10 De koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, zaten allebei in hun koninklijke gewaad op hun troon, op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Sama̱ria. Vóór hen stonden alle profeten te profeteren.+
10 Nu zaten de koning van I̱sraël en Jo̱safat, de koning van Ju̱da, gekleed in [hun] gewaden,+ ieder op zijn troon, op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Sama̱ria; en alle profeten gedroegen zich vóór hen als profeten.+