31 Ze hebben de offerhoogten van To̱feth gebouwd, in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom,*+ om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden,+ iets wat ik niet had geboden en wat zelfs nooit in mijn hart was opgekomen.”+
31 En zij hebben de hoge plaatsen van To̱feth+ gebouwd, dat in het dal van de zoon van Hi̱nnom*+ ligt, om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden,+ iets wat ik niet geboden had en wat in mijn hart niet was opgekomen.’+