14 Als je het graanoffer van de eerste opbrengst aan Jehovah aanbiedt, moet je nieuw, geroosterd graan* aanbieden, grofgemalen nieuwe korrels, als het graanoffer van je eerste opbrengst.+
14 En indien gij Jehovah het graanoffer van de eerste rijpe vruchten aanbiedt, dient gij in vuur geroosterde groene aren, de gebroken korrels van het nieuwe koren, als het graanoffer van uw eerste rijpe vruchten+ aan te bieden.