Het christelijke gezin helpt de bejaarden
„Werp mij niet weg ten tijde van de ouderdom; verlaat mij niet juist wanneer mijn kracht het begeeft.” — PSALM 71:9.
1. Hoe worden de bejaarden in veel culturen behandeld?
„UIT onderzoekingen blijkt dat in bijna zes van de zeven gevallen (86%) van mishandelde bejaarden de daders hun eigen familieleden zijn”, aldus The Wall Street Journal. Het tijdschrift Modern Maturity verklaarde: „Mishandeling van de bejaarden is slechts de nieuwste [vorm van gezinsgeweld] die in de openbaarheid treedt en de nationale krantenpagina’s haalt.” Ja, in veel culturen zijn de bejaarden het slachtoffer geworden van grove mishandeling en verwaarlozing. Wij leven werkelijk in een tijd waarin velen „zichzelf liefhebben, . . . ondankbaar [zijn], deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid”. — 2 Timotheüs 3:1-3.
2. Hoe beziet Jehovah de bejaarden, zoals uit de Hebreeuwse Geschriften blijkt?
2 De bejaarden in het oude Israël mochten echter niet zo behandeld worden. In de Wet stond: „Voor het grijze haar dient gij op te staan, en gij moet de persoon van een oud man consideratie betonen, en gij moet vrezen voor uw God. Ik ben Jehovah.” Het boek waarin geïnspireerde wijze spreuken opgetekend staan, vermaant ons: „Luister naar uw vader, die uw geboorte veroorzaakt heeft, en veracht uw moeder niet enkel omdat zij oud geworden is.” Het gebiedt: „Luister, mijn zoon, naar het strenge onderricht van uw vader en verlaat de wet van uw moeder niet.” De Mozaïsche wet leerde eerbied en achting voor ouderen van beiderlei kunne. Het is duidelijk dat Jehovah wil dat de bejaarden geëerd worden. — Leviticus 19:32; Spreuken 1:8; 23:22.
Zorg voor de bejaarden in bijbelse tijden
3. Hoe gaf Jozef van mededogen jegens zijn bejaarde vader blijk?
3 Achting moest niet alleen in woorden maar ook in attente daden tot uitdrukking komen. Jozef gaf van groot mededogen jegens zijn bejaarde vader blijk. Hij wilde dat Jakob de reis van Kanaän naar Egypte maakte, een afstand van meer dan 300 kilometer. Daarom zond Jozef aan Jakob „tien ezels, die goede dingen van Egypte droegen, en tien ezelinnen, die koren en brood en proviand voor zijn vader voor onderweg droegen”. Toen Jakob in Gosen aankwam, ging Jozef naar hem toe en „viel hij hem dadelijk om de hals en barstte aan zijn hals in tranen uit, telkens en telkens weer”. Jozef overlaadde zijn vader met diepe genegenheid. Wat een bezielend voorbeeld van zorgzaamheid voor bejaarden! — Genesis 45:23; 46:5, 29.
4. Waarom is Ruth een voortreffelijk voorbeeld ter navolging?
4 Een ander prachtig voorbeeld ter navolging wat het betonen van goedheid jegens de bejaarden betreft is Ruth. Hoewel zij tot een heidense natie behoorde, bleef zij bij haar bejaarde joodse schoonmoeder, Naomi, die weduwe was. Zij verliet haar eigen volk en nam het risico geen echtgenoot meer te zullen vinden. Toen Naomi er bij haar op aandrong naar haar eigen volk terug te keren, antwoordde Ruth in enkele van de mooiste bewoordingen die in de bijbel staan: „Smeek mij niet dringend om u te verlaten, om terug te keren en u niet te vergezellen; want waarheen gij gaat, zal ik gaan, en waar gij de nacht doorbrengt, zal ik de nacht doorbrengen. Uw volk zal mijn volk zijn, en uw God mijn God. Waar gij sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Moge Jehovah zo met mij doen en daaraan toevoegen indien iets anders dan de dood scheiding zou maken tussen mij en u” (Ruth 1:16, 17). Ruth legde ook voortreffelijke eigenschappen aan de dag toen zij bereid was om krachtens de regeling van het leviraatshuwelijk met de bejaarde Boaz te trouwen. — Ruth hoofdstuk 2 tot en met 4.
5. Welke hoedanigheden legde Jezus in zijn bejegening van mensen aan de dag?
5 Jezus gaf een soortgelijk voorbeeld in de wijze waarop hij mensen bejegende. Hij was geduldig, meedogend, vriendelijk en verkwikkend. Hij stelde persoonlijk belang in een arme man die al 38 jaar invalide was en niet kon lopen, en genas hem. Hij toonde consideratie met weduwen (Lukas 7:11-15; Johannes 5:1-9). Zelfs tijdens de vreselijke kwelling die hij vanwege zijn pijnlijke dood aan de martelpaal onderging, trof hij regelingen dat er voor zijn moeder, die misschien begin vijftig was, gezorgd werd. Jezus was voor iedereen behalve zijn huichelachtige vijanden verkwikkend gezelschap. Daarom kon hij zeggen: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel.” — Mattheüs 9:36; 11:28, 29; Johannes 19:25-27.
Wie verdienen consideratie?
6. (a) Wie verdienen bijzondere zorg? (b) Welke vragen zouden wij onszelf kunnen stellen?
6 Aangezien Jehovah God en zijn Zoon, Jezus Christus, op het gebied van zorg voor anderen zulke voortreffelijke voorbeelden hebben gegeven, is het alleen maar passend dat opgedragen christenen hun model navolgen. In ons midden bevinden zich enkelen die vele jaren hebben gezwoegd en zwaar beladen zijn geweest — bejaarde broeders en zusters die in de herfsttijd van hun leven zijn aangeland. Sommigen zijn misschien onze ouders of grootouders. Laten wij ons slechts weinig aan hen gelegen liggen? Betuttelen wij hen en behandelen wij hen neerbuigend? Of hebben wij werkelijk waardering voor hun veel grotere ervaring en wijsheid? Zeker, sommigen stellen misschien ons geduld op de proef met de eigenaardigheden en grillen die de ouderdom dikwijls aankleven. Maar vraag u eens af: ’Zou ik onder die omstandigheden wel zo anders zijn?’
7. Waardoor wordt de noodzaak empathie te hebben met oudere mensen geïllustreerd?
7 Er bestaat een aandoenlijk verhaal uit het Midden-Oosten over het mededogen dat een jong meisje had met de bejaarden. Een grootmoeder hielp in de keuken en liet per ongeluk een porseleinen bord stukvallen. Zij ergerde zich over haar eigen onhandigheid; haar dochter was nog meer geïrriteerd. Zij riep vervolgens haar eigen dochtertje en stuurde haar naar de dorpswinkel om een onbreekbaar houten bord voor de grootmoeder te kopen. Het meisje kwam met twee houten borden thuis. Haar moeder vroeg: „Waarom heb je twee borden gekocht?” Aarzelend antwoordde het kleindochtertje: „Eentje voor oma en eentje voor u als u oud bent.” Ja, in deze wereld moeten wij allen het vooruitzicht dat wij oud zullen worden onder de ogen zien. Zouden wij het niet waarderen als wij geduldig en vriendelijk bejegend werden? — Psalm 71:9.
8, 9. (a) Hoe dienen wij de ouderen in ons midden te bejegenen? (b) Wat moeten sommigen die onlangs christen geworden zijn, bedenken?
8 Vergeet nooit dat veel van onze bejaarde broeders en zusters reeds een lange staat van getrouwe christelijke dienst hebben. Zij verdienen het beslist dat wij hen eren en met consideratie bejegenen, hen vriendelijk helpen en aanmoedigen. De wijze man zei terecht: „Grijsheid is een luisterrijke kroon wanneer ze op de weg der rechtvaardigheid wordt gevonden.” En dat grijze hoofd, hetzij van een man of van een vrouw, dient gerespecteerd te worden. Sommige van deze oudere mannen en vrouwen dienen nog steeds getrouw als pionier, en veel mannen blijven getrouw als ouderling in de gemeenten dienen; sommigen doen voorbeeldig werk als reizend opziener. — Spreuken 16:31.
9 Paulus gaf Timotheüs de raad: „Kritiseer een oudere man niet streng. Integendeel, spreek hem met aandrang toe als een vader, jongere mannen als broeders, oudere vrouwen als moeders, jongere vrouwen als zusters met alle eerbaarheid” (1 Timotheüs 5:1, 2). Zij die onlangs vanuit een wereld die geen respect meer kent in de christelijke gemeente zijn gekomen, dienen Paulus woorden, die op liefde gebaseerd zijn, vooral ter harte te nemen. Jongeren, volg niet de slechte houding na die je misschien op school hebt gezien. Wees niet gebelgd over de vriendelijke raad van oudere Getuigen (1 Korinthiërs 13:4-8; Hebreeën 12:5, 6, 11). Wanneer de bejaarden echter wegens een slechte gezondheid of financiële problemen hulp nodig hebben, op wie rust dan in de eerste plaats de verantwoordelijkheid hen bij te staan?
De rol van het gezin in het zorgen voor de bejaarden
10, 11. (a) Wie dienen volgens de bijbel de leiding te nemen in de zorg voor de bejaarden? (b) Waarom is het niet altijd gemakkelijk voor de bejaarden te zorgen?
10 In de vroeg-christelijke gemeente rezen problemen over de zorg voor weduwen. Hoe moest volgens de apostel Paulus in zulke behoeften worden voorzien? „Eer weduwen die werkelijk weduwen zijn. Maar indien een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, laten die dan eerst leren in hun eigen huisgezin godvruchtige toewijding te beoefenen en een passende vergoeding aan hun ouders en grootouders te blijven betalen, want dit is aangenaam in Gods ogen. Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.” — 1 Timotheüs 5:3, 4, 8.
11 In tijden van nood dienen naaste familieleden de eersten te zijn om bejaarden te helpen.a Op deze wijze kunnen volwassen kinderen blijk geven van waardering voor het feit dat hun ouders hun jarenlang liefde hebben betoond en werk en zorg aan hen hebben besteed. Dit zal misschien niet gemakkelijk zijn. Naarmate mensen ouder worden, worden zij van nature trager, en sommigen kunnen zelfs helemaal niets meer. Anderen worden misschien egocentrisch en veeleisend, misschien zonder het te beseffen. Maar waren wij toen wij baby waren, ook niet egocentrisch en veeleisend? En haastten onze ouders zich toen niet om ons te helpen? Nu zijn op hun oude dag de dingen veranderd. Wat is er dus nodig? Mededogen en geduld. — Vergelijk 1 Thessalonicenzen 2:7, 8.
12. Welke eigenschappen zijn onontbeerlijk wanneer wij voor ouderen — en alle anderen in de christelijke gemeente — zorgen?
12 De apostel Paulus gaf praktische raad toen hij schreef: „Bekleedt u dan als Gods uitverkorenen, heilig en bemind, met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid des geestes, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft. Zoals Jehovah u vrijelijk vergeven heeft, doet ook gij evenzo. Bekleedt u bij al deze dingen echter met liefde, want ze is een volmaakte band van eenheid.” Als wij dit soort van mededogen en liefde in de gemeente behoren te tonen, dienen wij dat dan niet nog meer in het gezin te doen? — Kolossenzen 3:12-14.
13. Wie behalve bejaarde ouders of grootouders zouden hulp nodig kunnen hebben?
13 Soms hebben niet alleen ouders of grootouders maar ook andere bejaarde bloedverwanten dit soort hulp nodig. Sommige ouderen zonder kinderen hebben vele jaren in de zendingsdienst, het reizende werk en andere takken van volle-tijddienst doorgebracht. Zij hebben werkelijk hun leven lang het Koninkrijk op de eerste plaats gesteld (Mattheüs 6:33). Zou het dan niet passend zijn jegens hen een geest van zorgzaamheid aan de dag te leggen? Wij hebben beslist een voortreffelijk voorbeeld in de wijze waarop het Wachttorengenootschap voor zijn bejaarde Bethelleden zorgt. Op het hoofdbureau van Bethel in Brooklyn en op een aantal bijkantoren van het Genootschap krijgen verscheidene oude broeders en zusters dagelijkse aandacht van daartoe opgeleide leden van de familie die deze taak hebben gekregen. Zij vinden het fijn voor deze ouderen te zorgen alsof het hun eigen ouders of grootouders waren. Terzelfder tijd leren zij veel van de ervaring van de ouderen. — Spreuken 22:17.
De rol van de gemeente in het betonen van zorg
14. Welke voorziening werd in de vroeg-christelijke gemeente voor de bejaarden getroffen?
14 Veel landen kennen tegenwoordig een stelsel van ouderdomspensioen alsmede een door de staat verschafte medische bejaardenzorg. Christenen kunnen ten volle gebruik maken van deze voorzieningen wanneer zij daar recht op hebben. In de eerste eeuw bestonden zulke voorzieningen echter niet. Daarom ondernam de christelijke gemeente positieve maatregelen om de behoeftige weduwen te helpen. Paulus gaf de volgende instructie: „Een weduwe worde op de lijst [voor hulp van de gemeente] geplaatst wanneer zij niet minder dan zestig jaar oud is, de vrouw van één man, van wie getuigenis wordt afgelegd omtrent voortreffelijke werken, of zij kinderen heeft grootgebracht, of zij vreemden gastvrij heeft ontvangen, of zij de voeten van heiligen heeft gewassen, of zij verdrukten heeft bijgestaan, of zij ijverig is geweest in ieder goed werk.” Aldus maakte Paulus duidelijk dat de gemeente ook een taak te vervullen heeft bij de hulp aan de bejaarden. Geestelijk gezinde vrouwen die geen gelovige kinderen hadden, kwamen voor dergelijke hulp in aanmerking. — 1 Timotheüs 5:9, 10.
15. Waarom zou er hulp nodig kunnen zijn om bijstand van staatswege te verkrijgen?
15 Als er ouderdomsvoorzieningen van staatswege zijn, komt daar gewoonlijk een papierwinkel aan te pas die afschrikwekkend lijkt te zijn. In zulke gevallen is het passend dat de opzieners in de gemeente regelingen treffen dat er hulp wordt verleend zodat de bejaarden de desbetreffende bijstand kunnen aanvragen, innen of zelfs aanspraak kunnen maken op een hogere uitkering. Soms kunnen veranderingen van omstandigheden aanleiding zijn tot verhoging van pensioen. Maar er zijn ook veel andere praktische dingen die de opzieners kunnen organiseren zodat er voor de bejaarden wordt gezorgd. Wat zijn enkele van die dingen?
16, 17. Op welke verschillende manieren zouden wij de bejaarden in de gemeente gastvrijheid kunnen betonen?
16 Gastvrijheid betonen is een gebruik dat teruggaat tot bijbelse tijden. Tot op de huidige dag wordt in veel landen van het Midden-Oosten gastvrijheid aan vreemden betoond, die zich op zijn minst uitstrekt tot het aanbieden van een kop thee of koffie. Het is daarom niet verwonderlijk dat Paulus schreef: „Deelt met de heiligen naar gelang van hun behoeften. Bewandelt de weg der gastvrijheid” (Romeinen 12:13). Het Griekse woord voor gastvrijheid, fi·lo·xeʹni·a, betekent letterlijk „liefde voor (genegenheid voor, of goedheid jegens) vreemden”. Indien een christen tegenover vreemden al gastvrij dient te zijn, dient hij dan niet nog gastvrijer te zijn jegens hen die aan hem verwant zijn in het geloof? Een uitnodiging voor een maaltijd betekent voor een oudere dikwijls een welkome onderbreking van de routine. Als u op uw gezelligheidsbijeenkomsten de stem der wijsheid en levenservaring wilt horen, nodig dan ook de bejaarden uit. — Vergelijk Lukas 14:12-14.
17 Er zijn veel manieren waarop ouderen aangemoedigd kunnen worden. Als wij met een groepje per auto naar de Koninkrijkszaal of een grote vergadering gaan, zijn er dan enkele ouderen die graag zouden meerijden? Wacht niet totdat zij erom vragen. Bied aan hen mee te nemen. Een andere praktische hulp is, boodschappen voor hen te doen. Of als zij dat kunnen, zouden wij hen dan kunnen meenemen als wij zelf onze boodschappen gaan doen? Maar vergewis je er dan van dat er gelegenheden zijn waar zij kunnen uitrusten en zich opfrissen als dat nodig mocht worden. Ongetwijfeld zal er geduld en vriendelijkheid vereist zijn, maar de oprechte dankbaarheid van een bejaarde kan een grote beloning vormen. — 2 Korinthiërs 1:11.
Een prachtige aanwinst voor de gemeente
18. Waarom zijn de ouderen een zegen voor de gemeente?
18 Wat een zegen is het hier en daar wat grijs en wit haar (en ook hoofden die kaal zijn van ouderdom) in een gemeente te zien! Het betekent dat de vitaliteit en levenskracht van de jongeren hier en daar doorsprenkeld is met wijsheid en ervaring — een werkelijke aanwinst voor elke gemeente. Hun kennis is als verfrissend water dat uit een bron omhooggehaald moet worden. Het is zoals Spreuken 18:4 het uitdrukt: „De woorden uit de mond van een man zijn diepe wateren. De bron van wijsheid is een opborrelende stroom.” Hoe aanmoedigend is het voor ouderen te voelen dat zij gewenst zijn en gewaardeerd worden! — Vergelijk Psalm 92:14.
19. Hoe hebben sommigen zich opofferingen getroost voor hun bejaarde ouders?
19 Sommigen die in de volle-tijddienst waren, hebben het noodzakelijk gevonden hun voorrechten op te geven en naar huis terug te keren om voor bejaarde, zieke ouders te zorgen. Zij hebben zich een opoffering getroost voor hen die zich vroeger voor hen hebben opgeofferd. Eén echtpaar, voorheen zendelingen en nog steeds in de volle-tijddienst, keerde naar huis terug om voor hun bejaarde ouders te zorgen. Dit doen zij al meer dan twintig jaar. Vier jaar geleden moest de moeder van de man in een verpleeghuis worden opgenomen. De echtgenoot, die nu in de zestig is, bezoekt zijn 93-jarige moeder elke dag. Hij legt uit: „Hoe zou ik haar in de steek kunnen laten? Zij is mijn moeder!” In andere gevallen hebben gemeenten en afzonderlijke personen aangeboden een oogje op ouderen te houden zodat hun kinderen in hun toewijzingen konden blijven. Zo’n onzelfzuchtige liefde is ook zeer prijzenswaardig. In elke afzonderlijke situatie moet gewetensvol worden gehandeld, want de bejaarden mogen niet verwaarloosd worden. Toon dat u uw bejaarde ouders liefhebt. — Exodus 20:12; Efeziërs 6:2, 3.
20. Welk voorbeeld heeft Jehovah ons gegeven wat de zorg voor de bejaarden betreft?
20 Ja, onze oudere broeders en zusters zijn een luisterrijke kroon voor een gezin of een gemeente. Jehovah zei: „Zelfs tot iemands ouderdom toe ben ik Dezelfde; en tot iemands grijsheid toe zal ikzelf blijven torsen. Ikzelf zal stellig handelen, opdat ikzelf kan dragen en opdat ikzelf kan torsen en ontkoming kan verschaffen.” Mogen wij in het christelijke gezin datzelfde geduld en diezelfde zorg jegens onze oudere broeders en zusters aan de dag leggen. — Jesaja 46:4; Spreuken 16:31.
[Voetnoot]
a Zie voor uitvoerige suggesties over de hulp die gezinsleden de bejaarden kunnen bieden De Wachttoren van 1 juni 1987, blz. 13-18.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welke bijbelse voorbeelden van zorg voor de bejaarden hebben wij?
◻ Hoe dienen wij de bejaarden te behandelen?
◻ Hoe kunnen gezinsleden voor hun geliefde bejaarden zorgen?
◻ Wat kan de gemeente doen om de bejaarden te helpen?
◻ Waarom zijn de bejaarden een zegen voor ons allemaal?
[Illustratie op blz. 23]
Ruth betoonde de bejaarde Naomi goedheid en achting
[Illustratie op blz. 24]
De bejaarden zijn gewaardeerde leden van de gemeente