Onderwijzers van Gods woord aangespoord hun taak te volbrengen
HONDERDDUIZENDEN onderwijzers zijn de afgelopen maanden voor onderricht bijeengekomen. Vanaf mei vorig jaar kwamen ze bijeen op honderden „Onderwijzers van Gods woord”-districtscongressen van Jehovah’s Getuigen over de hele wereld. De congresgangers werden aangespoord zichzelf te onderwijzen, nog bekwamer te worden en hun taak als onderwijzers te volbrengen.
Hebt u een van deze congressen bijgewoond? Dan hebt u ongetwijfeld het voortreffelijke geestelijke voedsel gewaardeerd dat op deze bijeenkomsten voor aanbidding van de ware God, Jehovah, werd verschaft. Laten we nu eens terugblikken op het leerzame programma van het congres.
Eerste dag — De geïnspireerde Schrift is nuttig om te onderwijzen
De congresvoorzitter heette de congresgangers van harte welkom met de lezing „Laat je onderrichten, onderwijzers van Gods woord”. Door van Jehovah, de „Grootse Onderwijzer”, te leren werd Jezus Christus de Grote Leraar (Jesaja 30:20; Mattheüs 19:16). Indien we als onderwijzers van Gods woord vorderingen willen maken, moeten ook wij door Jehovah onderwezen worden.
Vervolgens kwam het onderdeel „Koninkrijksonderwijs brengt voortreffelijke vruchten voort”. Door middel van interviews met ervaren onderwijzers van Gods woord werden de vreugden en zegeningen van het maken van discipelen belicht.
Hierop volgde een motiverende lezing getiteld „Aangespoord door ’de grote daden van God’”. In de eerste eeuw werden mensen door „grote daden” betreffende Gods koninkrijk tot actie aangezet (Handelingen 2:11). Ook wij kunnen mensen tot actie bewegen door „grote daden” zoals schriftuurlijke leringen over de losprijs, de opstanding en het nieuwe verbond bekend te maken.
De volgende lezing gaf iedereen de aanmoediging: „Schep behagen in Jehovah’s rechtvaardigheid” (Psalm 35:27). We worden geholpen rechtvaardigheid na te streven door te leren liefhebben wat rechtvaardig is en haten wat slecht is, door de bijbel te bestuderen, door actief weerstand te bieden aan geestelijk schadelijke invloeden en door nederigheid aan te kweken. Zulke stappen zullen ertoe bijdragen ons te beschermen tegen ongezonde omgang, tegen de materialistische waarden van de wereld en tegen immoreel en gewelddadig amusement.
De thematoespraak getiteld „Volledig toegerust als onderwijzers van Gods woord” herinnerde ons eraan dat Jehovah ons door middel van zijn Woord, zijn heilige geest en zijn aardse organisatie tot zijn bekwame bedienaren maakt. In verband met het gebruik van de bijbel spoorde de spreker ons aan: „Het is ons doel de boodschap van de bijbel van de gedrukte bladzijde af te halen en in het hart van onze toehoorders te prenten.”
Het eerste symposium van het congres had als titel „Onszelf onderwijzen terwijl we anderen onderwijzen”. Het eerste deel benadrukte dat we de hoge maatstaf van christelijke moraliteit die we aan anderen onderwijzen, ook zelf in acht moeten nemen. Het volgende deel spoorde ons aan ’het woord der waarheid juist te hanteren’ (2 Timotheüs 2:15). Om onszelf te onderwijzen is geregelde en ijverige persoonlijke studie van de bijbel essentieel, ongeacht hoe lang we God al dienen. Het laatste deel van het symposium liet zien dat de Duivel ons gadeslaat en naar houdingen als trots, een onafhankelijke geest, eigendunk, jaloezie, afgunst, verbittering, wrok en een kritische geest zoekt. Als we de Duivel echter krachtig weerstand bieden, zal hij van ons wegvluchten. Teneinde de Duivel te weerstaan, moeten we tot God naderen. — Jakobus 4:7, 8.
De actuele lezing „Heb een afschuw van die rampzalige pornografie” toonde ons hoe we het hoofd kunnen bieden aan dat verderfelijke gevaar voor onze geestelijke gezindheid. De profeet Habakuk zei over Jehovah: „Gij zijt te zuiver van ogen om het kwaad te zien; en moeite aanzien kunt gij niet” (Habakuk 1:13). We dienen „een afschuw [te hebben] van wat goddeloos is” (Romeinen 12:9). Ouders kregen de dringende raad toezicht te houden op het internetgebruik en het tv-kijken van hun kinderen. Degenen die zich tot pornografie aangetrokken voelen, zo zei de spreker, dienen de hulp van een geestelijk rijpe vriend in te roepen. Het zou ook nuttig kunnen zijn over bijbelteksten zoals Psalm 97:10; Mattheüs 5:28; 1 Korinthiërs 9:27; Efeziërs 5:3, 12; Kolossenzen 3:5 en 1 Thessalonicenzen 4:4, 5 te mediteren en ze uit het hoofd te leren.
De volgende lezing, „Laat de vrede van God je beveiligen”, vertroostte ons met de verzekering dat wanneer we gebukt gaan onder bezorgdheid, we onze last op Jehovah kunnen werpen (Psalm 55:22). Als we in gebed ons hart uitstorten, zal Jehovah ons „de vrede van God” geven — de kalmte en innerlijke rust die voortvloeien uit onze kostbare verhouding met hem. — Filippenzen 4:6, 7.
De eerste dag werd heel mooi besloten met de lezing „Jehovah verleent zijn volk luister met licht”, waarin de vervulling van Jesaja hoofdstuk 60 werd uitgelegd. Te midden van de huidige duisternis van de wereld verheugen „buitenlanders” — de groeiende grote schare van met schapen te vergelijken personen — zich samen met de gezalfde christenen in Jehovah’s licht. De spreker verwees naar vers 19 en 20 en legde uit: „Jehovah zal niet ’ondergaan’ zoals de zon of ’afnemen’ zoals de maan. Hij zal zijn volk luister blijven verlenen door licht op hen te laten schijnen. Wat een geweldige zekerheid is dat voor ons die de laatste dagen meemaken van deze in duisternis verkerende wereld!” Aan het slot van de lezing kondigde de spreker de vrijgave aan van het boek Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid, Deel 2. Hebt u deze nieuwe publicatie al gelezen?
Tweede dag — Voldoende bekwaam om anderen te onderwijzen
Na de dagtekstbespreking op de tweede dag luisterden we met intense belangstelling naar het tweede symposium van het congres, „Bedienaren door wie anderen gelovigen worden”. De sprekers van dit driedelige symposium benadrukten elk van de drie fasen die erbij betrokken zijn om mensen te helpen gelovigen te worden — de Koninkrijksboodschap verbreiden, gevonden belangstelling verder ontwikkelen en geïnteresseerden leren onderhouden wat Christus geboden heeft. Door middel van interviews en demonstraties konden we precies zien hoe we anderen kunnen leren discipelen te worden.
Het volgende onderdeel ging over het thema „Voeg bij je volharding godvruchtige toewijding”. De spreker maakte duidelijk dat wat uiteindelijk telt, is dat we ’tot het einde volharden’ (Mattheüs 24:13). We dienen van al Gods voorzieningen — gebed, persoonlijke studie, vergaderingen en de dienst — gebruik te maken om godvruchtige toewijding aan te kweken. We moeten voorkomen dat wereldse begeerten en activiteiten inbreuk maken op onze godvruchtige toewijding of deze verwoesten.
Hoe kunnen mensen die zwoegen en zwaar beladen zijn, in deze tijd verkwikking vinden? De lezing „Verkwikking vinden onder Christus’ juk” beantwoordde die vraag. Jezus nodigde zijn volgelingen vriendelijk uit onder zijn juk te komen en van hem te leren (Mattheüs 11:28-30). We kunnen onder Jezus’ juk komen door zijn voorbeeld wat het leiden van een eenvoudig, evenwichtig leven betreft, nauwkeurig na te volgen. De hoofdpunten van deze voordracht werden versterkt door interviews met personen die hun leven vereenvoudigd hebben.
Een van de hoogtepunten van grote bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen is de doop van pas opgedragen dienstknechten van God. De broeder die de lezing „De doop leidt tot grotere onderwijsvoorrechten” uitsprak, heette de doopkandidaten van harte welkom en nodigde hen uit een aandeel te hebben aan grotere dienstvoorrechten. Pasgedoopte onderwijzers van Gods woord die aan schriftuurlijke vereisten voldoen, kunnen naar diverse verantwoordelijkheden in de gemeente streven.
„Volg de Grote Onderwijzer na” was de titel van de eerste lezing die middag. Jezus heeft in de hemel gedurende eonen nauwlettend zijn Vader gadegeslagen en nagebootst, waardoor hij de Grote Onderwijzer werd. Terwijl hij op aarde was gebruikte hij doeltreffende onderwijstechnieken zoals diepgaande vragen en eenvoudige maar levendige illustraties. Jezus baseerde zijn onderwijs op Gods woord en sprak met enthousiasme, warmte en autoriteit. Werden we er niet toe bewogen de Grote Onderwijzer na te volgen?
Nog een stimulerende lezing, „Ben je bereid anderen te dienen?”, moedigde ons aan Jezus’ voorbeeld na te volgen wat het dienen van andere mensen betreft (Johannes 13:12-15). De spreker gaf bekwame mannen rechtstreeks de aansporing om als Timotheüs te zijn door gelegenheden aan te grijpen om anderen bij te staan (Filippenzen 2:20, 21). Ouders werden aangemoedigd Elkana en Hanna na te volgen door hun kinderen te helpen de volletijddienst na te streven. En jongeren werden opgeroepen om het voorbeeld van Jezus Christus en de jonge Timotheüs na te volgen door zich bereidwillig in te zetten (1 Petrus 2:21). We waren ook geroerd door de woorden van degenen die gebruik hebben gemaakt van gelegenheden om anderen te dienen.
Het thema van het derde symposium was „Trek meer voordeel van theocratisch onderwijs”. De eerste spreker benadrukte de belangrijkheid van het vergroten van ons concentratievermogen. Om dat doel te bereiken, kunnen we beginnen met korte periodes van persoonlijke studie en die proberen te verlengen. Hij moedigde de toehoorders ook aan tijdens de vergaderingen schriftplaatsen op te zoeken en aantekeningen te maken. De tweede spreker wees ons op de noodzaak vast te houden aan „het patroon van gezonde woorden” (2 Timotheüs 1:13, 14). Teneinde onszelf te beschermen tegen de immoraliteit die ons via de media wordt voorgeschoteld en tegen menselijke filosofieën, hogere kritiek en afvallige leringen, moeten we tijd uitkopen voor persoonlijke studie en vergaderingsbezoek (Efeziërs 5:15, 16). De laatste spreker van het symposium beklemtoonde de noodzaak de geleerde dingen in praktijk te brengen zodat we volledig voordeel kunnen trekken van theocratisch onderwijs. — Filippenzen 4:9.
Wat waren we opgewonden de lezing „Nieuwe voorzieningen voor onze geestelijke vooruitgang” te horen! We waren verheugd te vernemen dat binnenkort een nieuw boek getiteld Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool zal worden uitgegeven. Onze verwachtingen waren hooggespannen toen de spreker de inhoud ervan samenvatte. Betreffende het gedeelte in het boek dat een aantal punten voor raad aan sprekers bevat, zei hij: „Dit nieuwe leerboek benadert deze 53 aspecten van goed lezen, spreken en onderwijzen niet zoals ze in werelds lesmateriaal besproken worden. De benadering is gebaseerd op bijbelse beginselen.” Het boek zal laten zien hoe de profeten, Jezus en zijn discipelen van goede onderwijsbekwaamheden blijk gaven. Ja, dit leerboek en de nieuwe kenmerken van de theocratische bedieningsschool zullen ons beslist helpen betere onderwijzers van Gods woord te worden.
Derde dag — Wees leraren met het oog op de tijd
Na een bespreking van de dagtekst op de laatste dag schonk iedereen intense aandacht aan het laatste symposium van het congres — „Maleachi’s profetie bereidt ons voor op Jehovah’s dag”. Maleachi profeteerde ongeveer honderd jaar nadat de joden uit Babylon waren teruggekeerd. Ze waren opnieuw tot afvalligheid en goddeloosheid vervallen en onteerden Jehovah’s naam door zijn rechtvaardige wetten te negeren en door blinde, kreupele en zieke dieren als slachtoffer te brengen. Bovendien lieten ze zich scheiden van de vrouw van hun jeugd, mogelijk om met een buitenlandse vrouw te trouwen.
Het eerste hoofdstuk van Maleachi’s profetie verzekert ons van Jehovah’s liefde voor zijn volk. Het beklemtoont de noodzaak eerbiedige vrees voor God, alsook waardering voor heilige dingen te hebben. Jehovah verwacht van ons dat we hem het beste geven en hem uit onzelfzuchtige liefde dienen. Onze heilige dienst dient niet louter een formaliteit te zijn, en we moeten rekenschap aan God afleggen.
De tweede spreker van het symposium bracht het tweede hoofdstuk van Maleachi op onze tijd van toepassing en vroeg: „Zijn wij er persoonlijk op bedacht dat er ’geen onrechtvaardigheid op onze lippen wordt gevonden’?” (Maleachi 2:6) Degenen die de leiding nemen in het onderwijzen dienen er zeker van te zijn dat wat ze zeggen stevig op Gods Woord gefundeerd is. We dienen zulke trouweloosheid als het verkrijgen van een onrechtvaardige scheiding te haten. — Maleachi 2:14-16.
De laatste spreker van het symposium sprak over het thema „Wie zullen de dag van Jehovah overleven?” en hielp ons om ons op Jehovah’s dag voor te bereiden. „Wat is het vertroostend voor Jehovah’s dienstknechten te weten dat Maleachi hoofdstuk 3 vers 17 zijn grotere vervulling in hen vindt!”, merkte de spreker enthousiast op. „Daar staat: ’„Zij zullen stellig van mij worden”, heeft Jehovah der legerscharen gezegd, „op de dag dat ik een speciaal bezit voortbreng. En ik wil hun mededogen betonen, net zoals een man mededogen toont jegens zijn zoon die hem dient.”’”
Nog een hoogtepunt van het congres was het volledig gekostumeerde drama „Heb respect voor Jehovah’s autoriteit”, waarin de zonen van Korach werden uitgebeeld. Ondanks de opstandige houding van hun vader tegenover Mozes en Aäron bleven ze loyaal aan Jehovah en zijn vertegenwoordigers. Terwijl Korach en zijn volgelingen vergingen, bleven Korachs zonen in leven. De volgende lezing, „Onderwerp je loyaal aan goddelijke autoriteit”, bracht de inhoud van het drama op elk van ons van toepassing. De spreker waarschuwde voor zes terreinen waarop Korach en zijn volgelingen tekortschoten: niet loyaal Jehovah’s autoriteit ondersteunen; zich door trots, eerzucht en afgunst laten overweldigen; zich concentreren op de onvolmaaktheden van degenen die door Jehovah aangesteld zijn; een klagende houding ontwikkelen; ontevreden worden over hun dienstvoorrechten; en vriendschaps- of familiebanden zwaarder laten wegen dan loyaliteit aan Jehovah.
„Wie onderwijzen de waarheid aan alle natiën?” was het thema van de openbare lezing. De waarheid waarover werd gesproken, was niet waarheid in het algemeen, maar de waarheid omtrent Jehovah’s voornemen waarvan Jezus Christus getuigenis aflegde. De spreker behandelde de waarheid met betrekking tot geloofspunten, de waarheid in verband met de wijze van aanbidden en de waarheid inzake persoonlijk gedrag. Door deze vergelijking van de eerste-eeuwse christenen met Jehovah’s Getuigen in deze tijd werd onze overtuiging dat ’God werkelijk in ons midden is’ echt versterkt. — 1 Korinthiërs 14:25.
Na een samenvatting van het studieartikel voor die week uit De Wachttoren werden alle aanwezige onderwijzers van Gods woord tot actie bewogen door de slotlezing „Onze onderwijzingstaak met dringendheid volbrengen”. Een korte terugblik op het programma benadrukte de belangrijkheid van het gebruiken van de Schrift bij het onderwijzen, de manieren waarop we bekwame onderwijzers kunnen worden en de noodzaak vertrouwen te hebben in de waarheid die we aan anderen onderwijzen. De spreker spoorde ons aan ’onze vooruitgang openbaar’ te maken en ’voortdurend aandacht aan onszelf en aan ons onderwijs te schenken’. — 1 Timotheüs 4:15, 16.
Wat hebben we van een geestelijk feestmaal genoten op het „Onderwijzers van Gods woord”-districtscongres! Laten we onze Grootse Onderwijzer, Jehovah, en onze Grote Leraar, Jezus Christus, navolgen in het onderwijzen van Gods woord aan anderen.
[Kader/Illustraties op blz. 28]
Nieuwe publicaties die in speciale behoeften voorzien
Aanwezigen op het „Onderwijzers van Gods woord”-districtscongres waren enthousiast twee publicaties te ontvangen die heel nuttig zullen zijn bij het onderwijzen van de bijbelse waarheid aan mensen in bepaalde delen van de wereld. Het traktaat getiteld Hebt u een onsterfelijke geest? zal een handig hulpmiddel zijn om gesprekken aan te knopen met mensen die in landen wonen waar plaatselijke talen geen onderscheid maken tussen ’ziel’ en ’geest’. Het nieuwe traktaat laat duidelijk zien dat ’geest’ als levenskracht verschilt van ’geest’ als geestelijk schepsel, en dat mensen wanneer ze sterven geen geestelijke schepselen worden.
De brochure Een voldoening schenkend leven — Hoe u dit kunt bereiken werd aan het einde van de tweede congresdag vrijgegeven. Deze brochure is samengesteld met als doel een bijbelstudie te beginnen met mensen die het idee van een Schepper met een persoonlijkheid of van een door God geïnspireerd boek niet kennen. Hebt u deze nieuwe publicaties al in de dienst kunnen gebruiken?
[Illustraties op blz. 26]
In Milaan (Italië) en op congressen over de hele wereld werden honderden personen gedoopt
[Illustratie op blz. 29]
Toehoorders waren ontroerd door het drama „Heb respect voor Jehovah’s autoriteit”