Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u zorgvuldig aandacht geschonken aan de afgelopen uitgaven van De Wachttoren? U zult het wellicht interessant vinden u het volgende te binnen te roepen:
◻ Hoe kan men ’tot Jezus komen’, in overeenstemming met zijn uitnodiging in Mattheüs 11:28?
Jezus zei: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen” (Mattheüs 16:24). Tot Jezus komen, houdt derhalve in dat men zijn eigen wil onderwerpt aan de wil van God en Christus, een bepaalde lading verantwoordelijkheid aanvaardt en die voortdurend draagt. — 15/8, blz. 17.
◻ Waarom vinden slechts „weinigen” de ’smalle weg die naar het leven voert’ waarvan Jezus in Mattheüs 7:13, 14 melding maakte?
De smalle weg wordt begrensd door Gods wetten en beginselen. Die weg zal derhalve alleen aantrekkelijk zijn voor iemand die het oprechte verlangen heeft zijn leven naar Gods maatstaven in te richten. Hoewel de ’smalle weg’ beperkend lijkt, maakt die weg iemand in elk belangrijk opzicht vrij. De grenzen ervan worden bepaald door „de volmaakte wet, die tot de vrijheid behoort” (Jakobus 1:25). — 1/9, blz. 5.
◻ Hoe kan onderscheidingsvermogen worden aangekweekt?
Onderscheidingsvermogen verkrijgt men niet moeiteloos of vanzelf. Maar met geduld, gebed, ernstige krachtsinspanning, verstandige omgang, studie van en meditatie over de bijbel, en met vertrouwen in Jehovah’s heilige geest, kan onderscheidingsvermogen worden aangekweekt. — 1/9, blz. 21.
◻ Hoe kan menselijke jaloezie een kracht ten goede zijn?
Ze kan iemand ertoe bewegen een dierbaar persoon tegen slechte invloeden te beschermen. Bovendien kunnen mensen op juiste wijze jaloezie ten opzichte van Jehovah en zijn aanbidding aan de dag leggen (1 Koningen 19:10). — 15/9, blz. 9.
◻ Wat wordt bedoeld met de uitdrukking in Genesis 50:23 betreffende Jozefs kleinzonen: „Zij werden op Jozefs knieën geboren”?
Dit zou eenvoudig kunnen betekenen dat Jozef de kinderen als zijn nakomelingen erkende. Het zou er ook op kunnen wijzen dat hij vol genegenheid met de kinderen speelde en hen op zijn knieën wiegde. Vaders in deze tijd doen er goed aan hun kinderen een soortgelijke genegenheid te betonen. — 15/9, blz. 21.
◻ Wat is van het grootste belang voor een succesvol huwelijk en een succesvol gezinsleven?
Om zulke wenselijke resultaten te bereiken, moeten huwelijkspartners Gods wil altijd op de eerste plaats stellen. Wanneer zij dit doen, streven zij ernaar bij elkaar te blijven en hun problemen op te lossen door de raad uit Gods Woord toe te passen. Aldus vermijden zij allerlei hartepijnen die het gevolg zijn van het negeren van Gods wil (Psalm 19:7-11). — 1/10, blz. 11.
◻ Hoe belangrijk is een godvruchtig gevoel van dringendheid in deze tijd?
Een godvruchtig gevoel van dringendheid vormt een wezenlijk onderdeel van de van ganser harte verrichte dienst voor Jehovah. Het vormt een afweer tegen de pogingen van de Duivel om Gods dienstknechten ’moe te laten worden en te laten bezwijken in hun ziel’ en het is een hulp om die pogingen te verijdelen (Hebreeën 12:3). Het beschermt hen ertegen zich onnodig in te laten met de wereld en haar materialisme, doordat het hun geest gericht houdt op de dingen die boven zijn — „het werkelijke leven” (1 Timotheüs 6:19). — 1/10, blz. 28.
◻ Wanneer neemt Jezus in de gelijkenis van de schapen en de bokken op zijn troon plaats en waarom? (Mattheüs 25:31-33)
In de gelijkenis heeft het plaatsnemen van Jezus geen betrekking op het feit dat hij Koning wordt. In plaats daarvan neemt hij als Rechter op zijn troon plaats. Dat oordeelswerk is niet iets wat zich over een periode van vele jaren uitstrekt. Integendeel, de gelijkenis wijst op de toekomst, wanneer Jezus in een kort tijdsbestek het oordeel over de natiën zal uitspreken en voltrekken. — 15/10, blz. 22, 23.
◻ Wat is het „geslacht” waarop Jezus zo vaak doelde?
Jezus paste de term „dit geslacht” toe op de grote menigte tijdgenoten met hun „blinde gidsen”, die samen de joodse natie vormden (Mattheüs 11:16; 15:14; 24:34). — 1/11, blz. 14.
◻ Waarop heeft de uitdrukking „dit geslacht” in de uiteindelijke vervulling van Jezus’ profetie in Mattheüs 24:34-39 betrekking?
Jezus doelde kennelijk op de volken der aarde die het teken van Christus’ tegenwoordigheid zien maar in gebreke blijven hun wegen te corrigeren. — 1/11, blz. 19, 31.
◻ Hoe strekte de regeling van de toevluchtssteden met hun beperkingen het volk in het oude Israël tot voordeel?
Deze regeling doordrong de Israëlieten ervan dat zij niet achteloos of onverschillig met menselijk leven konden omgaan. Ze beklemtoonde ook de noodzaak barmhartigheid te tonen wanneer dat op zijn plaats is (Jakobus 2:13). — 15/11, blz. 14.
◻ Wat is de tegenbeeldige toevluchtsstad?
Dat is de voorziening die God heeft getroffen om ons te beschermen tegen de dood als gevolg van het overtreden van zijn gebod inzake de heiligheid van bloed (Genesis 9:6). — 15/11, blz. 17.
◻ Hoe kan de christelijke broederschap ons helpen ’nieuwe kracht te verkrijgen’? (Jesaja 40:31)
Er bevinden zich onder onze christelijke broeders en zusters wellicht enkelen die het hoofd moeten bieden aan dezelfde spanningen en beproevingen en die net zulke gevoelens ervaren als wij (1 Petrus 5:9). Het is geruststellend en geloofversterkend te weten dat wat wij meemaken, niet vreemd is en dat onze gevoelens niet ongewoon zijn. — 1/12, blz. 16.