Overzicht voor de theocratische bedieningsschool
Overzicht met gesloten boek gebaseerd op stof van de theocratische bedieningsschool voor de weken van 3 mei tot en met 23 augustus 1993. Gebruik een afzonderlijk vel papier en beantwoord daarop zoveel mogelijk vragen in de toegestane tijd.
[Opmerking: Tijdens het schriftelijk overzicht mag alleen de bijbel bij het beantwoorden van elke vraag worden gebruikt. De verwijzingen die achter de vragen staan, zijn voor je persoonlijke nazoekwerk. Bij verwijzingen naar De Wachttoren worden misschien niet altijd de bladzijden en paragrafen vermeld.]
Beantwoord elk van de volgende beweringen met goed of fout:
1. De profetie, die ruim 300 jaar van tevoren werd geuit, dat Josia Jerobeams altaar te Bethel vaneen zou scheuren, had een opmerkelijke vervulling. [si blz. 68 §25]
2. Twee Koningen beschrijft de periode vanaf het begin van Salomo’s regering in 1037 v.G.T. tot ca. 580 v.G.T. [si blz. 69 §2]
3. Gewoonlijk is het, om na het lezen van een schriftplaats de toepassing te tonen, voldoende de tekst alleen te bespreken. [sg blz. 129 §20]
4. Hoewel herhaling een van de noodzakelijke onderwijshoedanigheden is, kan onnodige herhaling een lezing langdradig en oninteressant maken. [sg blz. 132 §11]
5. Als je de kunst meester bent je lezing van een schema te houden, zul je als openbare spreker een grote stap voorwaarts hebben gedaan. [sg blz. 140 §10]
6. Het is niet mogelijk het voorlezen van paragrafen als voor de vuist weg uitgesproken te laten klinken. [sg blz. 146 §21]
7. Het leggen van klemtoon houdt in dat men de woorden die de gedachte overbrengen herkent en ze vervolgens in vergelijking met de omringende woorden doet uitspringen. [sg blz. 159 §3]
8. Oog make-up was in bijbelse tijden onbekend. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie g77 22/11 blz. 24.]
9. Het bijbelse verslag in 2 Koningen 17:6-18 betreffende de vernietiging van het noordelijke koninkrijk Israël door Assyrië wordt door het archeologische bewijsmateriaal krachtig ondersteund. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie gm blz. 47.]
10. Davids woorden in 1 Kronieken 16:31 maken duidelijk dat Jehovah zijn heerschappij, hoewel deze van het begin van de schepping dateert, af en toe op een specifieke wijze tot uitdrukking bracht, zodat er op een bepaald moment van hem kon worden gezegd dat hij ’koning werd’. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w85 15/12 blz. 11.]
Beantwoord de volgende vragen:
11. Wanneer een huisbewoner een tekst leest, hoe kun je dan de hoofdpunten ervan beklemtonen? [sg blz. 128 §13]
12. Wat moet een spreker doen als hij met het probleem te kampen heeft dat zijn gebaren een aanwensel zijn? [sg blz. 133 §20]
13. Wat kun je doen om gebrek aan vloeiendheid bij het lezen te verhelpen? [sg blz. 143 §7]
14. Waarom werd Kronieken geschreven? [si blz. 75 §2]
15. Wat is een fundamentele manier om een logische argumentatie, of manier van redeneren, op te bouwen? [sg blz. 151 §11]
16. Wat was „de Getuigenis” in 2 Koningen 11:12? [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w91 1/2 blz. 31.]
17. Hoe werd de koning van Assyrië in overeenstemming met 2 Koningen 19:32, 33 ervan weerhouden Jeruzalem binnen te komen? [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w88 15/2 blz. 28.]
18. Wat kunnen wij uit Davids ervaring met Hanun in 1 Kronieken 19:2-4 leren? [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w73 blz. 701, 702.]
19. Hoe worden wij door de 24 priesterafdelingen geholpen de identiteit te begrijpen van de „oudere personen” die in Openbaring 4:4 worden genoemd? (1 Kron. 24:4) [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w75 blz. 63, 64.]
20. Hoe is 1 Kronieken 29:5 onder Jehovah’s volk in deze tijd van toepassing? [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w90 1/7 blz. 31.]
Verschaf het woord of zinsdeel dat nodig is om elk van de volgende beweringen te completeren:
21. Elke lezing heeft ․․․․․․․ nodig teneinde er richting aan te geven en dat de onderdelen ervan op aangename wijze met elkaar in verband moet brengen. [sg blz. 134 §1]
22. Een spreker die bekwaam is, verliest niet ․․․․․․․ met de toehoorders doordat hij hetzij te lang of op het verkeerde moment in zijn aantekeningen kijkt. [sg blz. 138 §1]
23. Om te laten zien dat Jehovah geen minachting jegens officieel door hem gemachtigde dienstknechten duldt, bracht hij een snelle vergelding over de jeugdige boosdoeners die ․․․․․․․ als Jehovah’s profeet bespotten. [si blz. 74 §34]
24. Als spreker ben je altijd verplicht de vraag ․․․․․․․ te kunnen beantwoorden. [sg blz. 155 §7]
25. Mattheüs en Lukas gebruikten de in ․․․․․․․ opgetekende geslachtsregisters om duidelijk te bewijzen dat Jezus de Messias was. [si blz. 78 §23]
26. In de meeste lezingen is er voor de samenhang ․․․․․․․ van het ene naar het andere punt nodig. [sg blz. 149 §2]
Kies het juiste antwoord in elk van de volgende beweringen:
27. Nadat je het thema van je lezing hebt bepaald, is de volgende stap de (schriftplaatsen; illustraties; hoofdpunten) uit te kiezen die je van plan bent te gebruiken. [sg blz. 135 §9]
28. Om in een lezing een gemeenschappelijke basis aan te houden, moet je (heel duidelijk spreken; de mening van je toehoorders in gedachte houden; enthousiast zijn). [sg blz. 157 §17]
29. „Het twintigste jaar van Jotham” betekent het 20ste jaar van (zijn leven; zijn werkelijke regering; de periode die voorbijgegaan was sinds hij koning was geworden) (2 Kon. 15:30). [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w80 15/11 blz. 11.]
30. Degenen die ’tot David kwamen om hem te helpen’ (werden gemotiveerd door zelfzucht; verkozen van ganser harte Davids koningschap te steunen; kozen de weg van de minste weerstand) (1 Kron. 12:22). [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w83 1/6 blz. 18.]
Zoek bij elk van de onderstaande beweringen de juiste schriftplaats:
1 Kon. 22:19-22; 2 Kon. 1:2, 7, 8; 5:1-5; 25:27-30; 1 Kron. 9:26, 27
31. De manier waarop wij ons kleden, kan ons in verband brengen met een bepaalde groep of klasse. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w73 blz. 84.]
32. Levitische poortwachters bekleedden een unieke vertrouwenspositie. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w88 1/12 blz. 21.]
33. Hoewel ouderlingen kunnen menen dat zij weten hoe zij in allerlei situaties moeten handelen, dienen zij van Jehovah’s voorbeeld te leren en te luisteren naar wat anderen zeggen en dit ter harte te nemen. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w74 blz. 660.]
34. De archeologie staaft het feit dat een Judese koning die zich in Babylon in gevangenschap bevond uiteindelijk uit de gevangenis werd ontslagen en dat hem een voedselrantsoen werd toegewezen. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie gm blz. 48.]
35. Kinderen kunnen volwassenen tot actie bewegen. [Wekelijks bijbelleesprogramma; zie w74 blz. 589.]