Wat we van Jezus leren
Hoe geluk te vinden
Wat is de sleutel tot geluk?
▪ De allereerste woorden van Jezus’ beroemdste redevoering gingen over geluk. Hij zei: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood” (Mattheüs 5:3). Wat bedoelde hij daarmee? Wat is onze geestelijke nood?
Om in leven te blijven moeten we ademhalen, drinken en eten, net als de dieren. Maar om gelukkig te zijn hebben we iets nodig waar dieren geen behoefte aan hebben, namelijk te begrijpen wat de zin van het leven is. Alleen de Schepper van het leven kan in die behoefte voorzien. Jezus zei dan ook: „De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt” (Mattheüs 4:4). Mensen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood of behoefte zijn gelukkig omdat ze zich tot Jehovah wenden, tot „de gelukkige God”, en hij geeft hun iets wat onontbeerlijk is voor geluk: hoop (1 Timotheüs 1:11).
Hoe gaf Jezus mensen hoop?
▪ „Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven”, zei Jezus (Mattheüs 5:5). Jezus gaf de mensheid hoop door zieken te genezen en doden weer op te wekken tot leven op aarde. Hij kwam ook met een boodschap van hoop. Hij legde uit: „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Mensen die God gehoorzamen, zullen zich in eeuwig leven op aarde verheugen. Stelt u zich eens voor hoe het zal zijn om onder zachtaardige mensen te leven en nooit oud te worden! Geen wonder dat Gods Woord zegt: „Verheugt u in de hoop” (Romeinen 12:12). Jezus heeft ook besproken hoe we nu geluk kunnen vinden.
Welke gelukkige levenswijze onderwees Jezus?
▪ Jezus gaf praktische raad over kwesties als persoonlijke relaties, het huwelijk, nederigheid en de juiste kijk op materiële dingen (Mattheüs 5:21-32; 6:1-5, 19-34). Door Jezus’ raad op te volgen wordt u geholpen geluk te vinden.
Edelmoedigheid maakt gelukkig (Handelingen 20:35). Jezus zei bijvoorbeeld: „Wanneer gij een feestmaal aanrecht, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit; en gij zult gelukkig zijn, omdat zij niets hebben waarmee zij u kunnen terugbetalen” (Lukas 14:13, 14). Geluk valt niet degenen ten deel die voornamelijk op hun eigen geluk uit zijn maar degenen die anderen gelukkig willen maken.
Wat is de voornaamste bron van geluk?
▪ Dingen voor andere mensen doen kan u gelukkig maken, maar dingen voor God doen kan u nog gelukkiger maken. Zelfs het geluk van trotse ouders die van hun kinderen houden, is daar niet mee te vergelijken. Dat blijkt uit wat er op een keer gebeurde toen Jezus in het openbaar onderwees. „Een zekere vrouw uit de schare [verhief] haar stem en zei tot hem: ’Gelukkig de schoot die u heeft gedragen en de borsten die u hebben gezoogd!’ Maar hij zei: ’Neen, gelukkig zijn veeleer zij die het woord van God horen en het onderhouden!’” — Lukas 11:27, 28.
Jezus zelf putte voldoening en geluk uit het doen van de wil van zijn hemelse Vader. Wat God wil is dat mensen over de hoop op eeuwig leven horen. Na zo’n uiteenzetting van die hoop aan iemand die erin geïnteresseerd was, zei Jezus: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden” (Johannes 4:13, 14, 34). Ook u kunt het geluk ervaren iets te doen wat God behaagt door de Bijbelse waarheid met anderen te delen.
Zie voor meer informatie hoofdstuk 1 van dit boek, Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
[Illustratie op blz. 16]
De bevrediging van onze behoefte om de zin van het leven te begrijpen, leidt tot waar geluk