30 En van de helft die de zonen van I̱sraël toebehoort, dient gij één op de vijftig te nemen, van de mensen, van het rundvee, van de ezels en van het kleinvee, van elke huisdiersoort, en gij moet ze aan de levieten geven,+ die de plicht in acht nemen met betrekking tot Jehovah’s tabernakel.”+