Christelijk geloof zal worden beproefd
„Niet alle mensen bezitten geloof.” — 2 THESSALONICENZEN 3:2.
1. Hoe heeft de geschiedenis aangetoond dat niet allen waar geloof hebben?
DOOR de geschiedenis heen zijn er mannen, vrouwen en kinderen met waar geloof geweest. Het bijvoeglijke naamwoord „waar” is passend omdat miljoenen anderen een geloof aan de dag hebben gelegd dat als lichtgelovigheid was, een bereidheid om te geloven zonder gegronde basis of reden. Bij zo’n geloof zijn vaak valse goden betrokken of vormen van aanbidding die niet in overeenstemming zijn met de Almachtige, Jehovah, en zijn geopenbaarde Woord. Bijgevolg schreef de apostel Paulus: „Niet alle mensen bezitten geloof.” — 2 Thessalonicenzen 3:2.
2. Waarom is het uitermate belangrijk dat wij ons eigen geloof onderzoeken?
2 Maar Paulus’ verklaring houdt in dat sommigen destijds wel degelijk waar geloof hadden, zoals dat ook met sommigen in deze tijd het geval is. De meeste lezers van dit tijdschrift willen zo’n waar geloof hebben en versterken — geloof in overeenstemming met nauwkeurige kennis van goddelijke waarheid (Johannes 18:37; Hebreeën 11:6). Is dat ook met u het geval? Dan is het dringend noodzakelijk dat u beseft en erop voorbereid bent dat uw geloof beproefd zal worden. Waarom kan dat worden gezegd?
3, 4. Waarom moeten wij in verband met geloofsbeproevingen naar Jezus opzien?
3 Wij moeten erkennen dat Jezus Christus in ons geloof centraal staat. Ja, de bijbel noemt hem de Volmaker van ons geloof. Dit komt door wat Jezus zei en deed, vooral hoe hij de profetieën vervulde. Hij versterkte de basis waarop mensen waar geloof kunnen opbouwen (Hebreeën 12:2; Openbaring 1:1, 2). Toch lezen wij dat Jezus „evenals wij in alle opzichten op de proef [werd] gesteld, maar zonder zonde” was (Hebreeën 4:15). Ja, Jezus’ geloof werd beproefd. Dit dient ons niet te ontmoedigen of een gevoel van ongerustheid te geven, maar juist te vertroosten.
4 Door grote beproevingen te ondergaan — zelfs de dood aan de paal — heeft Jezus „gehoorzaamheid geleerd” (Hebreeën 5:8). Hij bewees dat mensen overeenkomstig waar geloof kunnen leven ondanks alle beproevingen die wellicht over hen komen. Dit krijgt vooral betekenis wanneer wij denken aan wat Jezus over zijn volgelingen zei: „Denkt aan het woord dat ik tot u heb gezegd: Een slaaf is niet groter dan zijn meester” (Johannes 15:20). Ja, over zijn volgelingen in onze tijd voorzei Jezus: „Gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle natiën.” — Mattheüs 24:9.
5. Hoe geeft de Schrift te kennen dat wij voor beproevingen zullen komen te staan?
5 Vroeg in deze eeuw begon het oordeel bij het huis van God. De Schrift voorzei: „Het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn? ’En indien de rechtvaardige met moeite wordt gered, waar zal dan de goddeloze en de zondaar verschijnen?’” — 1 Petrus 4:17, 18.
Geloof beproefd — Waarom?
6. Waarom is beproefd geloof van onschatbare waarde?
6 In zeker opzicht heeft geloof dat niet beproefd is geen bewezen waarde, en de hoedanigheid ervan blijft onbekend. U kunt het vergelijken met een cheque die nog niet verzilverd is. U hebt misschien een cheque ontvangen voor werk dat u hebt verricht, voor goederen die u hebt geleverd of zelfs als een gift. De cheque lijkt goed, maar is hij dat ook? Is hij werkelijk het vermelde bedrag waard? Zo moet ook ons geloof meer zijn dan enkel uiterlijke schijn of louter een bewering. Het moet beproefd worden willen wij kunnen bewijzen dat het inhoud en werkelijke kwaliteit heeft. Wanneer ons geloof beproefd wordt, ontdekken wij misschien dat het sterk en waardevol is. Door een beproeving kan ook aan het licht komen dat er terreinen zijn waarop ons geloof gelouterd of versterkt moet worden.
7, 8. Uit welke bron komen beproevingen op ons geloof?
7 God laat toe dat vervolging en andere geloofsbeproevingen over ons komen. Wij lezen: „Laat niemand, wanneer hij wordt beproefd, zeggen: ’Ik word door God beproefd.’ Want met kwade dingen kan God niet worden beproefd, noch beproeft hij zelf iemand” (Jakobus 1:13). Wie of wat is verantwoordelijk voor zulke beproevingen? Het zijn Satan, de wereld en ons eigen onvolmaakte vlees.
8 Wij geven misschien toe dat Satan een krachtige invloed uitoefent op de wereld, op haar denken en haar handelwijze (1 Johannes 5:19). En wij weten waarschijnlijk dat hij aanzet tot vervolging van christenen (Openbaring 12:17). Maar zijn wij er evenzeer van overtuigd dat Satan ons probeert te misleiden door een beroep te doen op ons onvolmaakte vlees, waarbij hij ons wereldse verlokkingen voorhoudt in de hoop dat wij in het lokaas zullen bijten, God ongehoorzaam zullen zijn en uiteindelijk door Jehovah afgekeurd zullen worden? Natuurlijk dienen Satans methoden ons niet te verbazen, want hij gebruikte dezelfde tactiek toen hij probeerde Jezus in verzoeking te brengen. — Mattheüs 4:1-11.
9. Hoe kunnen wij profijt trekken van voorbeelden van geloof?
9 Jehovah stelt ons door middel van zijn Woord en de christelijke gemeente positieve voorbeelden van geloof voor ogen die wij kunnen navolgen. Paulus vermaande: „Wordt eendrachtig navolgers van mij, broeders, en houdt hen voor ogen die wandelen op een wijze welke overeenkomt met het voorbeeld dat gij in ons hebt” (Filippenzen 3:17). Als een van Gods gezalfde dienstknechten in de eerste eeuw nam Paulus de leiding in het verrichten van werken des geloofs, in weerwil van de grote beproevingen die hij doormaakte. Aan het einde van de twintigste eeuw ontbreekt het ons niet aan vergelijkbare voorbeelden van geloof. De woorden van Hebreeën 13:7 zijn thans nog even krachtig van toepassing als toen Paulus ze optekende: „Houdt hen in gedachtenis die onder u de leiding nemen, die het woord van God tot u hebben gesproken, en volgt hun geloof na, lettend op het einde van hun wandel.”
10. Welke uitzonderlijke voorbeelden van geloof hebben wij in recente tijden?
10 Die vermaning heeft vooral kracht wanneer wij het einde van de „wandel” van het gezalfde overblijfsel beschouwen. Wij kunnen op hun voorbeeld letten en hun geloof navolgen. Zij hebben een waar, door beproevingen gelouterd geloof. Uit een klein begin in de jaren ’70 van de vorige eeuw heeft zich een wereldwijde christelijke broederschap ontwikkeld. Als resultaat van het geloof en de volharding die de gezalfden sindsdien aan de dag hebben gelegd, wordt Gods koninkrijk nu door meer dan vijf en een half miljoen Getuigen gepredikt en onderwezen. De hedendaagse wereldomvattende gemeente van ijverige ware aanbidders vormt een getuigenis van beproefd geloof. — Titus 2:14.
Geloof beproefd met betrekking tot 1914
11. Hoe was 1914 betekenisvol voor C. T. Russell en zijn metgezellen?
11 Jaren vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had het gezalfde overblijfsel verkondigd dat 1914 een betekenisvolle datum in de bijbelprofetieën zou zijn. Enkele van hun verwachtingen waren echter voorbarig en hun kijk op wat er zou gebeuren, was niet helemaal correct. Zo konden C. T. Russell, de eerste president van het Wachttorengenootschap, en zijn metgezellen zien dat er een omvangrijk predikingswerk verricht moest worden. Zij lazen: „Dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen” (Mattheüs 24:14, King James Version). Maar hoe zou hun betrekkelijk kleine groep dat ooit voor elkaar kunnen krijgen?
12. Hoe reageerde een van Russells metgezellen op de bijbelse waarheid?
12 Beschouw welke invloed dit had op A. H. Macmillan, een metgezel van Russell. De in Canada geboren Macmillan was nog geen twintig jaar toen hij Russells boek Het Plan der Eeuwen (1886) in handen kreeg. (Dit boek, ook Het Goddelijk Plan der Eeuwen genoemd, werd Deel 1 van de wijd en zijd verspreide boekenserie Studies in the Scriptures [Schriftstudiën]. Deel 2, The Time Is at Hand [De tijd is nabij], wees op het jaar 1914 als het einde van „de tijden der heidenen” [Lukas 21:24, KJ].) Dezelfde avond dat Macmillan begon te lezen, dacht hij: „Wel, dat heeft de klank van de waarheid!” In de zomer van 1900 ontmoette hij Russell op een congres van de Bijbelonderzoekers, zoals Jehovah’s Getuigen destijds werden genoemd. Al gauw werd Macmillan gedoopt en begon hij met broeder Russell op het hoofdbureau van het Genootschap in New York samen te werken.
13. Welk probleem zagen Macmillan en anderen met betrekking tot de vervulling van Mattheüs 24:14?
13 Op grond van wat die gezalfde christenen in de bijbel lazen, wezen zij op 1914 als een keerpunt in Gods voornemen. Maar Macmillan en anderen vroegen zich af hoe in de korte tijd die er nog restte, de in Mattheüs 24:14 voorzegde prediking tot de natiën verricht zou kunnen worden. Later zei hij: „Ik herinner mij dat veelvuldig met broeder Russell besproken te hebben, en gewoonlijk zei hij: ’Welnu, broeder, in New York zijn meer joden dan in Jeruzalem. Er zijn hier meer Ieren dan in Dublin. En wij hebben meer Italianen dan er in Rome zijn. Als wij hen nu hier bereiken, komt dat erop neer dat de hele wereld met de boodschap wordt bereikt.’ Maar dat scheen onze geest niet te bevredigen. Dus toen kwam het idee van het ’Photo-Drama’ bij ons op.”
14. Welk opzienbarend project werd vóór 1914 ter hand genomen?
14 Wat een baanbrekende onderneming was het „Photo-Drama der Schepping”! Het combineerde filmbeelden en gekleurde lichtbeelden met synchroon lopende bijbellezingen en muziek op grammofoonplaten. In 1913 zei The Watch Tower over een congres in Arkansas (VS): „Er werd unaniem besloten dat de tijd was aangebroken voor het gebruik van bewegende beelden bij het onderwijzen van bijbelse waarheden. . . . [Russell] zette uiteen dat hij aan dit plan al drie jaar had gewerkt en nu bijna klaar was met honderden schitterende beelden, die ongetwijfeld grote menigten zullen aantrekken en het Evangelie verkondigen, en het publiek zullen helpen het geloof in God te herwinnen.”
15. Wat voor resultaten had het „Photo-Drama”?
15 En dat deed het „Photo-Drama” na zijn eerste vertoning in januari 1914 dan ook. Wat volgt, zijn verslagen uit The Watch Tower van 1914:
1 april: „Een geestelijke zei na het zien van twee gedeelten: ’Ik heb slechts de helft van het PHOTO-DRAMA DER SCHEPPING gezien, maar ik heb hierdoor al meer van de bijbel geleerd dan in mijn driejarige studie aan de theologische hogeschool.’ Een jood merkte na het gezien te hebben op: ’Ik ga weg als een betere jood dan toen ik kwam.’ Diverse katholieke priesters en nonnen hebben het DRAMA gezien en zich zeer waarderend uitgelaten. . . . Slechts twaalf sets van het DRAMA zijn pas voltooid . . . Niettemin hebben wij al eenendertig steden ermee bereikt . . . Meer dan vijfendertigduizend personen per dag zien, horen, koesteren bewondering, denken na en worden gezegend.”
15 juni: „De beelden hebben mij ijveriger gemaakt om de Waarheid te verbreiden, en hebben mijn liefde voor de Hemelse Vader en onze geliefde Oudere Broeder Jezus vergroot. Ik bid dagelijks om Gods rijkste zegen over het PHOTO-DRAMA DER SCHEPPING en al degenen die bij de presentatie ervan betrokken zijn . . . Ik ben uw dienaar in Hem, F. W. KNOCHE. — Iowa.”
15 juli: „Wij willen graag opmerken wat een geweldig goede indruk de beelden in deze stad hebben achtergelaten, en wij zijn ervan overtuigd dat dit getuigenis aan de wereld ook gebruikt wordt om velen bijeen te brengen die er blijk van geven door de Heer zelf uitgekozen juwelen te zijn. Wij kennen heel wat ernstige Bijbelonderzoekers die nu met de Klas hier verbonden zijn als gevolg van het werk met het Photo-Drama. . . . Uw zuster in de Heer, EMMA L. BRICKER.”
15 november: „Wij zijn ervan overtuigd dat jullie het prettig zullen vinden te vernemen hoe er een voortreffelijk getuigenis wordt gegeven door middel van het PHOTO-DRAMA DER SCHEPPING in het Londense Opera House, aan de Kingsway. De leiding van de Heer is in elk onderdeel van deze vertoning zo schitterend aan de dag getreden dat de broeders en zusters zich zeer verheugen . . . Ons gehoor bestond uit mensen van alle rangen en standen; wij hebben opgemerkt dat er veel geestelijken aanwezig waren. Eén predikant . . . vroeg om kaartjes, zodat hij en zijn vrouw het nog eens konden komen zien. Een rector van de Anglicaanse Kerk heeft het DRAMA verschillende keren gezien, en . . . heeft veel van zijn vrienden meegebracht om er getuige van te zijn. Ook zijn twee bisschoppen aanwezig geweest, en verschillende mensen uit de adelstand.”
1 december: „Mijn vrouw en ik danken onze Hemelse Vader oprecht voor de grote en kostbare zegen die ons door bemiddeling van u ten deel gevallen is. Uw schitterende PHOTO-DRAMA was de reden dat wij de Waarheid zagen en aanvaardden . . . Wij hebben uw zes delen van de STUDIES IN THE SCRIPTURES. Ze vormen een grote hulp.”
Reacties op beproevingen in die tijd
16. Waarom bracht 1914 een geloofsbeproeving?
16 Maar wat deden zulke oprechte en toegewijde christenen toen zij bemerkten dat hun verwachting om in 1914 met de Heer verenigd te worden, niet werd verwezenlijkt? Die gezalfden maakten een bijzonder moeilijke periode door. The Watch Tower van 1 november 1914 verklaarde: „Laten wij in gedachte houden dat wij in een tijd van beproeving leven.” Hierover zegt het boek Jehovah’s Getuigen — Verkondigers van Gods koninkrijk (1993): „De jaren 1914 tot 1918 bleken inderdaad ’een tijd van beproeving’ voor de Bijbelonderzoekers te zijn.” Zouden zij hun geloof laten louteren en hun denken laten corrigeren, zodat zij het grote voor hen liggende werk op zich konden nemen?
17. Hoe was de reactie van de getrouwe gezalfden toen zij na 1914 op aarde bleven?
17 The Watch Tower van 1 september 1916 zei: „Wij veronderstelden dat het oogstwerk van het bijeenbrengen van de Kerk [de gezalfden] vóór het einde van de tijden der heidenen volbracht zou zijn; maar dat stond nergens in de bijbel. . . . Spijt het ons dat het oogstwerk voortduurt? . . . Onze huidige houding, geliefde broeders en zusters, dient er een te zijn van grote dankbaarheid jegens God, toenemende waardering voor de schitterende waarheid die Hij ons in Zijn goedgunstigheid heeft laten inzien en waarmee wij vereenzelvigd mogen worden en toenemende ijver om mee te helpen die waarheid onder de aandacht van anderen te brengen.” Hun geloof was beproefd, maar zij boden het hoofd aan die beproeving en doorstonden haar met succes. Wij dienen ons er echter als christenen van bewust te zijn dat geloofsbeproevingen talrijk en gevarieerd kunnen zijn.
18, 19. Welke andere geloofsbeproevingen onderging Gods volk kort nadat broeder Russell gestorven was?
18 Zo onderging het overblijfsel een ander soort beproeving kort nadat broeder Charles T. Russell was gestorven. Dat was een beproeving op hun loyaliteit en geloof. Wie was ’de getrouwe slaaf’ uit Mattheüs 24:45? Sommigen meenden dat het broeder Russell zelf was, en zij weigerden mee te werken met nieuwe organisatorische regelingen. Indien hij de slaaf was geweest, wat stond de broeders dan te doen toen hij overleden was? Dienden zij de een of andere nieuw aangestelde persoon te volgen, of was het nu de tijd om te erkennen dat Jehovah niet slechts één persoon maar een hele groep christenen als een instrument, of slaafklasse, gebruikte?
19 In 1918 kwam er nog een beproeving over ware christenen toen wereldse autoriteiten, opgestookt door de geestelijken van de christenheid, tegen Jehovah’s organisatie ’onheil stichtten op gezag van de wet’ (Psalm 94:20, Petrus-Canisiusvertaling). Er werd een golf van gewelddadige vervolging tegen de Bijbelonderzoekers ontketend, zowel in Noord-Amerika als in Europa. De door de geestelijken veroorzaakte tegenstand bereikte een hoogtepunt op 7 mei 1918, toen er door de Amerikaanse federale regering aanhoudingsbevelen werden uitgevaardigd voor J. F. Rutherford en enkele van zijn naaste medewerkers, onder wie A. H. Macmillan. Zij werden valselijk beschuldigd van opruiing, en de autoriteiten negeerden hun verklaringen van onschuld.
20, 21. Welk werk werd, zoals voorzegd in Maleachi 3:1-3, onder de gezalfden verricht?
20 Hoewel men dit destijds niet als zodanig herkende, was er een reinigingswerk aan de gang, zoals wordt beschreven in Maleachi 3:1-3: „Wie zal de dag van zijn komst verdragen, en wie zal standhouden wanneer hij verschijnt? Want [de boodschapper van het verbond] zal zijn als het vuur van een louteraar en als het loog van de wassers. En hij moet zitten als een louteraar en reiniger van zilver en moet de zonen van Levi reinigen; en hij moet hen zuiveren als goud en als zilver, en zij zullen voor Jehovah stellig mensen worden die een offergave aanbieden in rechtvaardigheid.”
21 Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog stonden sommige Bijbelonderzoekers voor nog een geloofsbeproeving — of zij een strikte neutraliteit ten aanzien van wereldse militaire aangelegenheden zouden bewaren (Johannes 17:16; 18:36). Sommigen deden dat niet. In 1918 zond Jehovah dus „de boodschapper van het verbond”, Christus Jezus, naar Zijn geestelijke tempelregeling om de kleine groep van Zijn aanbidders te reinigen van wereldse smetten. Degenen die zich volledig inzetten om waar geloof tentoon te spreiden, leerden uit de ervaring en gingen voorwaarts, waarbij zij ijverig bleven prediken.
22. Wat moet met betrekking tot geloofsbeproevingen nog beschouwd worden?
22 Wat wij beschouwd hebben, is niet louter van voorbijgaand historisch belang. Het houdt nauw verband met de geestelijke toestand waarin Jehovah’s wereldwijde gemeente thans verkeert. Maar laten wij in het volgende artikel eens enkele geloofsbeproevingen beschouwen waar Gods volk in deze tijd mee te maken heeft en zien hoe wij die met succes het hoofd kunnen bieden.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom dient Jehovah’s volk te verwachten dat hun geloof beproefd zal worden?
◻ Wat voor stappen om Gods boodschap te verbreiden, werden reeds vóór 1914 ondernomen?
◻ Wat was het „Photo-Drama”, en welke resultaten wierp het af?
◻ Hoe droegen de gebeurtenissen in de periode 1914–1918 ertoe bij dat de gezalfden op de proef werden gesteld?
[Illustratie op blz. 12]
Omstreeks de eeuwwisseling bestudeerden mensen in veel landen de bijbel aan de hand van de boekenserie „Millennial Dawn”, later „Studies in the Scriptures” genoemd
[Illustratie op blz. 13]
Een brief van C. T. Russell met inleidende tekst voor een opname waarin hij zei: „’Het Photo-Drama der Schepping’ wordt gepresenteerd door de IBSA — de International Bible Students Association. Het heeft ten doel openbaar onderwijs te geven op grond van religieus-wetenschappelijke inzichten en ter verdediging van de bijbel”
[Illustratie op blz. 15]
Demetrius Papageorge reisde rond en vertoonde het „Photo-Drama der Schepping”. Later werd hij wegens zijn christelijke neutraliteit gevangengezet