17 Ze antwoordde: ‘Mijn heer, je hebt je dienares bij Jehovah, je God, gezworen: “Jouw zoon Salomo zal na mij koning worden, en hij is degene die op mijn troon zal zitten.”+
17 Hierop zei zij tot hem: „Mijn heer,+ gijzelf hebt uw slavin bij Jehovah, uw God, gezworen: ’Uw zoon Sa̱lomo is degene die na mij koning zal worden, en híȷ́ zal op mijn troon zitten.’+