22 Jezus zei: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik binnenkort zal drinken?’+ Ze zeiden tegen hem: ‘Ja, dat kunnen we.’
22 Jezus gaf ten antwoord: „Gijlieden weet niet wat GIJ vraagt. Kunt GIJ de beker drinken+ die ik op het punt sta te drinken?” Zij zeiden tot hem: „Ja, dat kunnen wij.”