Verricht je bediening met geheel je ziel
1 Als Jezus’ discipelen is het onze taak het goede nieuws omtrent Gods koninkrijk te prediken en discipelen van Jezus Christus te maken (Matth. 24:14; 28:19, 20). Er is geen ander werk op aarde dat zo dringend of zo belangrijk is. Het leven van miljoenen mensen is erbij betrokken. Het verdient onze uiterste inspanning. Paulus’ raad is heel toepasselijk: „Wat gij ook doet, verricht uw werk met geheel uw ziel als voor Jehovah” (Kol. 3:23). „Met geheel uw ziel” wordt gedefinieerd als „met vurig enthousiasme of onwankelbare toewijding”. Verricht jij je bediening met geheel je ziel?
2 Wat wordt er van ons verlangd om met geheel onze ziel te dienen? Jehovah duidde aanvaardbare dienst aan als een tiende (Mal. 3:10). Met het tiende deel wordt geen specifieke hoeveelheid bedoeld; het vertegenwoordigt veeleer de tijd en moeite die wij als een uiting van onze liefde voor Jehovah en in de erkenning van onze opdracht aan hem aan zijn dienst besteden (w92 1/12 blz. 15). Onze activiteit dient een weerspiegeling te zijn van de diepte van onze toewijding en liefde voor Jehovah. Iemand die met geheel zijn ziel dient, voelt zich gedrongen Jehovah zo volledig mogelijk, in de mate die zijn gezondheid en omstandigheden toelaten, te dienen.
3 Paulus roemde christenen die ’hard werken en zich inspannen’ op basis van hoop (1 Tim. 4:10). Zij worden beloond met Jehovah’s zegen, die hen ’rijk maakt’ (Spr. 10:22). Degenen die zich daarentegen op spaarzame of terughoudende wijze inzetten, ervaren niet het geluk dat voortspruit uit geven (Hand. 20:35). Door na te laten ons uiterste best te doen, beroven wij Jehovah feitelijk van „de tienden” die hem toekomen. — Mal. 3:8.
4 Ons uiterste best doen: Als wij aan de velddienst deelnemen en ons bericht inleveren, is dat bericht dan nauwkeurig? In het Bediening-boek staat op blz. 106: „De tijd dient gerekend te worden vanaf het tijdstip dat je met je getuigeniswerk begint totdat je in die velddienstperiode je laatste bezoek hebt beëindigd. Tijd die je gedurende een velddienstperiode besteedt om iets te gebruiken of een maaltijd te nuttigen, dient niet gerekend te worden.” Een goede planning en krachtsinspanningen zijn noodzakelijk om in de tijd dat wij in de velddienst zijn zo veel mogelijk tot stand te brengen.
5 Ons uiterste best doen, betekent dat wij zo veel mogelijk doen wanneer wij aan de velddienst deelnemen. Iemand die met geheel zijn ziel dient, zal niet opzettelijk zijn prediking beperken tot zo nu en dan een poging om informeel getuigenis te geven in plaats van een aandeel te hebben aan het van-huis-tot-huiswerk. Een jonge ongedoopte verkondiger die met geheel zijn ziel dient, zal niet enkel op aandringen van zijn ouders gaan prediken of ongeïnteresseerd naar de deuren gaan of een aanbieding doen.
6 Paulus spoort ons aan naarstig te blijven teneinde niet traag te worden (Hebr. 6:11, 12). Wat een vreugde op onze persoonlijke dienst te kunnen terugkijken en geen reden tot schaamte te hebben — omdat wij met geheel onze ziel hebben gediend! (2 Tim. 2:15) Onze vreugde zal een hoogtepunt bereiken wanneer wij mensen die wij persoonlijk hebben geholpen, onder de overlevenden van de grote verdrukking zien. Jehovah zal degenen die hem met geheel hun ziel dienen, beslist rijkelijk belonen.