Toon een levend geloof
1 Toen Jakobus het onderwerp ’geloof’ besprak, vroeg hij: „Gij gelooft toch dat er één God is?” Hij liet erop volgen: „Daaraan doet gij heel goed. En toch geloven de demonen ook en zij sidderen” (Jak. 2:19). Het Griekse woord voor „geloven” is hetzelfde als dat voor „geloof stellen in”. — Jak. 2:23.
2 De demonen geloven dus dat er een God is en zijn bevreesd voor hem, maar zij hebben hem niet gehoorzaamd. Zo zou het ook in ons geval kunnen zijn. Als wij in God geloven maar God niet gehoorzamen, is zulk een „geloof afgescheiden van werken inactief” (Jak. 2:20). Ons geloof dient te zijn als dat van Abraham, tot volmaaktheid gebracht door zijn werken. — Jak. 2:21, 22.
TOON GELOOF
3 In november willen wij ons levende geloof tonen door werken in de velddienst. Om ons te helpen, heeft Jehovah edelmoedig een doeltreffend instrument verschaft, het nieuwe traktaat Verlichting van druk — Is dat mogelijk? Hoe voortreffelijk zou het zijn als wij in november een nieuwe bijbelstudie zouden kunnen oprichten. Houd in gedachten dat je aan sterk geïnteresseerde personen ook de twee nieuwste tijdschriften kunt aanbieden.
4 Ondanks goede voornemens kunnen wij ongeregeld worden in onze velddienstactiviteit. Hoe kunnen wij deze mogelijke valstrik vermijden? Door Jehovah na te volgen. Jakobus beschrijft Jehovah als „de Vader der hemelse lichten”, bij wie „geen verandering van het keren van de schaduw” is (Jak. 1:17). Hij is een God van orde, onveranderlijkheid en betrouwbaarheid. Om thuis, op school en op ons werk de dingen klaar te krijgen, houden wij ons aan een vaste regelmaat. Dat het verstandig is dingen volgens schema te doen, lijdt geen twijfel. Wij kunnen Jehovah’s voorbeeld van orde navolgen door een weekschema op te stellen waarin vaste periodes zijn ingeruimd om ons geloof door werken in het veld te tonen.
5 Waarom bijvoorbeeld niet in november een gezinsschema uitgewerkt waarmee jullie iedere week drie uur of langer aan de velddienst kunnen deelnemen, of waardoor misschien de hulppioniersdienst in december mogelijk wordt? Als hulppionier behoef je er gemiddeld per dag slechts twee uur aan te besteden de mensen in het gebied geestelijk te helpen. Sommige broeders en zusters nemen deze dienst dikwijls, soms zelfs iedere maand op zich. Eén broeder schreef onlangs aan het Genootschap: „Hulppionieren heeft me een nieuwe waardering voor de velddienst gegeven. Ik besteed meer zorg aan het nagaan van gevonden belangstelling en ik ben veel doeltreffender in het helpen van mensen. Hulppionieren heeft mij werkelijk geholpen meer de geest van de oogst te pakken te krijgen.” — Matth. 9:35-38.
6 Voel je de behoefte meer tijd samen met je gezin door te brengen? Waarom regel je het niet zo dat jullie als compleet gezin samen van de velddienst genieten? Als jullie kinderen hun godvrezende ouders activiteit zien ontplooien, zal dat hen helpen hun geloof te tonen, niet alleen in de velddienst, maar ook op school.
NEEM DE LEIDING
7 Petrus moedigde oudere mannen aan voorbeelden voor de kudde te worden (1 Petr. 5:3). Wanneer ouderlingen en dienaren in de bediening in november ijverig de leiding in de velddienst nemen en vreugdevol met hun medeverkondigers werken, zal de gemeente hun geloof navolgen. Toen een ouderling zich verontschuldigde dat hij niet met een zuster had kunnen werken omdat hij met anderen had gewerkt en er geen tijd was overgebleven, zei zij: „Dat is in orde. Ik heb je aan de overkant zien werken en dat was genoeg voor mij.” Het lichaam van ouderlingen zal voor de gemeente zodanige regelingen voor velddienstactiviteit treffen dat elk er een zo groot mogelijk aandeel aan kan hebben zijn geloof bekend te maken. Op deze wijze zullen wij door Jehovah gebruikt worden om eraan mee te helpen degenen op te sporen die het waard zijn, en hun leven te redden. De maand november biedt ons allen een voortreffelijke gelegenheid te bewijzen dat ons levende geloof in Jehovah ons ertoe beweegt ’daders van het werk’ te worden, met geluk als resultaat. — Jak. 1:25.