De Bijbel verandert levens
HOE kon een alleenstaande, aan drugs verslaafde moeder in Rusland haar verslaving overwinnen en haar band met haar kinderen verbeteren? Waaruit putte een dakloze man in het Japanse Kyoto de kracht en moed om de persoonlijke zwakheden die tot zijn armoede hadden geleid de baas te worden? Wat stelde een Australische veedrijver in staat het bingedrinken op te geven? Sta eens stil bij het relaas van deze mensen.
’Ik leerde dat het mijn plicht is in mijn eigen onderhoud te voorzien.’ — NELLY BAJMATOVA
LEEFTIJD: 45
LAND VAN HERKOMST: RUSLAND
VOORGESCHIEDENIS: DRUGSVERSLAAFDE
MIJN VERLEDEN: Ik ben opgegroeid in Vladikavkaz, de hoofdstad van de republiek Noord-Ossetië. Mijn familie had het goed. Maar ondanks mijn materiële welstand had ik geen gelukkig leven. Tegen de tijd dat ik 34 was, had ik twee mislukte huwelijken achter de rug. Ik was al tien jaar aan de drugs, waarvoor ik tweemaal in een kliniek behandeld was. Hoewel ik twee kinderen had, voelde ik in die tijd geen enkele genegenheid voor hen; ik had ook geen normale band met mijn vrienden of familie.
Mijn moeder was een Getuige van Jehovah geworden en vaak hoorde ik haar om me huilen en tot Jehovah bidden me te helpen. Ik dacht: Wat is m’n moeder naïef! Hoe kan Jehovah me nu helpen? Ik probeerde wel af te kicken, maar ik miste de kracht om in mijn eentje met de gewoonte te breken. Op een keer was ik twee dagen drugsvrij geweest. Toen vond ik dat ik eruit moest, en ik sprong het raam uit. Maar ik was niet beneden, ik was boven! Bij de val brak ik mijn arm en been en liep ik rugletsel op. Ik moest ruim een maand het bed houden.
Tijdens mijn herstelperiode zorgde mijn moeder voor me en ze maakte me geen verwijten. Ze begreep dat ik emotioneel en mentaal in een kwetsbare toestand verkeerde. Ze legde echter wel een paar uitgaven van Ontwaakt!a naast mijn bed. Ik las de ene na de andere en vond ze zeer interessant en informatief. Daarop besloot ik de Bijbel met de Getuigen te gaan bestuderen.
HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: Eén ding dat de Bijbel me bijbracht, was verantwoordelijkheidsbesef. Ik leerde dat ik niet moest verwachten dat mijn moeder me onderhield, maar dat het mijn plicht was in mijn eigen onderhoud en dat van mijn kinderen te voorzien. Na zo lang gewoon gedaan te hebben wat ik wilde, viel het niet mee aan het idee van vast werk te wennen.
Ik werd ook echt geholpen door de raad in Deuteronomium 6:5-7, waar ouders wordt gezegd dat ze hun kinderen over God moeten onderwijzen. Ik realiseerde me dat ik God rekenschap verschuldigd was voor de manier waarop ik mijn twee kinderen grootbracht. Dat feit motiveerde me om tijd met hen te gaan doorbrengen en liefde en genegenheid voor hen te ontwikkelen.
Ik was Jehovah intens dankbaar dat hij me had toegestaan de waarheid over hem te weten te komen. Daarom droeg ik mijn leven aan hem op en liet ik me als een van Jehovah’s Getuigen dopen.
DE VOORDELEN: Doordat ik mijn opvliegendheid leerde beheersen, werd de relatie met mijn moeder beter. Mijn band met mijn kinderen is er ook op vooruitgegaan.
Omdat ik slechte dingen ben gaan haten, behoren veel van de problemen die het gevolg waren van mijn vroegere leefstijl tot het verleden. Ik vind het nu heerlijk anderen te helpen de waarheid over onze liefdevolle God, Jehovah, te leren kennen.
„Ik ben van mening dat mijn leven letterlijk gered is.” — MINORU TAKEDA
LEEFTIJD: 54
LAND VAN HERKOMST: JAPAN
VOORGESCHIEDENIS: DAKLOZE
MIJN VERLEDEN: Ik ben bij mijn vader en mijn grootmoeder opgegroeid in de stad Yamaguchi. Mijn moeder heb ik nooit gekend. Toen ik negentien was, stierf mijn grootmoeder en bleef ik bij mijn vader wonen. Ik werkte als kok en mijn vader deed soortgelijk werk. We hadden verschillende werktijden, waardoor we elkaar nauwelijks zagen. Ik raakte in een sleur van lange dagen werken en dan met mijn vrienden drinken.
Na verloop van tijd begon mijn werk me te vervelen. Ik zocht ruzie met mijn baas en ging nog meer drinken. Tegen mijn dertigste besloot ik het huis uit te gaan en te gaan reizen. Toen mijn geld opraakte, ging ik in een pachinkohal (goktent) werken. Ik leerde een meisje kennen en we trouwden. Maar na tweeënhalf jaar gingen we al uit elkaar.
Ik was een neerslachtige slappeling en raakte diep in de schuld bij geldschieters. Ik nam de benen voor de incasseerders en ging in mijn geboortestad een poosje bij mijn vader inwonen, maar ik loog tegen hem en daar leed onze verstandhouding onder. Ik nam geld uit zijn huis weg en voorzag een tijdlang met het gokken in mijn onderhoud. Ten slotte was ik straatarm en bivakkeerde ik een tijdlang in een treinstation. Ik verbleef achtereenvolgens in Hakata, in Himeji en uiteindelijk in de stad Kyoto. Een aantal jaren ben ik dakloos geweest.
HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: In 1999 was ik in een park bij de Kamogawa, een rivier in Kyoto, toen twee vrouwen op me afstapten. Een van hen vroeg: „Zou u belangstelling hebben voor het bestuderen van de Bijbel?” Ik nam het aanbod aan. Ervaren christenen uit de plaatselijke gemeente van Jehovah’s Getuigen bestudeerden de Bijbel met me en hielpen me er het belang van in te zien Bijbelse beginselen toe te passen. Ze raadden me aan werk en woonruimte te zoeken. Om hun een plezier te doen solliciteerde ik een paar keer, maar in het begin deed ik niet echt veel moeite. Later begon ik echter om hulp te bidden en probeerde ik serieus een baan te vinden, en uiteindelijk vond ik die.
Het gebed heeft me ook door een heel moeilijke beproeving heen geholpen. De geldschieters voor wie ik was gevlucht, spoorden me op en eisten betaling. Ik raakte erg gestrest. Toen kwam ik bij mijn dagelijkse Bijbellezen de tekst in Jesaja 41:10 tegen. In dat vers belooft God zijn trouwe aanbidders: „Ik wil u werkelijk helpen.” Die belofte schonk me kracht en moed. Ik ging ijverig aan de slag en wist ten slotte mijn geldproblemen op te lossen. In 2000 kwam ik ervoor in aanmerking als Getuige van Jehovah gedoopt te worden.
DE VOORDELEN: Wat ik uit de Bijbel leerde, spoorde me aan om te proberen de band met mijn vader te herstellen, en hij vergaf me mijn vroegere gedrag. Hij was erg blij dat ik geleerd had naar Bijbelse maatstaven te leven. Ik ben van mening dat mijn leven letterlijk gered is omdat ik me aan Bijbelse beginselen ben gaan houden.
Door mijn werk kan ik nu ook in mijn eigen onderhoud voorzien (Efeziërs 4:28; 2 Thessalonicenzen 3:12). Bovendien heb ik in de christelijke gemeente ware vrienden gevonden (Markus 10:29, 30). Ik ben intens dankbaar voor wat Jehovah me heeft geleerd.
„Het viel me niet mee de nodige veranderingen aan te brengen.” — DAVID HUDSON
LEEFTIJD: 72
LAND VAN HERKOMST: AUSTRALIË
VOORGESCHIEDENIS: BINGEDRINKER
MIJN VERLEDEN: Ik was het elfde kind van mijn ouders, Willie en Lucy. Mijn familie woonde in Aurukun, een Aboriginalgemeenschap in het verre noorden van Queensland. Aurukun is gebouwd op de oevers van de schilderachtige rivier de Archer en ligt dicht bij zee. Mijn ouders leerden hun kinderen jagen en vissen om in leven te blijven. Destijds gold voor ons, Aboriginals, een overheidsbepaling die ons verbood zelf geld te hanteren, en we mochten slechts in een daarvoor aangewezen, beperkt gebied wonen.
Mijn ouders deden hun best me goede eigenschappen bij te brengen en leerden al hun kinderen respect te hebben voor de bejaarden in de gemeenschap en het weinige wat we hadden te delen. Het gevolg was dat we alle oudere mensen als onze vaders en moeders en ooms en tantes beschouwden.
Mijn vader stierf toen ik zeven was en we verhuisden naar een zendingspost voor Aboriginals in Mapoon, dat zo’n 150 kilometer ten noorden van Aurukun ligt. Toen ik twaalf was, ging ik leren met paarden en runderen te werken, en tot ver in de veertig heb ik op heel wat veefokkerijen als veedrijver gewerkt. De leefstijl was ruig. Ik dronk veel en vaak. Dat bezorgde me heel wat hoofdpijn en veel problemen.
Tijdens een van mijn bingedrinksessies strompelde ik een hotel uit en liep onder een hard rijdende auto. De daaropvolgende twee jaar bracht ik door in revalidatie en fysiotherapie, en het veedrijven kon ik wel vergeten.
HOE DE BIJBEL MIJN LEVEN VERANDERDE: In de periode dat ik in revalidatie was, bracht een vriendin me een paar uitgaven van De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen. Ik had echter niet veel onderwijs genoten en kon dus niet goed lezen. Maar op een erg warme dag kreeg ik bezoek van een 83-jarige heer. Ik nodigde hem binnen voor een glas koud water. Hij gaf me wat Bijbelse lectuur en vroeg of hij terug mocht komen om me de inhoud ervan uit te leggen. Ten slotte begonnen we samen geregeld de Bijbel te bestuderen. Ik ging inzien dat ik wat veranderingen in mijn persoonlijkheid en leefstijl moest aanbrengen als ik God wilde behagen.
Het viel me niet mee de nodige veranderingen aan te brengen. Maar door wat mijn moeder me had geleerd, had ik diep respect voor de bejaarde man die de Bijbel met me bestudeerde en voor het geestelijke inzicht dat hij met me deelde. Toch aarzelde ik mijn leven aan God op te dragen. Ik dacht dat ik alles moest weten wat in de Bijbel stond.
Een collega hielp me mijn denkwijze op dit punt te corrigeren. Hij bleek een van Jehovah’s Getuigen te zijn en hij wees me op de aanmoediging die in Kolossenzen 1:9, 10 staat. Die passage zegt dat we moeten blijven „toenemen in de nauwkeurige kennis van God”. Mijn collega hielp me in te zien dat ik altijd nieuwe dingen zou leren en dat ik dus echt geen reden had om me door mijn beperkte kennis te laten tegenhouden.
Ik was bijzonder onder de indruk toen ik met Jehovah’s Getuigen begon om te gaan. Ik zag met eigen ogen hoe mensen uit alle lagen van de bevolking in eenheid God aanbaden. Die eenheid overtuigde me er volkomen van dat ik het ware geloof had gevonden, en dus liet ik me in 1985 als een van Jehovah’s Getuigen dopen.
DE VOORDELEN: Ik heb beter leren lezen en besteed nu elke week heel wat uren aan het helpen van anderen om lezen te leren en de Bijbel te bestuderen. Bovendien is de vriendin die me als eerste De Wachttoren en Ontwaakt! te lezen bracht ook met de Getuigen gaan studeren. Ze werd gedoopt en is nu mijn lieve vrouw. We vinden het heerlijk om samen anderen in de Aboriginalgemeenschap te helpen Jehovah God te leren kennen.
[Voetnoot]
a Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Inzet op blz. 21]
Mijn vrouw en ik vinden het heerlijk om anderen in de Aboriginalgemeenschap te helpen God te leren kennen