Het goede nieuws aanbieden — Door vragen te stellen om belangstelling te wekken
1 De Grote Onderwijzer, Jezus, gebruikte vragen om belangstelling te wekken en mensen aan het denken te zetten (Matth. 17:25; 18:12; Mark. 11:29, 30). Wanneer wij lezen hoe doeltreffend Jezus van vragen gebruik maakte, wekt dit in ons het verlangen Jezus’ voorbeeld in dit opzicht in onze velddienst na te volgen.
2 Velen vinden het, wanneer zij losse exemplaren van de tijdschriften verspreiden, heel praktisch over een van de artikelen een vraag te stellen. Heb je eenmaal de belangstelling van de persoon gewekt, dan kun je verder gaan met de aandacht op het artikel te vestigen en de tijdschriften aanbieden. Maar wees erop voorbereid in te kunnen gaan op het onderwerp dat je door je vraag te berde gebracht hebt, hetzij door een verder commentaar op het onderwerp te geven, of door te wijzen op een specifiek punt in het artikel dat je aanbiedt.
3 Sommige broeders en zusters hebben met succes de volgende vraag, of een variatie erop, gebruikt en misschien kun jij deze ook heel goed gebruiken. Na zich kort te hebben voorgesteld, vragen zij: „Als u de macht zou hebben om één van de problemen in de wereld te overwinnen, welk probleem zou dat dan zijn?” Na het antwoord te hebben vernomen, verwijzen zij naar een schriftplaats die daarover handelt. Als het antwoord bijvoorbeeld is: „Ik zou afrekenen met al die corrupte regeringen”, wordt de huisbewoner naar Daniël 2:44 geleid om te laten zien dat God al regelingen getroffen heeft om een koninkrijk op te richten dat aan corrupte regeringen een einde zal maken.
4 Wanneer je het boek Gods duizendjarige koninkrijk is nabij gekomen offreert, zou je wellicht kunnen zeggen: „Toen Jezus op aarde was, trok hij het hele land door en predikte een buitengewoon belangrijke boodschap. Tot aan zijn dood predikte Jezus deze boodschap en tot op deze tijd hebben miljoenen mensen hun hoop gericht op datgene wat hij de mensen voor ogen hield. Zou u willen weten welke boodschap dit was?” (Pauzeer even om gelegenheid tot antwoorden te geven.) Lees vervolgens de titel van het boek voor en probeer ook op het binnenblad de „opdracht” van het boek voor te lezen. Daarna zou je §1 en 3 van het eerste hoofdstuk kunnen bespreken. Ook wanneer je andere boeken, of tijdschriften, zou aanbieden, zou je erop uit kunnen zijn om een vraag te stellen die door een of andere schriftplaats in de publikatie of door een kopje wordt beantwoord. Vaak zijn de eerste artikelen in de tijdschriften uitstekend geschikt voor dit doel.
5 Een maning tot voorzichtigheid bij het gebruiken van vragen is evenwel op zijn plaats: Ze dienen niet te worden gebruikt om mensen in verlegenheid te brengen. Je wilt misschien mogelijke antwoorden op je vraag opperen. Of als je huisbewoner met antwoorden aarzelt, wil je wellicht gewoon verder gaan met je toespraakje.
6 Het kan zijn dat je het in het begin moeilijk vindt om vragen te stellen, maar blijf het proberen. Zelfs als je er aanvankelijk niet zo succesvol in bent, zul je bemerken dat je na verloop van tijd ervaren en doeltreffend wordt in het gebruik ervan. Ze zijn vaak nuttig om een gesprek op gang te brengen en de huisbewoner aan het praten te krijgen zodat je beter op de hoogte raakt met zijn zienswijze en in staat bent voort te bouwen op hetgeen hem interesseert.
7 Wellicht vind je het heel nuttig met anderen in de gemeente het gebruik van vragen te bespreken om belangstelling te wekken. Als je iets ontdekt dat jou bijzonder goed helpt, geef dit dan aan anderen door zodat ook zij er voordeel van kunnen hebben. Het doeltreffende gebruik van vragen kan de kwaliteit van je velddienst verbeteren en tot interessante gesprekken stimuleren.