de waarheid in ons blijft en ’ze tot in eeuwigheid met ons zal zijn’. — 2 Johannes 2.
Wachten met onwankelbare volharding
11. Wat schijnt Gods stelregel te zijn voor zijn dienstknechten, en hoe werd dit geïllustreerd in het geval van Jozef?
11 Het vergt tijd om de test met betrekking tot ons te voltooien (Jakobus 1:2-4). Wacht! Wacht! Wacht! schijnt Gods stelregel te zijn geweest voor zijn dienstknechten uit de oudheid wanneer zij werden beproefd op hun vastberadenheid om in het geloof te blijven. Maar het wachten bleek uiteindelijk altijd lonend te zijn voor die getrouwe dienstknechten. Jozef bijvoorbeeld moest dertien jaar als slaaf en gevangene wachten, maar de ervaring louterde zijn persoonlijkheid. — Psalm 105:17-19.
12, 13. (a) Hoe was Abraham een voorbeeld van getrouwe volharding? (b) Hoe worden Abrahams geloof en volharding ons ten voorbeeld gesteld?
12 Abraham was al 75 jaar oud toen God hem uit Ur der Chaldeeën riep om naar het Beloofde Land te gaan. Op ongeveer 125-jarige leeftijd ontving hij de onder ede gedane bevestiging van Gods belofte — hetgeen gebeurde direct nadat Abraham had gedemonstreerd hoe krachtig zijn geloof was door zover te gaan dat hij zijn geliefde zoon, Isaäk, offerde, waarmee hij pas ophield toen Jehovah’s engel zijn hand terughield en verhinderde dat het offer werd gebracht (Genesis 22:1-18). Vijftig jaar was een lange tijd voor Abraham om als tijdelijke inwoner in een vreemd land te wachten, maar hij volhardde nog eens vijftig jaar totdat hij op 175-jarige leeftijd stierf. Al die tijd was Abraham een getrouwe getuige en profeet van Jehovah God. — Psalm 105:9-15.
13 Abrahams geloof en volharding worden ten voorbeeld gesteld aan alle dienstknechten van God die de beloofde zegeningen door bemiddeling van Jezus Christus, het Zaad van Abraham, wensen te ontvangen (Hebreeën 11:8-10, 17-19). Betreffende hem lezen wij in Hebreeën 6:11-15: „Wij begeren dat een ieder van u dezelfde naarstigheid aan de dag legt om tot het einde toe de volle verzekerdheid van de hoop te hebben, opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt van hen die door geloof en geduld de beloften beërven. Want toen God zijn belofte aan Abraham deed, zwoer hij, daar hij bij niemand groter kon zweren, bij zichzelf en zei: ’Voorzeker, zegenend wil ik u zegenen en vermenigvuldigend wil ik u vermenigvuldigen.’ En zo verkreeg Abraham, nadat hij geduld had getoond, deze belofte.”
14. Waarom moeten wij niet denken dat de test op volharding eindeloos duurt en de beloning iets ongrijpbaars is?
14 Het gezalfde overblijfsel heeft al 77 jaar zien voorbijgaan sinds het einde van de tijden der heidenen in 1914, toen sommigen van hen verwachtten dat de ware christelijke gemeente verheerlijkt en in de hemel opgenomen zou worden. Hoeveel langer het overblijfsel nog moet wachten, weten wij niet. Moeten wij dan wankelen en denken dat het wachten eindeloos duurt en de beloning iets ongrijpbaars is? Nee! Daardoor zou nooit Gods soevereiniteit gerechtvaardigd of zijn naam geëerd worden. Hij zou niet voor het aangezicht van de wereld gerechtvaardigd worden wanneer hij ons de overwinning en de daaruit voortvloeiende prijs van eeuwig leven zou toekennen. Ongeacht hoe lang het nog duurt, het overblijfsel en hun getrouwe, met schapen te vergelijken metgezellen zijn vastbesloten te wachten totdat Jehovah op zijn eigen tijd tot handelen overgaat. Door zo’n voorbeeldige volharding aan de dag te leggen, treden zij in de voetstappen van Abraham. — Romeinen 8:23-25.
15. (a) Wat is ons devies, en door welke ervaringen heen heeft God ons zegevierend geschraagd? (b) Welke door Paulus gegeven aansporing blijft passend in onze tijd?
15 Het devies is dus nog steeds dat wij onwankelbaar moeten volharden in het doen van Gods wil (Romeinen 2:6, 7). In het verleden heeft hij ons door ernstige beproevingen heen geschraagd, met inbegrip van opsluiting in gevangenissen en concentratiekampen, en hij heeft ons er, tot heerlijkheid van zijn naam en voornemen, zegevierend uit te voorschijn gebracht.a In de tijd die nog rest voor de voltooiing van onze test, zal Jehovah hetzelfde blijven doen. Paulus’ aansporing blijft passend in onze tijd: „Want gij hebt een standvastig geduld en volharding nodig, opdat gij de wil van God moogt doen en volledig moogt volbrengen, en aldus datgene wat beloofd is moogt ontvangen en wegdragen en u er ten volle in moogt verheugen.” — Hebreeën 10:36, The Amplified Bible; Romeinen 8:37.
16. Waarom mogen wij onze opdracht aan Jehovah niet bezien als slechts van beperkte aard of aan voorwaarden onderhevig?
16 Zolang Jehovah werk voor ons te doen heeft te midden van deze goddeloze wereld, willen wij dus in navolging van Jezus’ voorbeeld met dat werk bezig zijn totdat het voleindigd is (Johannes 17:4). Onze opdracht aan Jehovah was niet verbonden aan de voorwaarde dat wij hem voor slechts een korte tijd zouden dienen en dat dan Armageddon zou komen. Onze opdracht was voor eeuwig. Gods werk voor ons zal niet eindigen met de strijd van Armageddon. Maar pas nadat wij het werk hebben volbracht dat vóór Armageddon gedaan moet worden, zullen wij de grootse dingen zien die na die grote oorlog komen. Dan zullen wij, naast het gelukkige voorrecht zijn werk te mogen blijven doen, beloond worden met de langverbeide zegeningen die hij beloofd heeft. — Romeinen 8:32.
Liefde voor God helpt ons te volharden
17, 18. (a) Wat zal ons in tijden van spanningen helpen te volharden en Gods goedkeuring te genieten? (b) Wat zal ons helpen de overwinning te behalen, en wat zeggen wij niet aangaande de tijd die er nog rest?
17 Misschien dat wij ons in tijden van grote spanningen afvragen: ’Hoe kunnen wij nog langer volharden?’ Het antwoord? Door God met geheel ons hart, geheel ons verstand, geheel onze ziel en geheel onze kracht lief te hebben. „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. De liefde is niet jaloers, ze snoeft niet, wordt niet opgeblazen. Ze verdraagt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen, verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer” (1 Korinthiërs 13:4, 7, 8). Als het niet uit liefde voor God is dat wij volharden, telt onze volharding niet. Maar als wij het onder druk uithouden vanwege onze toewijding jegens Jehovah, dan heeft onze volharding tot resultaat dat onze liefde voor hem zich verdiept. Liefde voor God, zijn Vader, hielp Jezus te volharden (Johannes 14:30, 31; Hebreeën 12:2). Als liefde voor God, onze Vader, ons werkelijke motief is, is er dan ook maar iets wat wij niet kunnen verduren?
18 Het is onze onwankelbare liefde voor Jehovah God die ons in staat heeft gesteld gedurende deze bijzonder kritieke tijd van beproeving de wereld te blijven overwinnen. En Jehovah zal ons door bemiddeling van Jezus Christus de hulp blijven geven die wij nodig hebben, ongeacht hoeveel langer het dit oude samenstel van dingen nog vergund wordt te bestaan (1 Petrus 5:10). Natuurlijk doen wij geen voorspelling aangaande de hoeveelheid tijd die er nog rest, en wij stellen geen specifieke datum vast. Dat laten wij aan de Grote Tijdbepaler, Jehovah God, over. — Psalm 31:15.
19, 20. (a) Hoe moeten wij elke dag dat wij volharden, bezien? (b) Welke dwaasheid willen wij vermijden, en waarom?
19 Het geslacht dat volgens de voorzegging „het besluit van het samenstel van dingen” zou meemaken, is nu vergevorderd in jaren (Mattheüs 24:3, 32-35). Laten wij dus nooit vergeten dat elke dag dat wij volharden, er een minder is voor Satan en zijn demonen om het universum alleen al door hun bestaan te verontreinigen, en een dag dichter bij het tijdstip dat Jehovah niet langer het bestaan verduurt van ’vaten der gramschap die voor de vernietiging geschikt zijn gemaakt’ (Romeinen 9:22). Weldra zal Jehovah, wanneer zijn lankmoedigheid tot een eind komt, zijn gramschap jegens goddeloze mannen en vrouwen tot uitdrukking brengen. Zo zal hij blijk geven van zijn goddelijke afkeuring ten aanzien van hun handelwijze, ook al heeft hij hen gedurende al deze tijd laten bestaan.
20 Het zou bijzonder onverstandig zijn als wij zouden ophouden met onze liefdevolle pogingen de glorierijke prijs te bemachtigen die ons door bemiddeling van Jezus Christus in het vooruitzicht is gesteld. In plaats daarvan zijn wij vastbesloten getrouw voort te gaan als getuigen voor Jehovah in deze uiterst belangrijke tijd waarin Jehovah op het punt staat zichzelf als Universele Soeverein te rechtvaardigen.
[Voetnoten]
a Christine Elizabeth King schreef bijvoorbeeld: „Slechts tegen de Getuigen oogstte de [nazi-]regering geen succes, want hoewel ze duizenden had gedood, ging het werk door en in mei 1945 was de beweging der Jehovah’s Getuigen nog steeds levend, terwijl het nationaal-socialisme niet meer bestond. Het aantal Getuigen was toegenomen en er waren geen compromissen gesloten. De beweging had martelaren verworven en had opnieuw een succesvolle strijd gestreden in de oorlog van Jehovah God.” — The Nazi State and the New Religions: Five Case Studies in Non-Conformity, blz. 193.
Wat zou u antwoorden?
◻ Waarom kunnen wij er niet aan ontkomen dat onze volharding wordt getest?
◻ Welke illusie willen wij vermijden?
◻ Wat hebben wij nodig om niet te verzwakken?
◻ Wat is ons devies?
◻ Wat zal ons in tijden van spanningen helpen te volharden?
[Illustratie op blz. 11]
Gods volk is, zoals deze Getuigen in Port of Spain (Trinidad), altijd bereid geweest op Jehovah te wachten