9 Toen de ark daar was, strafte Jehovah de stad, zodat de inwoners in paniek raakten. Hij trof de inwoners, van groot tot klein, en iedereen kreeg aambeien.+
9 Nu geschiedde het nadat zij haar daarheen hadden overgebracht, dat de hand van Jehovah+ de stad trof met een zeer grote verwarring, en hij ging de mannen van de stad slaan, van klein tot groot, waarop er aambeien+ bij hen uitbraken.*