Om met uw kinderen te lezen
Samuël bleef het goede doen
HEB jij weleens gezien dat anderen slechte dingen doen? —a Samuël wel. Hij woonde ergens waar je dat soort dingen niet zou verwachten, namelijk in de tabernakel van God in Silo. In de tabernakel kwamen de mensen om God te aanbidden. Laten we eens zien hoe het kwam dat Samuël meer dan drieduizend jaar geleden in de tabernakel ging wonen.
Voordat Samuël geboren werd, wilde zijn moeder, Hanna, heel graag een baby. Toen Hanna op een keer in de tabernakel was, bad ze daarover tot God. Ze bad zo intens dat haar lippen trilden. Daarom dacht Eli, de hogepriester, dat ze dronken was. Maar toen hij hoorde dat ze niet dronken was maar heel verdrietig, zegende Eli haar en zei: ’Ik hoop dat de God van Israël u zal geven waar u hem om hebt gesmeekt.’ — 1 Samuël 1:17.
Later werd Samuël geboren en Hanna was zo blij dat ze tegen haar man, Elkana, zei: ’Zodra Samuël geen borstvoeding meer krijgt, breng ik hem naar de tabernakel zodat hij God daar kan dienen.’ En dat deed ze ook! Samuël was toen misschien vier of vijf jaar.
Eli was oud geworden en zijn zoons, Hofni en Pinehas, aanbaden Jehovah niet op de goede manier. Ze hadden zelfs immorele seks met vrouwen die naar de tabernakel kwamen! Wat had hun vader volgens jou moeten doen? — Hij had ze straf moeten geven en niet mogen toelaten dat ze die slechte dingen deden.
Samuël groeide daar op, en waarschijnlijk wist hij dat de zoons van Eli zich slecht gedroegen. Volgde Samuël hun slechte voorbeeld? — Nee, hij bleef het goede doen, precies zoals zijn ouders hem hadden geleerd. Maar Jehovah was natuurlijk wel boos op Eli. Jehovah stuurde zelfs een profeet naar Eli om te zeggen hoe Hij de familie van Eli zou straffen, en vooral zijn slechte zoons. — 1 Samuël 2:22-36.
Samuël bleef samen met Eli in de tabernakel dienen. Toen Samuël op een nacht lag te slapen, hoorde hij zijn naam roepen. Dus rende hij naar Eli, maar die zei dat hij hem niet geroepen had. Dat gebeurde nog een keer. Toen het de derde keer gebeurde, zei Eli tegen Samuël dat hij moest zeggen: ’Spreek, Jehovah, want uw knecht luistert.’ Toen Samuël dat zei, praatte Jehovah tegen hem. En weet je wat Jehovah tegen Samuël zei? —
God vertelde Samuël dat hij van plan was Eli’s familie te straffen. De volgende ochtend durfde Samuël niet aan Eli te vertellen wat Jehovah had gezegd. Maar Eli zei tegen Samuël: ’Probeer het niet voor mij te verbergen.’ Dus vertelde Samuël Eli alles wat Jehovah had gezegd, dezelfde dingen die de profeet eerder al aan Eli had verteld. Het antwoord van Eli was: ’Laat Jehovah doen wat hij het beste vindt.’ Later werden Hofni en Pinehas vermoord en ook Eli ging dood. — 1 Samuël 3:1-18.
In de Bijbel staat dat Samuël ondertussen ’verder opgroeide, en Jehovah zelf bleek met hem te zijn’. Samuël werd een tiener, een belangrijke tijd in het leven van jongeren. Denk je dat het makkelijk voor hem was het goede te blijven doen terwijl anderen dat niet deden? — Hoewel het niet makkelijk was, bleef Samuël Jehovah de rest van zijn leven trouw. — 1 Samuël 3:19-21.
Hoe zit het met jou? Zul jij net als Samuël zijn als je ouder wordt? Zul je het goede blijven doen? Zul je vasthouden aan wat de Bijbel en je ouders je geleerd hebben? Dan zul je Jehovah heel blij maken en je ouders ook.
a Als u een kind voorleest, kunt u bij het streepje even pauzeren om het kind iets te laten zeggen.