6 Jehovah, je God, zal jouw hart en het hart van je nakomelingen reinigen,*+ zodat je Jehovah, je God, met je hele hart en je hele ziel* zult liefhebben en zodat je zult blijven leven.+
6 En Jehovah, uw God, zal uw hart en het hart van uw nageslacht+ moeten besnijden,+ opdat gij Jehovah, uw God, met geheel uw hart en geheel uw ziel moogt liefhebben ter wille van uw leven.+