Voedselpakket vormt een getuigenis
IN DE dagen na de aardbeving die zich in januari van dit jaar in Kobe (Japan) voordeed, konden de mensen in het geteisterde gebied moeilijk aan voedsel komen. Toch ontbrak het Jehovah’s Getuigen niet aan voedsel, dank zij de vriendelijke hulp van hun vrienden. De eerste paar dagen na de aardbeving zorgden naburige gemeenten voor rijstballetjes. Al gauw voorzagen zorgzame vrienden in voedselpakketten. Velen bevestigden aan de voedselpakketten briefjes waarin zij uiting gaven aan hun bezorgdheid voor de getroffenen. Degenen die de pakketten ontvingen, zeiden dat elke maaltijd werd „gezouten” omdat zij hun tranen niet konden bedwingen wanneer zij de briefjes lazen.
Jehovah’s Getuigen deelden hun voedsel met anderen die in nood verkeerden. Eén Getuige gebruikte zijn lunch terwijl hij in de auto meereed met een collega die geen Getuige was en bij hetzelfde bedrijf werkte. Hij deelde dus een van de voedselpakketten die hij had ontvangen.
„Waar heb je dit lunchpakket gekocht?”, vroeg zijn collega. De broeder vertelde over de hulpactie van de Getuigen. „Ik heb in geen dagen groente gegeten. Ik bewaar wat en neem het mee naar huis voor mijn gezin”, zei de man dankbaar.
De derde keer dat dit gebeurde, overhandigde de collega de Getuige 3000 yen (ruim ƒ 50) en zei: „Ik ben op de hoogte van jullie activiteiten, dus laat mij alsjeblieft een bijdrage geven voor jullie werk. Ik waardeer het dat je je lunch met mij hebt gedeeld. Je vrienden zijn werkelijk allemaal heel aardige mensen.”