Dien Jehovah met een blij hart
„Dient Jehovah met verheuging. Komt voor zijn aangezicht met vreugdegeroep.” — Ps. 100:2.
1, 2. Welke tegenovergestelde meningen over het leven worden hier vermeld?
„IK HEB een puinhoop gemaakt van mijn leven, en het is te laat om er verandering in te brengen . . . Als ik helemaal alleen een wandeling maak, denk ik over mijn leven na, en ik ben helemaal niet blij met wat ik ervan gemaakt heb.” Dit zei een oudere vrouw die als actrice roem had geoogst en schijnbaar goede redenen had om gelukkig te zijn. Die woorden sproten echter duidelijk niet uit een werkelijk blij hart voort.
2 Beschouw in tegenstelling hiermee de situatie van een zekere man die reeds meer dan zevenendertig jaar een strijd tegen verlamming voert. Zo’n persoon heeft schijnbaar weinig reden tot vreugde. Toch spreekt hij over geluk en zegt hij dat hij iets gevonden heeft dat ’het leven werkelijk lonend en zinvol maakt’.
3. (a) Welke persoonlijke ervaringen zouden ons ertoe kunnen brengen ons af te vragen of er wel íemand bestaat die werkelijke vreugde heeft? (b) Hoe kan vreugde worden gedefinieerd?
3 De meesten van ons hoeven geen lange, pijnlijke strijd tegen de een of andere ziekte te voeren. Ook zijn wij niet wereldberoemd geworden in de amusementswereld. Naar alle waarschijnlijkheid zijn wij gewone mensen die het hoofd moeten bieden aan de dagelijkse zorgen en problemen van het leven. Onze ervaringen tonen aan dat ’de mens, uit een vrouw geboren, korte tijd leeft en verzadigd is van beroering’, en ongetwijfeld zijn wij het ermee eens dat „de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt” (Job 14:1; Rom. 8:22). Wat dat betreft, zouden wij ons beslist kunnen afvragen of íemand op aarde erop kan bogen ware vreugde te bezitten — die „emotie van grote verrukking of intens geluk welke door iets goeds of bevredigends wordt veroorzaakt”. Hoe denkt u hierover? Kan vreugde werkelijk gevonden worden?
Kunt u vreugde vinden?
4. Wie behoren tot de miljoenen die ware vreugde ervaren?
4 Miljoenen ervaren wel degelijk vreugde. Van de rechtvaardige hemelse engelen kan worden gezegd dat zij vreugdevol ’Gods woord volbrengen’ (Ps. 103:20). Zij dienen Jehovah God reeds eeuwenlang met ware vreugde. Ja, toen de aarde werd gegrondvest, hieven deze „morgensterren te zamen een vreugdegeroep [aan]”! (Job 38:4-7) De getrouwe engel die Jezus’ geboorte aankondigde, vervulde beslist een heerlijke zending, want hij maakte „goed nieuws bekend omtrent een grote vreugde”. — Luk. 2:8-14.
5. Wat heeft Gods eniggeboren Zoon op het gebied van vreugde ervaren?
5 Hoe staat het echter met „de eniggeboren Zoon van God”? (Joh. 3:18) Voordat hij de mens Jezus Christus werd, was hij Jehovah’s „meesterwerker” in de hemel. Was die dienst vreugdevol? Ja, zeer beslist, want wij lezen: „Ik werd degene op wie hij [Jehovah] dag aan dag bijzonder gesteld was, terwijl ik te allen tijde vrolijk was voor zijn aangezicht” (Spr. 8:22-31). Toen Jezus als mens op aarde was, schepte hij behagen in het doen van Gods wil (Ps. 40:6-8; Hebr. 10:5-10). Bovendien heeft hij „wegens de hem voorgestelde vreugde . . . een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebr. 12:2). Als „de gelukkige en enige Machthebber”, die binnenkort goddelijke oordelen over de aarde zal voltrekken, dient Jezus Christus Jehovah thans beslist met een blij hart. — 1 Tim. 6:13-16; 2 Thess. 1:6-10.
6. Waar kunt u thans vreugde vinden?
6 Welnu, kunt u thans vreugde vinden? Ja, en de eerder genoemde zieke man geeft te kennen hoe dit mogelijk is door te zeggen: „Ik heb bemerkt dat het grootste geluk voortspruit uit het dienen van God. Dit maakt het leven werkelijk lonend en zinvol. Dat ik verlamd ben, heeft mij niet beroofd van de voorrechten en zegeningen die gepaard gaan met het dienen van de Schepper.” Degenen die Jehovah God van ganser harte zijn toegewijd, genieten ware vreugde. En waarom zou dit niet zo zijn? Zij maken ’goed nieuws’ bekend van „de gelukkige God” — een bemoedigende boodschap over eindeloos leven te midden van grootse zegeningen onder de heerschappij van het „koninkrijk der hemelen” (Matth. 24:14; 1 Tim. 1:11; Matth. 5:3). Zij hebben dus alle reden om ’Jehovah met verheuging te dienen’ en ’met vreugdegeroep voor zijn aangezicht te komen’. — Ps. 100:2.
7, 8. (a) Waarom zijn personen die Jehovah toegewijd dienen, ondanks hun vreugde niet altijd opgeruimd? (b) Hoe komt het dat Jehovah’s volk niet door de problemen van het leven wordt overweldigd?
7 Dit wil niet zeggen dat iemand die God toegewijd dient, altijd opgeruimd zal zijn. In de onvolmaakte menselijke maatschappij maken Jehovah’s dienstknechten soms inderdaad droevige dingen mee (Rom. 5:12). Toen Esau bijvoorbeeld met Hethitische vrouwen trouwde, „waren [zij] een bron van bitterheid des geestes voor [zijn godvrezende ouders] Isaäk en Rebekka” (Gen. 26:34, 35). Bovendien probeert Satan de Duivel door rechtstreekse vervolging en indirecte „listige daden” de kostbare verhouding waarin een christen tot Jehovah staat, te vernietigen (Ef. 6:11, The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures). Personen die God liefhebben, kunnen derhalve verwachten dat zij op hun levenspad moeilijkheden zullen tegenkomen. Toch overweldigen deze moeilijkheden Jehovah’s volk niet. Zij putten „vertroosting uit de Schriften” en bidden vol vertrouwen om Gods geest en hulp bij het aankweken van vreugde, een vrucht van de geest (Rom. 15:4; Luk. 11:13; Gal. 5:22, 23). Ondanks de moeilijkheden van het leven kunnen christenen „vreugde van heilige geest” genieten (1 Thess. 1:6). Vooral van Jehovah afkomstige zegeningen dragen tot die vreugde bij.
8 De zegen van Jehovah maakt iemand werkelijk rijk (Spr. 10:22). Maar als u een christen bent, hebt u dan uw zegeningen geteld? Ze zullen beslist maken dat u zich ’in Jehovah verheugt’ (Ps. 32:11). Beschouw slechts enkele van uw zegeningen, en u zult voldoende redenen vinden om Jehovah met een blij hart te dienen.
Ongeëvenaarde vreugdevolle voorrechten
9. Wat betekent het Jehovah te kennen, en hoe houdt dit verband met vreugde?
9 Het kennen en dienen van Jehovah zijn weergaloze zegeningen. God zei bij monde van de profeet Jeremia: „Wie zich beroemt, die beroeme zich wel hierop, dat hij inzicht heeft en kennis van mij, dat ik Jehovah ben, Degene die liefderijke goedheid, gerechtigheid en rechtvaardigheid beoefen op aarde” (Jer. 9:24). Natuurlijk is het niet voldoende wanneer wij de goddelijke naam alleen maar kennen. Jehovah kennen, betekent dat wij ons bewust zijn van zijn hoedanigheden, handelingen, zienswijzen en voornemens. Het betekent dat wij hem gehoorzamen en dat wij zijn autoriteit erkennen en ons eraan onderwerpen (1 Joh. 5:3). Een oprechte studie van de Schrift en meditatie over de woorden en daden van Gods Zoon, die volkomen in harmonie is met zijn Vader, maken het voor ons mogelijk in een intieme, persoonlijke verhouding tot God te staan (Joh. 1:18; 14:9-11). Degenen die Jehovah aldus kennen, zijn beslist vreugdevol. Ja, „aan de mens die goed is voor zijn aangezicht heeft hij [Jehovah] wijsheid en kennis en verheuging gegeven”. — Pred. 2:26.
10. Wat is de belangrijkste en meest voldoeningschenkende manier waarop de mens zijn leven kan gebruiken?
10 Het onschatbare voorrecht „heilige dienst” voor de ware God te verrichten, is nog een zegen waarin Jehovah’s Getuigen zich verheugen. Geen enkel mens zou zijn leven op een belangrijkere en meer voldoeningschenkende wijze kunnen gebruiken. Zacharías (de vader van Johannes de Doper) bracht de kwestie beslist goed onder woorden door Jehovah te zegenen omdat hij Zijn volk al hun dagen „het voorrecht [verleende] onbevreesd heilige dienst voor hem te verrichten met loyaliteit en rechtvaardigheid”. — Luk. 1:67-79; vergelijk Romeinen 12:1; Openbaring 7:9, 13-15.
11. Met welk vreugde schenkende voorrecht gaat het verrichten van „heilige dienst” voor God gepaard?
11 Het voorrecht om getuigen van Jehovah te zijn en als zodanig Zijn naam te dragen, houdt verband met het voorrecht „heilige dienst” voor God te verrichten (Jes. 43:10-12). Dat dient beslist vreugde te bevorderen, zoals Jeremia zei: „Uw woord wordt mij tot uitbundige vreugde en verheuging van mijn hart; want uw naam is over mij uitgeroepen, o Jehovah God der legerscharen.” — Jer. 15:16.
12. Over welke tegenstellingen zouden wij in tijden van ontmoediging kunnen nadenken om opgemonterd te worden?
12 Indien u als dienstknecht van God af en toe ontmoedigd raakt, kan een korte overdenking van sommige tegenstellingen u opmonteren. Wanneer wij bijvoorbeeld in aanmerking nemen dat de goddeloze engelen „met eeuwige banden onder dikke duisternis bewaard” zijn voor Gods ongunstige oordeel, is het lot van de rechtvaardige engelen, die in Jehovah’s dienst staan, in vergelijking hiermee des te vreugdevoller (Jud. 6). En wat een geweldige tegenstelling bestaat er tussen Jezus’ vreugdevolle positie en die van Satan de Duivel, wie de eeuwige vernietiging wacht! (Openb. 20:10, 14) Bovendien maken Jehovah’s mededogende zorg en zegeningen het beslist gemakkelijk „het onderscheid [te] zien tussen een rechtvaardige en een goddeloze, tussen iemand die God dient en iemand die hem niet heeft gediend” (Mal. 3:17, 18). Laten wij echter nog meer zegeningen beschouwen die ons goede redenen verschaffen om Jehovah met een blij hart te dienen.
Ware vrijheid en geestelijk licht
13, 14. In welke ware vrijheid en welk geestelijke licht verheugen Jehovah’s dienstknechten zich in religieus opzicht?
13 De bevrijding uit „Babylon de Grote”, het wereldrijk van valse religie, is beslist nog een zegen die vreugde veroorzaakt. Ware christenen zijn blij dat zij niet ’zullen delen in haar zonden en geen deel van haar plagen zullen ontvangen’ (Openb. 18:2, 4). Bovendien genieten Jehovah’s dienstknechten vrijheid met betrekking tot de vrees en de fabels van valse religie. „Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8:32). Die ware vrijheid schijnt des te kostbaarder te zijn wanneer wij nadenken over de slavernij van degenen die in geestelijke duisternis verkeren.
14 In tegenstelling tot zeer veel aanhangers van de valse religie, buigen en bidden aanbidders van Jehovah niet voor beelden die niet kunnen spreken, zien, horen, ruiken, voelen of lopen (Ps. 115:4-8). Ook zijn geestelijk bevrijde en verlichte christenen niet bang voor de doden, zoals het geval is met veel mensen hier op aarde. De vals-religieuze leer dat de mens een onsterfelijke ziel heeft, draagt bij tot deze angst dat de overledenen zouden kunnen terugkeren om de levenden te bezoeken of te plagen. Maar door het van God afkomstige geestelijke licht zijn zulke angsten verdreven, want ware christenen weten dat de doden ’zich van helemaal niets bewust zijn’ (Pred. 9:5, 10). Hoeveel heilzamer is het te beseffen dat overleden geliefden die in Gods herinnering voortleven, een opstanding zullen ervaren! (Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15) Jehovah’s toegewijde getuigen kunnen zich er beslist over verheugen dat de hemelse Vader, die zij verenigd dienen, hun door middel van zijn heilige geest „de diepe dingen Gods” heeft geopenbaard (1 Kor. 2:10). Ja, hij heeft zijn volk geestelijk licht en geestelijke waarheid geschonken die hen met vreugde vervullen. — Ps. 43:3.
De vreugde anderen te helpen
15, 16. (a) Wat gebeurde er toen Jezus’ vroege discipelen ’hun licht lieten schijnen’? (b) Wat ervaren christenen in deze tijd wanneer zij discipelen maken?
15 Het is ook een zegen geestelijk licht te kunnen weerkaatsen. Jezus zei tot zijn volgelingen: „Gij zijt het licht der wereld. . . . Laat . . . uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw voortreffelijke werken mogen zien en uw Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven” (Matth. 5:14-16). Wat gebeurde er wanneer die vroege discipelen zowel door hun woorden als door hun daden ’hun licht lieten schijnen’? Anderen trokken hier voordeel van, maar een dergelijke activiteit schonk ook Christus’ volgelingen zelf vreugde (Luk. 10:1, 17-20; Hand. 8:4-8). Al deze predikers, die discipelen maakten, dienden Jehovah beslist met een blij hart. — Matth. 28:19, 20.
16 In deze tijd ervaren christenen een overeenkomstige vreugde in het werk dat erin bestaat de Koninkrijksboodschap bekend te maken. Dit is in het bijzonder het geval wanneer zij personen vinden die zij kunnen helpen een kennis van Gods waarheid te verkrijgen. De apostel Paulus had zo’n vreugde, want hij zei dat de Filippenzen die hij had geholpen, zijn „vreugde en kroon” waren (Fil. 4:1). Over degenen die hij in Thessaloníka had geholpen, schreef de apostel: „Wat is onze hoop of vreugde of kroon van gejuich — ja, zijt gij het niet in werkelijkheid? — voor het aangezicht van onze Heer Jezus bij zijn tegenwoordigheid? Gij zijt stellig onze heerlijkheid en vreugde” (1 Thess. 2:19, 20). Ja, evenals in het geval van christenen in deze tijd, vormden de personen die Paulus in geestelijk opzicht had geholpen, een bron van vreugde voor hem. Spant u zich in Jehovah’s dienst krachtig in en ervaart u een dergelijke vreugde?
17. Waarom schenkt het maken van discipelen Jehovah’s Getuigen vreugde, ook al behalen zij in sommige gebieden weinig resultaten?
17 Ook al zijn de resultaten die Jehovah’s Getuigen thans in sommige gebieden behalen, slechts pover, toch schenkt het hun vreugde te weten dat zij hun God behagen en loven. Dat is zelfs het geval wanneer bepaalde huisbewoners het niet op prijs stellen de Getuigen aan hun deur te krijgen. Jehovah’s dienstknechten laten zich hier niet door ontmoedigen, want zij beseffen dat het dienen van God het schitterendste voorrecht is dat iemand op aarde kan genieten.
Zelfs vervolging schenkt vreugde
18. Waarom kunnen christenen vreugdevol zijn, ook al ondergaan zij vervolging?
18 Christenen dienen Jehovah met een blij hart, ook al ondergaan zij vaak vervolging. Jezus verklaarde degenen die ter wille van hem werden vervolgd, gelukkig, en de apostel Petrus verklaarde: „Blijft u verheugen, aangezien gij deel hebt aan het lijden van de Christus, opdat gij u ook gedurende de openbaring van zijn heerlijkheid moogt verheugen en verrukt moogt zijn. Indien gij om de naam van Christus wordt gesmaad, zijt gij gelukkig.” Waarom? „Want de geest der heerlijkheid, ja, de geest van God, rust op u” (1 Petr. 4:13, 14; Matth. 5:11, 12). Wanneer men vervolging ondergaat omdat men een christen is, lijkt dit misschien geen zegen te zijn. Maar als u een dergelijk lijden verduurt, hebt u het bewijs dat u Gods geest en goedkeuring bezit — en dat zal beslist vreugde schenken.
19. Hoe gaf één slachtoffer van nazi-vervolging uiting aan zijn gevoelens?
19 Doordat vervolgde christenen Gods heilige geest hebben en de kracht bezitten die door Jehovah wordt verleend, kunnen zij zelfs onder extreme omstandigheden hun vreugde bewaren (Fil. 4:13). Jaren geleden schreef een jonge Getuige die onrechtvaardig ter dood was veroordeeld, vanuit een nazi-concentratiekamp aan zijn ouders: „Het is al middernacht geweest. Ik heb nog steeds tijd om van gedachten te veranderen. O, zou ik in deze wereld ooit nog gelukkig kunnen zijn nadat ik onze Heer had verloochend? Beslist niet! Maar nu kunt u de verzekering hebben dat ik deze wereld in geluk en vrede verlaat.” Ja, vervolgde christenen dienen Jehovah beslist met een blij hart.
Andere redenen voor vreugde
20. Welke uitwerking heeft omgang met medegelovigen op vreugde?
20 Ondanks de vervolging die Jehovah’s Getuigen verduren, ervaren zij in de omgang met hun medegelovigen ware vreugde. Wat een zegen! Hoe goed is het om in een wereld vol oneerlijkheid, leugens en boosaardig gedrag, omgang te hebben met eerlijke, waarheidsgetrouwe, oprechte metgezellen die de „nieuwe persoonlijkheid” hebben aangedaan! (Kol. 3:8-11) Verder schenkt het ook een intense voldoening te weten dat men door zijn gedrag Jehovah’s hart verheugt. — Spr. 27:11.
21. Wat zijn enkele manieren waarop men de belangen van de ware aanbidding vreugdevol kan bevorderen?
21 Het is ook een zegen de belangen van de ware aanbidding vreugdevol te bevorderen door bijvoorbeeld een aandeel te hebben aan de bouw, het onderhoud en de ondersteuning van een christelijke vergaderplaats (Ex. 36:1-7; 2 Kon. 12:4-15). Zulke krachtsinspanningen schenken iemand beslist een blij hart. En hoe zal iemand ooit volledig kunnen beseffen hoe waardevol de zegeningen en vreugden zijn die hem ten deel vallen wanneer hij geregeld met Jehovah’s volk vergadert en met hen samenwerkt in het door God toegewezen getuigeniswerk? — Ps. 122:1; 1 Kor. 3:5-9.
22. Waartoe leidt getrouwheid in het verrichten van godvruchtige daden?
22 Getrouwheid in het verrichten van godvruchtige daden heeft ook rijke zegeningen tot resultaat — het vooruitzicht van redding en een vreugdevolle toekomst in Gods beloofde nieuwe samenstel van dingen (2 Petr. 3:11-13). Wat een verschil bestaat er tussen de met hoop vervulde dienstknechten van Jehovah en mensen ’die geen hoop hebben en zonder God zijn in de wereld’! (Ef. 2:11, 12) Jehovah’s volk kan thans beslist met David tot God zeggen: „Wat mij aangaat, ik heb op uw liefderijke goedheid vertrouwd; laat mijn hart blij zijn in uw redding” (Ps. 13:5). Ja, wanneer christenen hun zegeningen tellen, vinden zij veel redenen om Jehovah met een blij hart te dienen.
’Jehovah met verheuging blijven dienen’
23. Wat moeten wij doen in plaats dat wij toelaten dat onze geest door toenemende druk wordt beheerst?
23 Hoewel de getuigen van Jehovah thans vele zegeningen genieten, kunnen zij niet aan de toenemende druk van dit oude samenstel van dingen ontkomen. Zij moeten hier op hun werk, op school en elders moedig het hoofd aan bieden, en zulke factoren kunnen ontmoedigend zijn. Maar in plaats dat wij toelaten dat deze onaangename dingen onze geest beheersen en ons voortdurend in beroering brengen, doen wij er verstandig aan onze gedachten op positieve, opbouwende dingen te richten. Ja, laten wij, in plaats dat wij ontmoedigd of verdrietig zijn, ’ijverig zijn voor voortreffelijke werken’ en over onze zegeningen als Jehovah’s dienstknechten nadenken (Tit. 2:14). Dan zullen wij opgewekt van geest zijn, alsof wij voortdurend aan een feestmaal zitten. In Spreuken 15:15 staat in dit verband: „Al de dagen van de ellendige zijn slecht; maar wie vrolijk van hart is, heeft voortdurend een feestmaal.”
24. (a) Hoe kan uw leven een lonend doel hebben? (b) Welke vraag wordt terecht gesteld?
24 Het is waar dat veel mensen niet blij zijn met hun levenslot. Maar als u God liefhebt en gehoorzaamt en ijverig in zijn dienst volhardt, heeft uw leven een lonend doel. Bovendien is het met Jehovah’s hulp mogelijk de problemen en druk van het leven met succes te verduren. Houd dus goede moed en blijf de zegeningen die God u schenkt wanneer u hem met een blij hart dient, naar waarde schatten (Ps. 100:2). Maar wat is ervoor nodig om zich in de aanbidding van Jehovah te kunnen blijven verheugen?
Herinnert u zich de volgende punten?
□ Waarom worden Jehovah’s dienstknechten niet door de problemen van het leven overweldigd?
□ Wat betekent het Jehovah te kennen, en welke uitwerking heeft dit op vreugde?
□ Welk verband bestaat er tussen het maken van discipelen en vreugde?
□ Hoe kunnen wij de ware aanbidding vreugdevol bevorderen?