12 Hij gaf het volgende bevel aan de priester Hilki̱a, aan Ahi̱kam,+ de zoon van Sa̱fan, aan A̱chbor, de zoon van Micha̱ja, aan secretaris Sa̱fan en aan Asa̱ja, de dienaar van de koning:
12 Toen gebood de koning de priester Hilki̱a en Ahi̱kam,+ de zoon van Sa̱fan, en A̱chbor, de zoon van Micha̱ja, en Sa̱fan, de secretaris, en Asa̱ja,+ de dienaar van de koning, en zei: