29 Vergeet niet dat Jehovah jullie de sabbat heeft gegeven.+ Daarom geeft hij jullie op de zesde dag brood voor twee dagen. Iedereen moet op de zevende dag blijven waar hij is; niemand mag zijn plaats verlaten.’
29 Let wel, dat Jehovah U de sabbat heeft gegeven.+ Daarom geeft hij U op de zesde dag brood voor twee dagen. Iedereen blijve op zijn eigen plaats.+ Laat niemand op de zevende dag zijn verblijfplaats verlaten.”